100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting - Biotechnologie II

Rating
-
Sold
1
Pages
73
Uploaded on
07-06-2024
Written in
2023/2024

Het is een gedetailleerde samenvatting van alle hoofdstukken en slidesets in het vak biotechnologie II.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
June 7, 2024
Number of pages
73
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

Biotechnologie II, proteïnen
Nette De Visscher

Hoofdstuk 1, samenstelling en structuur van eiwitten
1.1. Samenstelling
Eiwitten: opgebouwd uit 1 of meerdere polypeptideketens
Polypeptide keten: opgebouwd uit maximum 20 verschillende L-aminozuren aan elkaar gemaakt aan
de hand van peptidebruggen
L-aminozuur= het optische isomeer van de natuurlijke aminozuren
Peptidebrug
 Reactie van de carboxylgroep van een aminozuur met de aminogroep van het 2e aminozuur
met afsplitsing van een H2O




Opbouw van een aminozuur:
- NH3+
- R-groep
- COO-
- CH
Op basis van de restgroep hebben we 3 klassen:
1) Aminozuren met een hydrofobe restgroep
 Restgroep is water afstotend




Proline= een atypisch aminozuur → de restgroep hangt aan de rest
2) Aminozuren met een basische of zure restgroep




1

, 3) Aminozuren met een hydrofiele maar niet geladen restgroep
 Restgroep is water aantrekkend




1.2. Structuur
1.2.1. Primaire structuur
= de aminozuursequentie van 1 of meerdere polypeptideketens
Consensusnotatie: Altijd van N naar C opgebouwd tot een aminozuur

1.2.2. Secundaire structuur
Wordt gevormd door de aanmaak van H-bruggen tussen de carboxyl- (CO) en de aminogroepen (NH)
van de peptidebinding
Soorten:
- α-helix
3,6 aminozuren per omwenteling
- β-vouwblad
Ontstaan door laterale interacties
o Komt vooral voor bij een hoog glycine gehalte
 Waterstof van het 5e aminozuur vormt een H-brug met de C=O
van het 1e aminozuur
Uitzondering: proline ontbreekt een aminogroep waardoor deze een H-
brug mist en dus geen secundaire structuur kan vormen
Voorkomen:
- Antiparallel




- Parallel




1.2.3. Tertiaire structuur
= de 3-dimensionale structuur van een polypeptide
 Komt door interacties tussen de R-groepen
H-bruggen, Intra moleculaire S-bruggen= sterkste (=covalente binding), hydrofobe interacties
➔ Een eiwit streeft naar de meest interactievolle omgeving

2

,  Combinatie van α-helix, β-vouwblad en nog meer onregelmatige gebieden
Dit komt door:
Verscheidenheid aan zijketens die elk streven naar de energetisch meest gunstige interactie
Hydrofobe interacties= aan de binnenkant
Hydrofiele interacties= aan de buitenkant




1.2.4. Quaternaire structuur
= gevormd door interacties die verschillende polypeptideketen(s) en een cofactor samenbrengt tot 1
functioneel eiwit
Bv. Hemoglobine
 Intermoleculaire zwavelbruggen




Structureel onderzoek
- Bio-informatica
Voorspellen van de structuur van een eiwit
- X-ray
Structuur bepaling van een aminozuur
- Wet lab
Is de functie van het eiwit veranderd of niet bij de verandering van structuur
Zelftoets
1. Waarom noemt men lysine een “basisch” aminozuur?
Omdat deze een aminogroep in zijn zijketen omvat. Deze aminogroep kan een proton
accepteren van een waterstof en kan een positieve lading krijgen. Zo kan deze met een zuur
gaan reageren.
2. Waarom noemt men isoleucine een hydrofoob aminozuur en wat betekent dit eigenlijk?
De zijketen van isoleucine bestaat een lange alifatische koolstofketen bestaande uit waterstof
en koolstof atomen. Deze groep is relatief niet polair en trekt dus geen wateratomen aan.
3. Waarom noemt men glutamine een hydrofiel aminozuur en wat betekent dit eigenlijk?
De zijketen van glutamine bestaat uit een amidegroep. Deze groep is relatief polair en kan
waterstofbruggen gaan aanmaken en is water aantrekkelijk.
4. Draagt een zwavelbrug tussen twee polypeptideketens bij tot de secundaire, tertiaire of
quaternaire structuur?
Tertiaire structuur




3

, Hoofdstuk 2, Eiwitsynthese
• Gebeurt ter hoogte van de ribosomen
• Stapsgewijze polymerisatie van L-aminozuren
• Begin: aminoterminus
• Einde: carboxylterminus
Centraal dogma:




2.1. De genetische code
 Universeel over alle organismen
Uitzondering: mitochondriën en chloroplasten zijn anders
mRNA= het RNA dat vertaald wordt in eiwit
→ Genetische informatie wordt gelezen in groepen van 3 nucleotiden

= codonwiel

64 mogelijke codons maar toch maar 20 AZ mogelijk?
 Voor verschillende AZ bestaan meer dan 1 codon
= Degeneratie

Binnenste wijst naar de 1e nucleotide aan de 5’ kant
Buitenste wijst naar het 3e nucleotide aan de 3’ kant




Nadelig effect van mutaties neutraliseren
- Op de 1e positie
Gelijkwaardig aminozuur ontstaat
- Pyrimidine 2e positie
Coderen hydrofobe aminozuren
- Purine 2e plaats
Coderen hydrofiele aminozuren

4
R181,91
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
nettedevisscher

Document also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
nettedevisscher Odisee Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
7
Member since
1 year
Number of followers
1
Documents
14
Last sold
6 months ago

0,0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can immediately select a different document that better matches what you need.

Pay how you prefer, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card or EFT and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions