Totale samenvatting Public Management MET tentamenvragen - Boek, HC, Artikelen, (echte) tentamenvragen - NL's
89 views 3 purchases
Course
Public Management (S_PM)
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Book
Public Management
Zeer uitgebreide uitwerking/samenvatting van het vak Public Management. De gehele tentamenstof wordt besproken in het Nederlands. Bij ieder onderdeel zijn oude tt-vragen met antwoorden uitgetypt. Van ieder artikel is er een samenvatting en hoofdpunten uit het artikel worden geformuleerd. Alle Hoorc...
Begrippenlijst Public Management / NPM (uitgebreid!) - NL
Zeer complete samenvatting Public Management, leren is tentamen halen!
All for this textbook (7)
Written for
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Bestuurskunde pre-master
Public Management (S_PM)
All documents for this subject (6)
Seller
Follow
veva
Content preview
Samenvatting Public Management 2019 - Nederlands
Samenvatting Public Management 2019
Greener hoofdstuk 1
PEST frameworks; political, economical, social en technological frameworks zijn in transitie,
moeten veranderen door veranderingen in de samenleving. Organisaties worden complexer,
bevolking wordt klant, klanten worden veeleisender, er is geen extra geld om problemen op
te lossen. Vanuit overheid stimulatie marktwerking, competitie moet diensten verbeteren,
druk verhogen bij managers. Oplossing: plannen, top down management, betere
klantenservice.
Paradox: een contradictie in een probleem en oplossing, tegenstelling die niet verholpen kan
worden. PM is een puzzel, er moet met paradoxen gewerkt worden.
Als paradoxen wel getracht worden op te lossen ontstaan er 3 problemen:
1) Aanbevelingen die de uitdagingen van publieke managers versimpelen. Versimpelen
op basis van abstracte ideeën maar staat te ver van de praktijk af.
2) Het ‘oplossen’ van de ene paradox leidt tot ontstaan van een ander paradox
3) Publieke managers werken in een complexe omgeving dat geen simpele antwoorden
toelaat.
Er zijn 4 administratieve megatrends:
1) Pogingen om overheidsgroei tegen te gaan door uitgaven en onderbezetting
2) Verschuiving in richting van privatisering en quasi-privatisering, weg van
kernoverheidsinstellingen, nadruk op subsidiering en servicevoorziening
3) Ontwikkeling van automatisering, vooral in informatietechnologie van productie en
distributie van openbare diensten
4) Ontwikkeling van meer internationale agenda, meer richten op algemene problemen
van openbaar bestuur.
Hood vat samen dat er 7 doctrines (leerwegen) zijn binnen het NPM:
1) Macht voor de managers (controle in organisatie, verantwoordelijkheid voor acties)
2) Prestatietargets (definitie van doelen, succesindicatoren opstellen, duidelijk doel)
3) Focus op output (beloningen linken aan gemeten prestatie, resultaat gericht werken)
4) Kleinere organisaties (splitsen van eenheden in publieke sector)
5) Competentie (termijncontracten, rivaliteit)
6) Bedrijfsmatig denken (flexibiliteit, meer belonen, meer PR, gebruik private sector
management tools)
,Samenvatting Public Management 2019 - Nederlands
7) Budgetdiscipline (spaarzaamheid)
Bij ontstaan van NPM kwamen twee stromen samen:
- ‘New institutional economics’: betwistbaarheid, gebruikerskeuze, transparantie,
dichte concentratie op aansporingsstructuren.
- ‘Managerialisme’ in publieke sector: professioneel management, technische
expertise, free to manage.
Waarom hield NPM stand?
- ‘whim of fashion’, maar dan onduidelijk waarom lang standhield
- ‘cargo cult’, substantief succes (=cargo) kan verkregen worden door uitvoering
van rituelen, keert steeds terug
- ‘epoch-making attraction of opposites’, twee tegenovergestelde benaderingen
voor publieke administratie zijn in NPM gefuseerd
- Speciale condities rondom de vrede kort na de tweede wereldoorlog, oa
economische groei waardoor draagvlak ontstond
Kritiek op NPM:
- De oude zwakheden blijven bestaan, het is een hype
- Ineffectief in vermindering van kosten, beschadigd publieke diensten
- Selectief in voordelen, spoort niet het publieke goed aan
- Niet universeel, verschillende administratieve waarden
PM is balanceren tussen waarden
Er zijn volgens Hood drie soorten administratieve waarden bij public management:
Sigma waarden: doelen, doelmatig. Houd het mager en doelbewust.
Theta waarden: eerlijk, rechtvaardig, rechtsstatelijk.
Labda waarden: veerkracht. Hou het robust en veerkrachtig
Het is moeilijk drie waarden tegelijk tevreden te stellen. Er is wel mogelijkheid tot
overlapping.
Bij governance komen direct theta waarden in geding. Direct gevolgd door sigma en labda.
Artikel Brodkin (2006)
Korte Samenvatting:
Discretie + first reform wave (’60-’70), second reform wave (’80) en new wave (>1996)
Doel minder discretie, simpelere doelen, prestatiemeting en discretie managen, meer gebruik
marktwerking.
‘Bureaucratische discretie’ is een fundamenteel kenmerk van sociale voorzieningen, het
brengt voortdurende moeilijkheden voor management mee. Het is de ruimte die
ambtenaren hebben om eigen keuzes te maken binnen hun professie. Dit is het
‘bureaucratie probleem’.
Oud Public Management ging over controle, standaardisatie. Nieuw Public Management
gaat over regulatie, privatisering en decentralisatie. In oud PM kwam al bureaucratische
,Samenvatting Public Management 2019 - Nederlands
discretie voor en in NPM is dit net zo problematisch maar met nieuwe problemen en
gevolgen.
Bureaucratisch probleem is niet dat discretie bestaat maar dat bestuurders en
agentschappen er niet op kunnen vertrouwen dat het ‘juist’ gebruikt wordt. Beleid wordt
bepaald in de praktijk, daar ontstaan de formele regels. Street-level bureaucraten (leraren,
politie) brengen beleid naar het onderwerp. Beleidsmakers kunnen de acties niet reguleren
door traditionele hiërarchie maar stellen wel de regels op. Hierdoor zijn beleidsregels vaak
ambigu en onzeker.
Overheidsagentschappen zijn vaak het doel van publieke ontevredenheid. Ontevredenheid
over bureaucratie gaat samen met gebrek aan vertrouwen in overheid, eisen van reformatie,
bezuiniging, decentralisatie en privatisering.
Geschiedenis van management en reformatie in publiek welzijn:
Eerste golf (jaren ‘60-‘70, first reform wave): Politieke aanval tegen fraude, verspilling,
misbruik, luiheid en veeleisende, scheidsrechtelijke houding van caseworkers. Vooral het
versterken en opnieuw inrichten van hiërarchie en managementcontrole door het
standaardiseren van low-level praktijken en het verminderen van discretie. Een vorm om Old
PM te verbeteren, oa met nieuwe prestatie meettechnieken, gedetailleerde regels,
hiërarchie versterken.
Meer bureaucratische procedures zorgde ook voor meer fouten.
Tweede golf (jaren 80, second reform wave): 1) eisen van beleidsverandering die publiek
welzijn van kassteun benadrukt naar nadruk op zelf werken. 2) nieuwe beweging van
antipathie naar gecentraliseerde federale overheid en voor niet werkende armen.
Grote verantwoordelijkheid en managementcontrole voor sub-units van de overheid, hier
ontstaan de NPM-technieken. Nadruk ligt op werk, oa family support act: regulatie en
devolutie, plan om meer opleidingen, werk en sociale dienstverlening aan te bieden maar
door nadruk op kwantiteit en niet kwaliteit bij street-level bureaucraten werkte dit niet.
Dossierwerkers gelimiteerd door organisationele capaciteit.
New wave (1996): eisen meer regulatie, devolutie en werk-georiënteerd bestuur. Meer
praktijkmogelijkheden voor overheidsinstanties, meer financiële stimulering,
prestatiemetingen (performance measurement, zorgde juist voor meer discretie).
Oplossingen: simpel beleid, zodat discretie zou afnemen. Verbeteren van technieken om
discretie te managen zoals performance measurement, investeren in publieke instanties,
reorganiseren van welzijnsvoorzieningen. Privatisering werd aangemoedigd, contractering
(was geen oplossing voor discretie) moest ervoor zorgen dat gespecialiseerde bedrijven in
gebieden van welzijnsvoorzieningen kwamen die al lange tijd gedomineerd werden door
publieke democratieën. Overheidspenetratie in de burgerlijke samenleving is een serieus
probleem. Verzorgingsaanvragen daalden aanzienlijk. De vraag is wat dit betekend, is het
wel goed?
Nieuwe oplossing voor oude problemen?
, Samenvatting Public Management 2019 - Nederlands
Strategie 1: Beleidsontwerp; discretie minimaliseren met een formeel beleid dat simpel en
feitelijk is en ondersteund wordt door bestuurlijke techniek, sociale voordelen worden
makkelijk bereikbaar, simpeler en transparant als de sociaal politieke consensus sterk is.
Strategie 2: technieken voor managen van discretie in street-level agentschappen door
prestatiemetingen en andere NPM-technieken. Maar niet alles kan worden gemeten en het
geeft vaak een vertekend beeld.
Strategie 3: Erkennen van voorzieningen van sociale welvaart. Mogelijk met meer gebruik
van marktwerking mechanismen.
Tentamenvraag: 1
Volgens Lipsky, wiens werk uitvoerig door Brodkin wordt besproken, moeten
beleidsuitvoerders vaak ook al beleidsmakers opereren. Dit hangt primair samen met het
feit dat zij beschikken over:
a. Doorzettingsmacht
b. Politieke voorkeuren
c. Discretionele ruimte
d. Aanvullende probleemkennis
Artikel Centeno & Cohen (2012)
Korte Samenvatting:
Neoliberalisme zienswijzen: als
1) Economisch beleidsprogramma
2) Uitdrukking van politieke macht in crisisbeheersingsstrategie
3) Hegemonische ideologie (overheersende invloed)
Greenmans Put: rijken lenen geld voor schulden overheid
Rethoric of reaction: alleen richting marktwerking werken
Houdt stand door gebrek aan alternatief
Wat is Neoliberalisme? Het politieke stelsel dat zich instelde op het creëren van markten, of
het coördineren of ontmantelen ervan. Ontstaan post wereldoorlog 2.
Beleidsinterventies: herverdelen van belastingen, controles op internationale uitwisseling,
economische regulatie, publieke goederen en diensten voorzieningen, actief fiscaal beleid.
Mono-economisch beleid in economische activiteit, terwijl de regel van markten werd gezien
als overeenstemming met essentiële universele principes.
Drie verschillende zienswijzen om neoliberalisme te bekijken:
1. Technisch beleid over de beste manier om een economie te leiden.
2. Een geïnstitutionaliseerde ‘containment strategy’ (crisibeheersingsstrategie)
met politieke keuzes en macht.
3. Het opkomen van een hegemonische ideologie (overheersende invloed) of
manier van denken.
1 Antwoord tentamenvraag: c
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller veva. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R118,30. You're not tied to anything after your purchase.