KLINISCH REDENEREN
Samenvatting van het toegevoegd onderzoek:
1. Manuele spiertesting:
Voer een MST-test uit als de /w/-tests verzwakt zijn.
Als het /a/-onderzoek positief is maar het /w/-onderzoek negatief is, voer dan geen
MST-test uit.
Geen MST-test nodig als de /w/-tests alleen pijnlijk zijn zonder verzwakking.
2. Lengtetesting:
Voer lengtetesting uit als de /p/-test beperkt is en de patiënt pijn aangeeft aan de
tegenoverliggende zijde.
Alleen pijn bij de /p/-test zonder bewegingsbeperking duidt niet op mogelijke
spierverkorting.
3. Goniometrie:
Voer goniometrie uit als zowel de /a/- als /p/-tests beperkt zijn.
Als de /a/-test beperkt is maar de /p/-test niet, kan er onvoldoende kracht zijn om de
beweging uit te voeren, dus is goniometrie niet nodig.
Als alleen pijn wordt ervaren bij de /a/- en /p/-tests zonder beperking, is er geen
bewegingstekort en is goniometrie niet zinvol.
4. Tractie-Translatie:
Voer tractie-translatie onderzoek uit als er aanwijzingen zijn voor een articulair
probleem, zoals beperking en/of pijn bij de /p/-test.
Het specifieke onderzoek wordt bepaald op basis van de bevindingen van de /a/-
en /p/-tests.
Samenvatting van het toegevoegd onderzoek:
1. Manuele spiertesting:
Voer een MST-test uit als de /w/-tests verzwakt zijn.
Als het /a/-onderzoek positief is maar het /w/-onderzoek negatief is, voer dan geen
MST-test uit.
Geen MST-test nodig als de /w/-tests alleen pijnlijk zijn zonder verzwakking.
2. Lengtetesting:
Voer lengtetesting uit als de /p/-test beperkt is en de patiënt pijn aangeeft aan de
tegenoverliggende zijde.
Alleen pijn bij de /p/-test zonder bewegingsbeperking duidt niet op mogelijke
spierverkorting.
3. Goniometrie:
Voer goniometrie uit als zowel de /a/- als /p/-tests beperkt zijn.
Als de /a/-test beperkt is maar de /p/-test niet, kan er onvoldoende kracht zijn om de
beweging uit te voeren, dus is goniometrie niet nodig.
Als alleen pijn wordt ervaren bij de /a/- en /p/-tests zonder beperking, is er geen
bewegingstekort en is goniometrie niet zinvol.
4. Tractie-Translatie:
Voer tractie-translatie onderzoek uit als er aanwijzingen zijn voor een articulair
probleem, zoals beperking en/of pijn bij de /p/-test.
Het specifieke onderzoek wordt bepaald op basis van de bevindingen van de /a/-
en /p/-tests.