Verplichte studievragen WG 2
1. Tijdens de rustpotentiaal is de binnenkant van het neuron relatief negatief geladen (of relatief minder
positief). Wat betekent dit voor de neiging tot verplaatsing van positieve deeltjes buiten en binnen de cel?
- Door diffusie zijn de positieve deeltjes geneigd om zich te verplaatsen naar een negatiever geladen deel. In
de rustfase, waarin de binnenkant van de cel relatief negatief geladen is en de buitenkant relatief positief,
zullen de positieve deeltjes aan de buitenkant van de cel geneigd zijn om zich te verplaatsen naar de
binnenkant van de cel. De positieve deeltjes die zich al aan de binnenkant bevinden, zullen daar ook willen
blijven omdat deze niet geneigd zullen zijn om zich te verplaatsen naar een positiever geladen deel.
2. Tijdens de rustpotentiaal is er een relatief hoge concentratie van Na+-ionen buiten de cel. Wat betekent dit
voor de neiging tot verplaatsing van Na+-ionen? Hoe zit dat in combinatie met wat in vraag 1.2.3 beschreven
wordt?
- Als de poorten open staan, is er sprake van diffusie. Met diffusie wordt bedoeld dat deeltjes met een hoge
concentratie uit zichzelf de neiging hebben om zich te verplaatsen naar een lage concentratie en andersom.
Dit wordt ook wel passief transport genoemd. Natrium zit vooral aan de buitenkant, maar is vanwege deze
diffusie geneigd om via de poorten de cel in te gaan. Kalium zit vooral aan de binnenkant, maar is vanwege
deze diffusie geneigd om via de poorten de cel uit te gaan. Dit is dus het werk van de poorten.
- Dus als er tijdens het rustpotentiaal een relatief hoge concentratie van nationen is buiten de cel, hebben
deze nationen de neiging om zich te verplaatsen naar de binnenkant vd cel.
3. Tijdens de rustpotentiaal is er een relatief hoge concentratie van K+-ionen binnen de cel. Wat betekent dit
voor de neiging tot verplaatsing van Na+-ionen? Hoe zit dat in combinatie met wat in vraag 1.2.3 beschreven
wordt?
- Als de poorten open staan, is er sprake van diffusie. Met diffusie wordt bedoeld dat deeltjes met een hoge
concentratie uit zichzelf de neiging hebben om zich te verplaatsen naar een lage concentratie en andersom.
Dit wordt ook wel passief transport genoemd. Natrium zit vooral aan de buitenkant, maar is vanwege deze
diffusie geneigd om via de poorten de cel in te gaan. Kalium zit vooral aan de binnenkant, maat is vanwege
deze diffusie geneigd om via de poorten de cel uit te gaan. Dit is dus het werk van de poorten.
- Dus als er tijdens het rustpotentiaal een relatief hoge concentratie kaliumionen is binnen de cel, hebben de
natriumionen de neiging om zich hierheen te verplaatsen (naar de binnenkant vd cel).
, Verplichte studievragen WG 3
2. Wat is craving?
- Verlangens (naar bepaalde middelen)
3. Wat doet cocaïne met de gevoeligheid van neuronen in de nucleus accumbens, in eerste instantie en in
tweede/ derde?
- Eerste minder gevoelig
- Tweede overdosis gebruiken waardoor het wel gevoelig is, maar alleen bij grote hoeveelheden
- Derde meer aandacht voor sensibiliseren (gevoelig maken)
4. Geef kort (1 zin per factor) weer hoe de volgende factoren verslaving in stand kunnen houden: tolerantie,
onthoudingsverschijnselen, stress, en verminderde gevoeligheid van de nucleus accumbens.Als de poorten
open staan, is er sprake van diffusie. Met diffusie wordt bedoeld dat deeltjes met een hoge concentratie uit
zichzelf de neiging hebben om zich te verplaatsen naar een lage concentratie en andersom. Dit wordt ook wel
passief transport genoemd. Natrium zit vooral aan de buitenkant, maar is vanwege deze diffusie geneigd om
via de poorten de cel in te gaan. Kalium zit vooral aan de binnenkant, maat is vanwege deze diffusie geneigd
om via de poorten de cel uit te gaan. Dit is dus het werk van de poorten.
- Tolerantie de effecten vd verslaving dalen meer gebruiken
- Onthoudingsverschijnselen ?
- Stress hij weet dat hij minder stress heeft na het gebruiken heeft bij stress
weer cravings
- Verminderde gevoeligheid het wordt selectief gevoelig de reactie op de verslavende activiteit
vd nucleus accumbens neemt toe reactie op andere versterkende activiteiten daalt de
persoon wil alleen nog maar de reactie op de drug bereiken
5. Met welke drug kun je beter onthoudingsverschijnselen bestrijden, disulfiram (Antabuse) of methadon? En via
wat voor mechanisme helpt de andere drug het gebruik van de drug te reduceren?
- Methadon
- Antabuse blokt het enzym dat acetaldehyde tot acetid en acid afbreekt mensen worden ziek als ze
alcohol drinken willen niets meer drinken
- Het is zelf ook een drug
- Het gaat langzaam en geleidelijk
1. Tijdens de rustpotentiaal is de binnenkant van het neuron relatief negatief geladen (of relatief minder
positief). Wat betekent dit voor de neiging tot verplaatsing van positieve deeltjes buiten en binnen de cel?
- Door diffusie zijn de positieve deeltjes geneigd om zich te verplaatsen naar een negatiever geladen deel. In
de rustfase, waarin de binnenkant van de cel relatief negatief geladen is en de buitenkant relatief positief,
zullen de positieve deeltjes aan de buitenkant van de cel geneigd zijn om zich te verplaatsen naar de
binnenkant van de cel. De positieve deeltjes die zich al aan de binnenkant bevinden, zullen daar ook willen
blijven omdat deze niet geneigd zullen zijn om zich te verplaatsen naar een positiever geladen deel.
2. Tijdens de rustpotentiaal is er een relatief hoge concentratie van Na+-ionen buiten de cel. Wat betekent dit
voor de neiging tot verplaatsing van Na+-ionen? Hoe zit dat in combinatie met wat in vraag 1.2.3 beschreven
wordt?
- Als de poorten open staan, is er sprake van diffusie. Met diffusie wordt bedoeld dat deeltjes met een hoge
concentratie uit zichzelf de neiging hebben om zich te verplaatsen naar een lage concentratie en andersom.
Dit wordt ook wel passief transport genoemd. Natrium zit vooral aan de buitenkant, maar is vanwege deze
diffusie geneigd om via de poorten de cel in te gaan. Kalium zit vooral aan de binnenkant, maar is vanwege
deze diffusie geneigd om via de poorten de cel uit te gaan. Dit is dus het werk van de poorten.
- Dus als er tijdens het rustpotentiaal een relatief hoge concentratie van nationen is buiten de cel, hebben
deze nationen de neiging om zich te verplaatsen naar de binnenkant vd cel.
3. Tijdens de rustpotentiaal is er een relatief hoge concentratie van K+-ionen binnen de cel. Wat betekent dit
voor de neiging tot verplaatsing van Na+-ionen? Hoe zit dat in combinatie met wat in vraag 1.2.3 beschreven
wordt?
- Als de poorten open staan, is er sprake van diffusie. Met diffusie wordt bedoeld dat deeltjes met een hoge
concentratie uit zichzelf de neiging hebben om zich te verplaatsen naar een lage concentratie en andersom.
Dit wordt ook wel passief transport genoemd. Natrium zit vooral aan de buitenkant, maar is vanwege deze
diffusie geneigd om via de poorten de cel in te gaan. Kalium zit vooral aan de binnenkant, maat is vanwege
deze diffusie geneigd om via de poorten de cel uit te gaan. Dit is dus het werk van de poorten.
- Dus als er tijdens het rustpotentiaal een relatief hoge concentratie kaliumionen is binnen de cel, hebben de
natriumionen de neiging om zich hierheen te verplaatsen (naar de binnenkant vd cel).
, Verplichte studievragen WG 3
2. Wat is craving?
- Verlangens (naar bepaalde middelen)
3. Wat doet cocaïne met de gevoeligheid van neuronen in de nucleus accumbens, in eerste instantie en in
tweede/ derde?
- Eerste minder gevoelig
- Tweede overdosis gebruiken waardoor het wel gevoelig is, maar alleen bij grote hoeveelheden
- Derde meer aandacht voor sensibiliseren (gevoelig maken)
4. Geef kort (1 zin per factor) weer hoe de volgende factoren verslaving in stand kunnen houden: tolerantie,
onthoudingsverschijnselen, stress, en verminderde gevoeligheid van de nucleus accumbens.Als de poorten
open staan, is er sprake van diffusie. Met diffusie wordt bedoeld dat deeltjes met een hoge concentratie uit
zichzelf de neiging hebben om zich te verplaatsen naar een lage concentratie en andersom. Dit wordt ook wel
passief transport genoemd. Natrium zit vooral aan de buitenkant, maar is vanwege deze diffusie geneigd om
via de poorten de cel in te gaan. Kalium zit vooral aan de binnenkant, maat is vanwege deze diffusie geneigd
om via de poorten de cel uit te gaan. Dit is dus het werk van de poorten.
- Tolerantie de effecten vd verslaving dalen meer gebruiken
- Onthoudingsverschijnselen ?
- Stress hij weet dat hij minder stress heeft na het gebruiken heeft bij stress
weer cravings
- Verminderde gevoeligheid het wordt selectief gevoelig de reactie op de verslavende activiteit
vd nucleus accumbens neemt toe reactie op andere versterkende activiteiten daalt de
persoon wil alleen nog maar de reactie op de drug bereiken
5. Met welke drug kun je beter onthoudingsverschijnselen bestrijden, disulfiram (Antabuse) of methadon? En via
wat voor mechanisme helpt de andere drug het gebruik van de drug te reduceren?
- Methadon
- Antabuse blokt het enzym dat acetaldehyde tot acetid en acid afbreekt mensen worden ziek als ze
alcohol drinken willen niets meer drinken
- Het is zelf ook een drug
- Het gaat langzaam en geleidelijk
