Cross cultural managament jaar 1 business studies
,Inhoud
Week 1...................................................................................................................................................2
Week 2...................................................................................................................................................4
Week 3...................................................................................................................................................6
Week 4...................................................................................................................................................7
Week 5...................................................................................................................................................9
Week 6...................................................................................................................................................9
Week 1
Cultuur met een grote C: cultuur van een land / beschaving
, Cultuur is aangeleerd
De persoonlijkheid van een individu bestaat uit een aangeboren en een aangeleerd gedeelte.
Cultuur volgens Hofstede: de collecteve en mentale programmering die de leden van een groep of
categorie mensen onderscheidt van die van andere.
Niveaus van mentale programmering
Menselijke natuur: universeel, aangeboren
Cultuur: specifek voor een groep, aangeleerd
Persoonlijkheid: individu, deels aangeboren/ deels aangeleerd
De ui van Hofstede
Cultuuruitngen van oppervlakkig naar diep
Symbolen: vlag, sport enz.
Helden: BN’ers, sporters enz.
Rituelen: feestdagen , vieringen enz.
Waarden: wat mag wel/niet, wat is goed/slecht
1. Natonale culturen
Groepen mensen de bij elkaar horen omdat ze in één land wonen
2. Sociale culturen
Verschillen tussen migranten / sociale klassen (geslacht, leefijd enz.) / ogenschijnlijk gelijke groepen
(scholen, verenigingen, bedrijven enz.)
Stereotypen: vooral gebaseerd op de kenmerken die anders zijn dan de eigen cultuur
Communicatemodel van Shannon en Weaver (1949)
Bron zender kanaal ontvanger bestemming
Fouten in het model:
Eenrichtngsverkeer
Context en situate bepalen hoe je communiceert
Communiceren gaat niet alleen door middel van woorden
Nieuw model door Targowksi en Bowman (1988):
1. Fysische link
Dit zijn de fysieke aspecten die worden gebruikt om de boodschap over te dragen. De zender
en ontvanger moeten contact hebben (face-to-face, Facebook, Whatsapp)
2. Systeemlink
Dit is de geschiktheid van het systeem om de boodschap over te brengen
3. Toehoorderslink
Hebben de zender en ontvanger de juiste opvatng over elkaar en komen ze over zoals zij
bedoelen?
,Inhoud
Week 1...................................................................................................................................................2
Week 2...................................................................................................................................................4
Week 3...................................................................................................................................................6
Week 4...................................................................................................................................................7
Week 5...................................................................................................................................................9
Week 6...................................................................................................................................................9
Week 1
Cultuur met een grote C: cultuur van een land / beschaving
, Cultuur is aangeleerd
De persoonlijkheid van een individu bestaat uit een aangeboren en een aangeleerd gedeelte.
Cultuur volgens Hofstede: de collecteve en mentale programmering die de leden van een groep of
categorie mensen onderscheidt van die van andere.
Niveaus van mentale programmering
Menselijke natuur: universeel, aangeboren
Cultuur: specifek voor een groep, aangeleerd
Persoonlijkheid: individu, deels aangeboren/ deels aangeleerd
De ui van Hofstede
Cultuuruitngen van oppervlakkig naar diep
Symbolen: vlag, sport enz.
Helden: BN’ers, sporters enz.
Rituelen: feestdagen , vieringen enz.
Waarden: wat mag wel/niet, wat is goed/slecht
1. Natonale culturen
Groepen mensen de bij elkaar horen omdat ze in één land wonen
2. Sociale culturen
Verschillen tussen migranten / sociale klassen (geslacht, leefijd enz.) / ogenschijnlijk gelijke groepen
(scholen, verenigingen, bedrijven enz.)
Stereotypen: vooral gebaseerd op de kenmerken die anders zijn dan de eigen cultuur
Communicatemodel van Shannon en Weaver (1949)
Bron zender kanaal ontvanger bestemming
Fouten in het model:
Eenrichtngsverkeer
Context en situate bepalen hoe je communiceert
Communiceren gaat niet alleen door middel van woorden
Nieuw model door Targowksi en Bowman (1988):
1. Fysische link
Dit zijn de fysieke aspecten die worden gebruikt om de boodschap over te dragen. De zender
en ontvanger moeten contact hebben (face-to-face, Facebook, Whatsapp)
2. Systeemlink
Dit is de geschiktheid van het systeem om de boodschap over te brengen
3. Toehoorderslink
Hebben de zender en ontvanger de juiste opvatng over elkaar en komen ze over zoals zij
bedoelen?