Samenvatting Wet- en regelgeving, jaar 1, periode 1
Leerdoelen
Basisbeginselen van omgevingsrecht kennen
De (gemeentelijke) beleidscyclus benoemen
De regelgeving van het bestemmingsplan onderscheiden en reproduceren
Ruimtelijke bestemmingen op een plankaart onderscheiden en reproduceren
De volgorde en toepassing kennen van de fasering van de bestemmingplanprocedure,
inclusief rollen van belanghebbenden
Les 1
Ruimtelijke ordening
Ruimtelijk ordening = zoeken naar en tot stand brengen van de best denkbare wederkerige
aanpassing van Ruimte en Samenleving, plek + mensen -> orde creëren. Het zorgt dus voor een zo
goed mogelijke leefomgeving.
Ruimtelijke ordening is noodzakelijk voor functioneren van samenleving. De ruimte heeft veel
functies en er is een belangenstrijd om de ruimte, deze is namelijk schaars.
Het is een overheidstaak (onafhankelijke partij), maar wel voor algemeen belang. Maatschappij
bepaald hoe leefomgeving eruit gaat zien, maar de politiek neemt de uiteindelijke beslissing mbv
planoloog/ruimtelijk ordenaar/omgevingsmanager.
Verschil tussen ruimtelijke ordening en planologie:
o Ruimtelijke ordening = praktisch handelen, vooral gericht op integraal ruimtelijk beleid.
o Planologie = wetenschap die kennis aanreikt voor ruimtelijke ordening, vooral gericht op
planvorming.
Overheid maakt plannen en stelt regels op om leefomgeving in te richten/herinrichten. Wordt
gebaseerd op wensen en behoeften uit samenleving (veranderen voortdurend).
Omgevingsrecht
Omgevingsrecht = recht(spraak) om plannen te kunnen uitvoeren en regels te kunnen handhaven.
Omgevingsvisie (van gemeente)
Omgevingsvisie/structuurvisie = globaal ruimtelijke ordeningsplan voor lange termijn (aantonen wat
wil je met een gebied op lange termijn?). Dit is belangrijk omdat burgers zo kunnen weten wat er gaat
veranderen of niet (communicatief). Er is anders geen onderbouwing voor wijzigingen in
bestemmingsplannen (juridisch) of afstemming van het ontwikkelen binnen verschillende
beleidsvelden (politiek-bestuurlijk).
Bestemmingsplan (van gemeente)
Bestemmingsplan = gedetailleerd ruimtelijke ordeningsplan die huidige situatie vastlegt. Het is
juridisch bindend voor iedereen en vastgesteld door de gemeente. De gemeente legt voor alle
percelen het soort grondgebruik vast; bestaande uit een plankaart (verbeelding) met bestemmingen
(functies en activiteiten), regels en toelichting (met planverantwoording). Bestemmingsplan moet
worden aangepast als de wensen voor de toekomst afwijken van de huidige situatie.
, Les 2
Betekenis van het Recht
Recht = systeem van regels waarmee de
mens de samenleving ordent, wat mag
wel en wat niet. Is nodig om
samenleving goed te kunnen laten
functioneren.
Rechtsorde, de regels die door de
rechtspraak (rechterlijke macht) worden
bewaakt.
Verschillende functies van het recht:
o Normatieve functie – gedragsregels waarvan collectieve overeenstemming is dat zij moeten
worden nageleefd. Normen en waarden.
o Geschil oplossende functie – oordeel of iemand zich wel of niet aan de norm houdt. Zo niet:
moet de persoon worden gestraft? Op welke wijze en volgens welke procedure?
o Additionele functie – het recht geldt hier als ‘achtervang’ voor als er niets geregeld is
(aanvullend op wat de partijen hebben afgesproken). Op basis van onafhankelijke
rechtsregels.
o Instrumentele functie – regels om de samenleving in goede banen te kunnen leiden.
3 rechtsbronnen:
1. De wet – geschreven rechtsregels door overheid (wetgevende macht).
2. Het verdrag – afspraak tussen verschillende landen, gaan boven de wet!!
3. Jurisprudentie – rechtspraak, specifiek oordeel van de rechter (vaak een herhaling van een
soortgelijke zaak).
4. (gewoonte – ongeschreven regels.)
Privaatrecht en publiekrecht
o Privaatrecht (civiel
recht/burgerlijk recht)
= recht tussen private
personen onderling
(burgers, bedrijven,
organisaties).
o Publiek recht = recht
tussen overheid en
een private persoon.
Strafrecht – de staat treedt
actief op om sancties te eisen
tegen overtreding van
normen.
Leerdoelen
Basisbeginselen van omgevingsrecht kennen
De (gemeentelijke) beleidscyclus benoemen
De regelgeving van het bestemmingsplan onderscheiden en reproduceren
Ruimtelijke bestemmingen op een plankaart onderscheiden en reproduceren
De volgorde en toepassing kennen van de fasering van de bestemmingplanprocedure,
inclusief rollen van belanghebbenden
Les 1
Ruimtelijke ordening
Ruimtelijk ordening = zoeken naar en tot stand brengen van de best denkbare wederkerige
aanpassing van Ruimte en Samenleving, plek + mensen -> orde creëren. Het zorgt dus voor een zo
goed mogelijke leefomgeving.
Ruimtelijke ordening is noodzakelijk voor functioneren van samenleving. De ruimte heeft veel
functies en er is een belangenstrijd om de ruimte, deze is namelijk schaars.
Het is een overheidstaak (onafhankelijke partij), maar wel voor algemeen belang. Maatschappij
bepaald hoe leefomgeving eruit gaat zien, maar de politiek neemt de uiteindelijke beslissing mbv
planoloog/ruimtelijk ordenaar/omgevingsmanager.
Verschil tussen ruimtelijke ordening en planologie:
o Ruimtelijke ordening = praktisch handelen, vooral gericht op integraal ruimtelijk beleid.
o Planologie = wetenschap die kennis aanreikt voor ruimtelijke ordening, vooral gericht op
planvorming.
Overheid maakt plannen en stelt regels op om leefomgeving in te richten/herinrichten. Wordt
gebaseerd op wensen en behoeften uit samenleving (veranderen voortdurend).
Omgevingsrecht
Omgevingsrecht = recht(spraak) om plannen te kunnen uitvoeren en regels te kunnen handhaven.
Omgevingsvisie (van gemeente)
Omgevingsvisie/structuurvisie = globaal ruimtelijke ordeningsplan voor lange termijn (aantonen wat
wil je met een gebied op lange termijn?). Dit is belangrijk omdat burgers zo kunnen weten wat er gaat
veranderen of niet (communicatief). Er is anders geen onderbouwing voor wijzigingen in
bestemmingsplannen (juridisch) of afstemming van het ontwikkelen binnen verschillende
beleidsvelden (politiek-bestuurlijk).
Bestemmingsplan (van gemeente)
Bestemmingsplan = gedetailleerd ruimtelijke ordeningsplan die huidige situatie vastlegt. Het is
juridisch bindend voor iedereen en vastgesteld door de gemeente. De gemeente legt voor alle
percelen het soort grondgebruik vast; bestaande uit een plankaart (verbeelding) met bestemmingen
(functies en activiteiten), regels en toelichting (met planverantwoording). Bestemmingsplan moet
worden aangepast als de wensen voor de toekomst afwijken van de huidige situatie.
, Les 2
Betekenis van het Recht
Recht = systeem van regels waarmee de
mens de samenleving ordent, wat mag
wel en wat niet. Is nodig om
samenleving goed te kunnen laten
functioneren.
Rechtsorde, de regels die door de
rechtspraak (rechterlijke macht) worden
bewaakt.
Verschillende functies van het recht:
o Normatieve functie – gedragsregels waarvan collectieve overeenstemming is dat zij moeten
worden nageleefd. Normen en waarden.
o Geschil oplossende functie – oordeel of iemand zich wel of niet aan de norm houdt. Zo niet:
moet de persoon worden gestraft? Op welke wijze en volgens welke procedure?
o Additionele functie – het recht geldt hier als ‘achtervang’ voor als er niets geregeld is
(aanvullend op wat de partijen hebben afgesproken). Op basis van onafhankelijke
rechtsregels.
o Instrumentele functie – regels om de samenleving in goede banen te kunnen leiden.
3 rechtsbronnen:
1. De wet – geschreven rechtsregels door overheid (wetgevende macht).
2. Het verdrag – afspraak tussen verschillende landen, gaan boven de wet!!
3. Jurisprudentie – rechtspraak, specifiek oordeel van de rechter (vaak een herhaling van een
soortgelijke zaak).
4. (gewoonte – ongeschreven regels.)
Privaatrecht en publiekrecht
o Privaatrecht (civiel
recht/burgerlijk recht)
= recht tussen private
personen onderling
(burgers, bedrijven,
organisaties).
o Publiek recht = recht
tussen overheid en
een private persoon.
Strafrecht – de staat treedt
actief op om sancties te eisen
tegen overtreding van
normen.
