LP 8 bovenste lidmaat
Clavicula
De clavicula: er is een lateraal deel dat
een gewricht vormt, mediaal is dit
meer cirkelvormig. Aan de inferieure
kant bevindt het tuberculum
conoidum.
De scapula: lijst van structuren. Deze
regio’s zijn van belang in de kliniek.
Proximale humerus: idem
De schoudergordel bestaat uit 3 echte
gewrichten en de scapulo thoracale
ruimte.
Het sterno-claviculaire gewricht
Je hebt een discus, kapsel waarin stevige ligamenten zijn. Costoclaviculaire ligamenten: verbinding tussen de clavicula en de
eerste rib. Sternoclaviculaire ligamenten: verbinding tussen het claviculair uiteinde en het sternum.
Acromioclaviculair gewricht: van het acromium naar de clavicula
Glenohumeraal gewricht: ‘schoudergewricht’
Het wordt omgevenen door een capsula articularis met daarin ligamenten. (De glenohumerale zijn de belangrijkste voor de
stabiliteit)
KLINIEK!
, Spieren
M. Trapezius:
M. deltoideus: nervus axillaris (een van de grote armzenuwen)
Posterieure scapulaire regio
Spieren
M. supraspinatus, infraspinatus, triceps. In de kliniek zijn de lestels aan de pees meestal een de
infra/supraspinatus spier.
M. Triceps: alle extensoren van het bovenste lidmaat worden bezenuwd door de nervus radialis
Zenuwen:
N. Suprascapularis: bevindt zich aan het craniale deel van de scapula. Komt van de plexus brachialis,
bezenuwd de m. supraspinatus, gaat dan onder het acronium door om de m. infraspinatus te bezenuwen.
Bij extreme elevatie kan er een letsel gebeuren. De zenuw trekt uit en valt uit.
N. axillaris: van posterieur naar anterieur rond de humeruskop. Deze bezenuwd de m. deltoideus. Bij
ontwrichting kan deze zenuw gekwetst worden.
N. radialis: komt van het posterieure deel van de plexus brachialis tegen de humerus naar de laterale
extensoren. Het verloopt tegen de humerus dus bij fractuur kan de zenuw gekwetst geraken. Grote gevolgen
want bezenuwd ALLE extensoren “job hand”: de hand niet meer in extensie kunnen brengen.
Bloedvaten
Kliniek: bij fractuur van de humeruskop kan de arteria en vena circumflexi humeri posterior beschadigd
geraken waardoor de bevloeiing onderbroken wordt afsterven van de humeruskop = avasculair
humeruskop necrose
Axilla
Axilla
Dak: de grenzen zijn de eerste rib en de clavicula. Thorasic outlet syndroom= tussen de clavicula en de rib
lopen belangrijke structuren (plexus brachialis en arteria en venen. Bij een fractuur van het sleutelbeen kan er
daarna callusvorming gebeuren tijdens het genezen. Dit kan een zwelling of dikte geven waardoor er druk komt
op de neurovasculiare structuren.
Vloer: = de huid in de oksel. Littekens in de oksel kunnen bewegingsbeperking geven want bv. brandworden
zorgen voor retractie van de huid.
Anterieur: gevormd door de m. Pectoralis maior (minor, subclavius) en de v. Cephalica. In de kliniek is deze vena
cephalica die we kunnen aanprikken voor een catheter te plaatsen.
Clavicula
De clavicula: er is een lateraal deel dat
een gewricht vormt, mediaal is dit
meer cirkelvormig. Aan de inferieure
kant bevindt het tuberculum
conoidum.
De scapula: lijst van structuren. Deze
regio’s zijn van belang in de kliniek.
Proximale humerus: idem
De schoudergordel bestaat uit 3 echte
gewrichten en de scapulo thoracale
ruimte.
Het sterno-claviculaire gewricht
Je hebt een discus, kapsel waarin stevige ligamenten zijn. Costoclaviculaire ligamenten: verbinding tussen de clavicula en de
eerste rib. Sternoclaviculaire ligamenten: verbinding tussen het claviculair uiteinde en het sternum.
Acromioclaviculair gewricht: van het acromium naar de clavicula
Glenohumeraal gewricht: ‘schoudergewricht’
Het wordt omgevenen door een capsula articularis met daarin ligamenten. (De glenohumerale zijn de belangrijkste voor de
stabiliteit)
KLINIEK!
, Spieren
M. Trapezius:
M. deltoideus: nervus axillaris (een van de grote armzenuwen)
Posterieure scapulaire regio
Spieren
M. supraspinatus, infraspinatus, triceps. In de kliniek zijn de lestels aan de pees meestal een de
infra/supraspinatus spier.
M. Triceps: alle extensoren van het bovenste lidmaat worden bezenuwd door de nervus radialis
Zenuwen:
N. Suprascapularis: bevindt zich aan het craniale deel van de scapula. Komt van de plexus brachialis,
bezenuwd de m. supraspinatus, gaat dan onder het acronium door om de m. infraspinatus te bezenuwen.
Bij extreme elevatie kan er een letsel gebeuren. De zenuw trekt uit en valt uit.
N. axillaris: van posterieur naar anterieur rond de humeruskop. Deze bezenuwd de m. deltoideus. Bij
ontwrichting kan deze zenuw gekwetst worden.
N. radialis: komt van het posterieure deel van de plexus brachialis tegen de humerus naar de laterale
extensoren. Het verloopt tegen de humerus dus bij fractuur kan de zenuw gekwetst geraken. Grote gevolgen
want bezenuwd ALLE extensoren “job hand”: de hand niet meer in extensie kunnen brengen.
Bloedvaten
Kliniek: bij fractuur van de humeruskop kan de arteria en vena circumflexi humeri posterior beschadigd
geraken waardoor de bevloeiing onderbroken wordt afsterven van de humeruskop = avasculair
humeruskop necrose
Axilla
Axilla
Dak: de grenzen zijn de eerste rib en de clavicula. Thorasic outlet syndroom= tussen de clavicula en de rib
lopen belangrijke structuren (plexus brachialis en arteria en venen. Bij een fractuur van het sleutelbeen kan er
daarna callusvorming gebeuren tijdens het genezen. Dit kan een zwelling of dikte geven waardoor er druk komt
op de neurovasculiare structuren.
Vloer: = de huid in de oksel. Littekens in de oksel kunnen bewegingsbeperking geven want bv. brandworden
zorgen voor retractie van de huid.
Anterieur: gevormd door de m. Pectoralis maior (minor, subclavius) en de v. Cephalica. In de kliniek is deze vena
cephalica die we kunnen aanprikken voor een catheter te plaatsen.
