BEDRIJFSKUNDE EN ICT
Samenvatting
Melda Bayram
,Inhoudsopgave
1. Lesweek 1, les 1...................................................................................................................2
2. lesweek 1, les 2...................................................................................................................8
3. Lesweek 2, les 1.................................................................................................................15
4. Lesweek 2, les 2.................................................................................................................17
5. Lesweek 3, les 1.................................................................................................................27
6. Lesweek 4..........................................................................................................................33
7. Lesweek 5..........................................................................................................................38
Blue Ocean Strategy..........................................................................................................39
Strategie-implementatie...................................................................................................41
1
,1. Lesweek 1, les 1
- Wat is een organisatie?
Een menselijke samenwerking die doelgericht en blijvend is. Hierbij horen vier kenmerken:
1. De menselijke factor;
De belangrijkste kenmerk. Zonder de mens bestaat een organisatie niet. Het is de mens die
de samenwerking tot stand heeft gebracht.
2. Een samenwerkingsvorm;
Synergie effect: Het resultaat van het totale samenwerkingsverband is groter dan een
optelling van de resultaten van de individuele prestaties.
3. Doelgerichtheid;
Een organisatie is altijd gericht op een doel.
4. Continuïteit;
Het blijvend karakter van een organisatie. In sommige situaties kan een organisatie worden
opgeheven als het doel dat een onderneming nastreeft, definitief is bereikt. De
organisatiekunde gaat meestal uit van de zogenaamde going-concerngedachte (men gaat bij
het nemen van managementbeslissingen uit van de continuïteit van de organisatie).
Syngerie effect: Het resultaat van het totale samenwerkingsverband is groter dan een optelling van
de resultaten van de individuele prestaties.
Interne hoofddoelstelling: Het voortbestaan van de organisatie.
Externe hoofddoelstelling: Het voorzien in een maatschappelijke behoefte.
- Gemeenschappelijke kenmerken van een organisatie
1. Machtsverdeling in lagen.
2. Geschoold personeel.
3. Formele communicatie, regelgeving en methoden.
4. Werkverdeling naar functie.
5. Omschreven doelstelling.
- Organisatie, bedrijf en onderneming
Bedrijf: Een organisatie die goederen en/of diensten voortbrengt met het doel deze op een
afzetmarkt te verkopen.
Er zijn ook bedrijven zonder winstoogmerk. Die streven naar levering van goederen en/of diensten
voor algemeen nut tegen de laagst mogelijke offers.
Bedrijven met winstoogmerk streven naar winst. Zij verkopen de producten voor een hoger bedrag
dan de productie kosten van het product.
Onderneming: Een bedrijf dat altijd gericht is op het maken van winst. Dus hetzelfde als een bedrijf
met winstoogmerk.
- Verschil tussen bedrijf en organisatie:
Een organisatie is alleen een bedrijf als zij goederen of diensten produceert.
- Het SDP-MODEL
Een aanbieder die handelt vanuit het marketingconcept neemt de wensen en gedragingen van
potentiële klanten als uitgangspunt voor zijn marketingbeleid: hij verdeelt de markt in segmenten
2
, (doelmarkten) al naar gelang zijn ervaringen en mogelijkheden. Dan ontbreekt nog een duidelijke
positionering: Hoe wil hij overkomen bij de doelmarkt, welke plaats wil hij innemen ten opzichte van
zijn concurrenten?
Segmentering Doelmarktbepaling positionering
1 Segmentatiecriteria 1 Criteria bepalen om aan- 1 Positionering opstellen
Bepalen en de markt trekkelijkheid van de voor iedere doelmarkt
Daadwerkelijk opdelen. Segmenten vast te stellen.
2 Segmenten kort typeren. 2 Segment(en) kiezen:
Doelmarkten.
- Het SDP-model uitgelegd
Stap 1: Segmentering
Segmenteren is het indelen van uw markt in afzonderlijke klantgroepen met verschillende behoeften,
kenmerken of gedragingen. Dit maakt het mogelijk uw marketingprogramma te focussen op
bepaalde segmenten, die vermoedelijk meer geïnteresseerd zijn in uw aanbod.
Twee basisprincipes van segmenteren:
1. De respons binnen het segment moet homogeen zijn; de behoeften aan en de reacties op uw
beleid van de personen of bedrijven binnen het segment lijken sterk op elkaar.
2. De respons tussen de segmenten moeten heterogeen zijn; de verschillen in behoeften of
reacties op uw beleid zijn duidelijk verschillend.
Segmenten moeten:
- Voldoende groot zijn.
- Stabiel zijn: omvang van het segment is niet op korte termijn aan verandering onderhevig.
- Identificeerbaar zijn: de mensen/bedrijven zijn aan te wijzen.
- Bewerkbaar zijn: mensen/bedrijven binnen dit segment zijn met behulp van de marketingmix
te bewerken.
Klassieke segmentatie:
De markt wordt opgedeeld in uiteenlopende karakteristieken of gedragingen van de afnemers. De
volgende criteria worden gebruikt bij klassieke segmentatie:
Modern segmenteren:
3
Samenvatting
Melda Bayram
,Inhoudsopgave
1. Lesweek 1, les 1...................................................................................................................2
2. lesweek 1, les 2...................................................................................................................8
3. Lesweek 2, les 1.................................................................................................................15
4. Lesweek 2, les 2.................................................................................................................17
5. Lesweek 3, les 1.................................................................................................................27
6. Lesweek 4..........................................................................................................................33
7. Lesweek 5..........................................................................................................................38
Blue Ocean Strategy..........................................................................................................39
Strategie-implementatie...................................................................................................41
1
,1. Lesweek 1, les 1
- Wat is een organisatie?
Een menselijke samenwerking die doelgericht en blijvend is. Hierbij horen vier kenmerken:
1. De menselijke factor;
De belangrijkste kenmerk. Zonder de mens bestaat een organisatie niet. Het is de mens die
de samenwerking tot stand heeft gebracht.
2. Een samenwerkingsvorm;
Synergie effect: Het resultaat van het totale samenwerkingsverband is groter dan een
optelling van de resultaten van de individuele prestaties.
3. Doelgerichtheid;
Een organisatie is altijd gericht op een doel.
4. Continuïteit;
Het blijvend karakter van een organisatie. In sommige situaties kan een organisatie worden
opgeheven als het doel dat een onderneming nastreeft, definitief is bereikt. De
organisatiekunde gaat meestal uit van de zogenaamde going-concerngedachte (men gaat bij
het nemen van managementbeslissingen uit van de continuïteit van de organisatie).
Syngerie effect: Het resultaat van het totale samenwerkingsverband is groter dan een optelling van
de resultaten van de individuele prestaties.
Interne hoofddoelstelling: Het voortbestaan van de organisatie.
Externe hoofddoelstelling: Het voorzien in een maatschappelijke behoefte.
- Gemeenschappelijke kenmerken van een organisatie
1. Machtsverdeling in lagen.
2. Geschoold personeel.
3. Formele communicatie, regelgeving en methoden.
4. Werkverdeling naar functie.
5. Omschreven doelstelling.
- Organisatie, bedrijf en onderneming
Bedrijf: Een organisatie die goederen en/of diensten voortbrengt met het doel deze op een
afzetmarkt te verkopen.
Er zijn ook bedrijven zonder winstoogmerk. Die streven naar levering van goederen en/of diensten
voor algemeen nut tegen de laagst mogelijke offers.
Bedrijven met winstoogmerk streven naar winst. Zij verkopen de producten voor een hoger bedrag
dan de productie kosten van het product.
Onderneming: Een bedrijf dat altijd gericht is op het maken van winst. Dus hetzelfde als een bedrijf
met winstoogmerk.
- Verschil tussen bedrijf en organisatie:
Een organisatie is alleen een bedrijf als zij goederen of diensten produceert.
- Het SDP-MODEL
Een aanbieder die handelt vanuit het marketingconcept neemt de wensen en gedragingen van
potentiële klanten als uitgangspunt voor zijn marketingbeleid: hij verdeelt de markt in segmenten
2
, (doelmarkten) al naar gelang zijn ervaringen en mogelijkheden. Dan ontbreekt nog een duidelijke
positionering: Hoe wil hij overkomen bij de doelmarkt, welke plaats wil hij innemen ten opzichte van
zijn concurrenten?
Segmentering Doelmarktbepaling positionering
1 Segmentatiecriteria 1 Criteria bepalen om aan- 1 Positionering opstellen
Bepalen en de markt trekkelijkheid van de voor iedere doelmarkt
Daadwerkelijk opdelen. Segmenten vast te stellen.
2 Segmenten kort typeren. 2 Segment(en) kiezen:
Doelmarkten.
- Het SDP-model uitgelegd
Stap 1: Segmentering
Segmenteren is het indelen van uw markt in afzonderlijke klantgroepen met verschillende behoeften,
kenmerken of gedragingen. Dit maakt het mogelijk uw marketingprogramma te focussen op
bepaalde segmenten, die vermoedelijk meer geïnteresseerd zijn in uw aanbod.
Twee basisprincipes van segmenteren:
1. De respons binnen het segment moet homogeen zijn; de behoeften aan en de reacties op uw
beleid van de personen of bedrijven binnen het segment lijken sterk op elkaar.
2. De respons tussen de segmenten moeten heterogeen zijn; de verschillen in behoeften of
reacties op uw beleid zijn duidelijk verschillend.
Segmenten moeten:
- Voldoende groot zijn.
- Stabiel zijn: omvang van het segment is niet op korte termijn aan verandering onderhevig.
- Identificeerbaar zijn: de mensen/bedrijven zijn aan te wijzen.
- Bewerkbaar zijn: mensen/bedrijven binnen dit segment zijn met behulp van de marketingmix
te bewerken.
Klassieke segmentatie:
De markt wordt opgedeeld in uiteenlopende karakteristieken of gedragingen van de afnemers. De
volgende criteria worden gebruikt bij klassieke segmentatie:
Modern segmenteren:
3
