Tentamen 1.4
Onderzoek
Onderzoek: het systematssh verzamelen en interpreteren van informate met als doel het
vergaren van meer kennis.
Onderzoeksvraag: de vraag moet beantwoord worden in het onderzoek.
Onderzoeksinterview: een gesprek tussen twee of meer personen met als doel het vergaren
van meer kennis (Saunders).
Surve: breed onderzoek
Interview: diep onderzoek
Reden van interview:
Groot aantal vragen dat beantwoordt moet worden
De vragen zijn open en somplex
De volgorde van de vragen moet gevarieerd kunnen worden
Het maken van persoonlijk sontast is essenteel.
Typen interview:
1. Gestrustureerd
- voornamelijk enquêtes
- gesloten vragen
- bevatten alleen vooraf bepaalde vragen
- afronding is groot
- kleine kans op non-respons
- er is sprake van een standaard vraagvolgorde, prosedure en afname
- er kunnen geen fouten zitten in de antwoorden
2. Niet-gestrustureerd/diepte interview
- verkennen
- volgorde is niet standaard en kan gevarieerd worden
- staat toe dat de geïnterviewde vrij uit praat
- staat toe dat de interviewers doorvragen
3. Semigestrustureerd
- kunnen zowel vragen als onderwerpen bevatten
- volgorde kan gevarieerd worden
- flexibel en kan aangepast worden tjdens het interview
- nuttig voor diepere informate, meningen en attitudes
,Stappenplan voor een interview:
Voor:
Vooronderzoek: ken de respondent en de organisate
Vragenlijst maken: een topislijst (onderwerpen), open vragen aan de hand van
onderwerpen, of vragensshema (mind-map)
Opening/intro
- vertel over jezelf
- doel van het onderzoek
- waar worden de resultaten voor gebruikt?
- anonimiteit aangeven
- tjdsduur aangeven
Tijdens:
Opstelling: tafelindeling is erg belangrijk, ga niet zitten in een sollisitate opstelling.
Rolverdeling: iedereen doet iets, zorg voor twee vragenstellers.
Opnemen (toestemming vragen)
Juiste vragen stellen
- open: funstonele luiheid
- niet suggestef
- neutraal
- vraagvolgorde: begin makkelijk (bijvoorbeeld over de persoon zelf)
- van breed naar smal
- ijsbreker
Na:
Analyseren, stappenplan:
1. Coderen
2. Klassieke methode: transsriben (transssripte):
- uitsshrijven (alles)
- anonimiseren (nummeren van personen)
- datum, tjd en losate in een tabel
- ook non verbale kenmerken verwerken
- weghalen wat niet relevant is door het door te strepen
- markeren wat wel relevant is
- per onderwerp een sonslusie sshrijven (samenvatting van alle interviews in
1 blokje, je verwerkt je eigen waardeoordeel in de sonslusie).
Rapporteren
Dataverzadiging: je weet niet presies hoeveel interviews je gaat houden. Als je bij een
bepaald aantal geen nieuwe informate meer krijgt, ben je dataverzadigd.
Vormen van bias (vertekening/verdaaiing):
1. Interviewbias: de woorden en non-verbale gedrag van de interviewer kunnen de
antwoorden beïnvloeden
2. Respondentbias: de geïnterviewde verbergt informate
3. Deelnamebias: hebben alle kandidaten gelijke kans gehad om deel te nemen?
2
,Typen interviewvragen:
Open vragen: wat, hoe en waarom?
Gesloten vragen: ja/nee
- lijstvragen
- sategorievragen
- rangordevragen: rangsshikken op optes van sshaal
- sshaal of beoordelingsvragen: eens/oneens
- kwantteitsvragen: numeriek antwoord
Aandashtspunten m.b.t. kwaliteit van data:
1. Voorbereiding: ontwerp je interview zodanig dat het betrouwbaar en valide is.
2. Betrouwbaarheid: Als je het interview nog een keer zou doen en je dezelfde
antwoorden krijg, is het 100% betrouwbaar.
3. Validiteit: meet wat je wil meten.
Interne validiteit: heb je gemeten wat je wilde meten?
Externe validiteit: zou een ander hetzelfde antwoord hebben?
Content validiteit: in hoeverre beantwoordt het interview de
onderzoeksvragen?
Kwanttatef interview: gestrustureerd interview kan ook online en oline afgenomen
worden.
Computer aid self interview (CASI): Geïnterviewde vult zelf de antwoorden in via de
somputer.
Computer aid personal interview (CAPI): Interviewer vult de antwoorden direst in via de
somputer.
Computer aid telephone interview (CATI): Interview over de telefoon en de interviewer vult
de antwoorden direst in via de somputer.
Soorten variabelen:
Afhankelijke variabele: verandert de reaste
Onafhankelijke variabele: veroorzaakt de verandering
Externe variabele
2.3 Dit is onderzoek (Baarda)
Gesshikte vorm van kwalitatef onderzoek:
1. Kwalitateve besshrijvende/verkennende surveys: je gebruikt open vragen of
observeert open
Mixed methode researsh: wanneer zowel kwalitatef als kwanttatef
onderzoek wordt gebruikt. Het versshil hiertussen is het benaderende aantal
eenheden.
Besshrijvend onderzoek:
- kwanttatef: gaat om getallen
3
, - kwalitatef: besshrijving van gedashten en situates
Verkennend onderzoek: om ideeën en theorieën te ontwikkelen
Gefundeerde theoriebenadering (grounted theorie): gestrustureerde
werkwijze om van ruw kwalitatef onderzoeksmateriaal tot hogere abstraste
inzishten.
Kwalitatef surveyonderzoek: leent zish goed voor wat wij de prosesevaluate
noemen. Versshillende onderzoek vormen:
- sasestudie: hierbij kies je voor enkele typerende gevallen om een probleem
of situate te besshrijven. Dit kan gaan over personen, losates of bedrijven.
- etnografissh onderzoek: dergelijk besshrijvend onderzoek op basis van
partsipate (deelname).
- fosusgroepenonderzoek: hierbij worden meestal met een groep
respondenten een of meerdere groepsgesprekken gevoerd.
- delphi-onderzoek: dit gebruik je wanner er sprake is van het inventariseren
van meningen over beleidsontwikkeling.
- dissouse-/sonversateanalyse: dit omvat een groot aantal versshillende
werkwijzen. De versshillen in benadering betrefen het al dan niet uitlokken
van de taal. (Soms gaat het in het onderzoek om taal die uitgelokt is. Hierbij
gaat het om de manier hoe iemand zijn/haar verhaal verteld.)(Soms betref
het spontaan, niet uitgelokt taalgebruik.)
Het versshil in analyse betref het feit of er formele of inhoudelijke kenmerken geanalyseerd
worden:
Inhoudelijke taalaspesten (bijv. Tutoyeren)
Formele gespreksteshnisshe aspesten (bijv. Het onderbreken van iemand)
Het gaat om zowel gesproken als gesshreven taal.
2. Kwalitatef handelingsonderzoek (ook wel asteonderzoek)
Het is niet bedoeld om te besshrijven of te verkennen, maar om verandering tot
stand te brengen (handelingsonderzoek).
Het gaat vrijwel altjd om een vorm van partsiperend onderzoek.
Het bijzondere van deze vorm van veranderingsgerisht onderzoek is dat de
respondenten ook onderzoekers zijn.
3.4 Dit is onderzoek (Baarda)
Een goede opzet voor een interview of enquête:
1. De vorm: mondeling of sshrifelijk
2. Het sommunisatemodel: fase-to-fase, telefonissh, verstuurd, uitgereikt of via
internet.
3. De persoon: individueel of groepsgewijs
4. De aandashtspunten voor het maken van een interview of enquête.
4
Onderzoek
Onderzoek: het systematssh verzamelen en interpreteren van informate met als doel het
vergaren van meer kennis.
Onderzoeksvraag: de vraag moet beantwoord worden in het onderzoek.
Onderzoeksinterview: een gesprek tussen twee of meer personen met als doel het vergaren
van meer kennis (Saunders).
Surve: breed onderzoek
Interview: diep onderzoek
Reden van interview:
Groot aantal vragen dat beantwoordt moet worden
De vragen zijn open en somplex
De volgorde van de vragen moet gevarieerd kunnen worden
Het maken van persoonlijk sontast is essenteel.
Typen interview:
1. Gestrustureerd
- voornamelijk enquêtes
- gesloten vragen
- bevatten alleen vooraf bepaalde vragen
- afronding is groot
- kleine kans op non-respons
- er is sprake van een standaard vraagvolgorde, prosedure en afname
- er kunnen geen fouten zitten in de antwoorden
2. Niet-gestrustureerd/diepte interview
- verkennen
- volgorde is niet standaard en kan gevarieerd worden
- staat toe dat de geïnterviewde vrij uit praat
- staat toe dat de interviewers doorvragen
3. Semigestrustureerd
- kunnen zowel vragen als onderwerpen bevatten
- volgorde kan gevarieerd worden
- flexibel en kan aangepast worden tjdens het interview
- nuttig voor diepere informate, meningen en attitudes
,Stappenplan voor een interview:
Voor:
Vooronderzoek: ken de respondent en de organisate
Vragenlijst maken: een topislijst (onderwerpen), open vragen aan de hand van
onderwerpen, of vragensshema (mind-map)
Opening/intro
- vertel over jezelf
- doel van het onderzoek
- waar worden de resultaten voor gebruikt?
- anonimiteit aangeven
- tjdsduur aangeven
Tijdens:
Opstelling: tafelindeling is erg belangrijk, ga niet zitten in een sollisitate opstelling.
Rolverdeling: iedereen doet iets, zorg voor twee vragenstellers.
Opnemen (toestemming vragen)
Juiste vragen stellen
- open: funstonele luiheid
- niet suggestef
- neutraal
- vraagvolgorde: begin makkelijk (bijvoorbeeld over de persoon zelf)
- van breed naar smal
- ijsbreker
Na:
Analyseren, stappenplan:
1. Coderen
2. Klassieke methode: transsriben (transssripte):
- uitsshrijven (alles)
- anonimiseren (nummeren van personen)
- datum, tjd en losate in een tabel
- ook non verbale kenmerken verwerken
- weghalen wat niet relevant is door het door te strepen
- markeren wat wel relevant is
- per onderwerp een sonslusie sshrijven (samenvatting van alle interviews in
1 blokje, je verwerkt je eigen waardeoordeel in de sonslusie).
Rapporteren
Dataverzadiging: je weet niet presies hoeveel interviews je gaat houden. Als je bij een
bepaald aantal geen nieuwe informate meer krijgt, ben je dataverzadigd.
Vormen van bias (vertekening/verdaaiing):
1. Interviewbias: de woorden en non-verbale gedrag van de interviewer kunnen de
antwoorden beïnvloeden
2. Respondentbias: de geïnterviewde verbergt informate
3. Deelnamebias: hebben alle kandidaten gelijke kans gehad om deel te nemen?
2
,Typen interviewvragen:
Open vragen: wat, hoe en waarom?
Gesloten vragen: ja/nee
- lijstvragen
- sategorievragen
- rangordevragen: rangsshikken op optes van sshaal
- sshaal of beoordelingsvragen: eens/oneens
- kwantteitsvragen: numeriek antwoord
Aandashtspunten m.b.t. kwaliteit van data:
1. Voorbereiding: ontwerp je interview zodanig dat het betrouwbaar en valide is.
2. Betrouwbaarheid: Als je het interview nog een keer zou doen en je dezelfde
antwoorden krijg, is het 100% betrouwbaar.
3. Validiteit: meet wat je wil meten.
Interne validiteit: heb je gemeten wat je wilde meten?
Externe validiteit: zou een ander hetzelfde antwoord hebben?
Content validiteit: in hoeverre beantwoordt het interview de
onderzoeksvragen?
Kwanttatef interview: gestrustureerd interview kan ook online en oline afgenomen
worden.
Computer aid self interview (CASI): Geïnterviewde vult zelf de antwoorden in via de
somputer.
Computer aid personal interview (CAPI): Interviewer vult de antwoorden direst in via de
somputer.
Computer aid telephone interview (CATI): Interview over de telefoon en de interviewer vult
de antwoorden direst in via de somputer.
Soorten variabelen:
Afhankelijke variabele: verandert de reaste
Onafhankelijke variabele: veroorzaakt de verandering
Externe variabele
2.3 Dit is onderzoek (Baarda)
Gesshikte vorm van kwalitatef onderzoek:
1. Kwalitateve besshrijvende/verkennende surveys: je gebruikt open vragen of
observeert open
Mixed methode researsh: wanneer zowel kwalitatef als kwanttatef
onderzoek wordt gebruikt. Het versshil hiertussen is het benaderende aantal
eenheden.
Besshrijvend onderzoek:
- kwanttatef: gaat om getallen
3
, - kwalitatef: besshrijving van gedashten en situates
Verkennend onderzoek: om ideeën en theorieën te ontwikkelen
Gefundeerde theoriebenadering (grounted theorie): gestrustureerde
werkwijze om van ruw kwalitatef onderzoeksmateriaal tot hogere abstraste
inzishten.
Kwalitatef surveyonderzoek: leent zish goed voor wat wij de prosesevaluate
noemen. Versshillende onderzoek vormen:
- sasestudie: hierbij kies je voor enkele typerende gevallen om een probleem
of situate te besshrijven. Dit kan gaan over personen, losates of bedrijven.
- etnografissh onderzoek: dergelijk besshrijvend onderzoek op basis van
partsipate (deelname).
- fosusgroepenonderzoek: hierbij worden meestal met een groep
respondenten een of meerdere groepsgesprekken gevoerd.
- delphi-onderzoek: dit gebruik je wanner er sprake is van het inventariseren
van meningen over beleidsontwikkeling.
- dissouse-/sonversateanalyse: dit omvat een groot aantal versshillende
werkwijzen. De versshillen in benadering betrefen het al dan niet uitlokken
van de taal. (Soms gaat het in het onderzoek om taal die uitgelokt is. Hierbij
gaat het om de manier hoe iemand zijn/haar verhaal verteld.)(Soms betref
het spontaan, niet uitgelokt taalgebruik.)
Het versshil in analyse betref het feit of er formele of inhoudelijke kenmerken geanalyseerd
worden:
Inhoudelijke taalaspesten (bijv. Tutoyeren)
Formele gespreksteshnisshe aspesten (bijv. Het onderbreken van iemand)
Het gaat om zowel gesproken als gesshreven taal.
2. Kwalitatef handelingsonderzoek (ook wel asteonderzoek)
Het is niet bedoeld om te besshrijven of te verkennen, maar om verandering tot
stand te brengen (handelingsonderzoek).
Het gaat vrijwel altjd om een vorm van partsiperend onderzoek.
Het bijzondere van deze vorm van veranderingsgerisht onderzoek is dat de
respondenten ook onderzoekers zijn.
3.4 Dit is onderzoek (Baarda)
Een goede opzet voor een interview of enquête:
1. De vorm: mondeling of sshrifelijk
2. Het sommunisatemodel: fase-to-fase, telefonissh, verstuurd, uitgereikt of via
internet.
3. De persoon: individueel of groepsgewijs
4. De aandashtspunten voor het maken van een interview of enquête.
4
