Het spierstelsel
1. Functies spierstelsels
Het spierstelsel bestaat uit circa 700 skeletspieren die de volgende functies hebben:
o Het skelet bewegen
o Handhaven van houding en lichaamspositie
o Ondersteunen van weke delen
o Openen en sluiten van in- en uitgangen
o Handhaven van de lichaamstemperatuur
2. Anatomische structuur van een skeletspier
De organisatie van een skeletspier
o Spiercel = vezel
-> omgeven door endomysium
o Fasciculus = bundel
-> omgeven door perimysium
o Musculus = spier
-> omgeven door epimysium
o Groep spieren
-> omgeven door fascia = vlies
o Endomysium bevat stamcellen,
collageen & elastisch bindweefsel
(zorg niet enkel voor soepel
geheel, maar stelt ons in staat om
onze spieren opnieuw in hun
oorspronkelijke vorm passief laten
werken), capillairen, exonen.
o Skeletspiervezel (cel)
- sarcolemma = soort van celmembraan rond de spiercel
- sarcoplasma = vulling van de spiercel (vergelijkbaar met cytoplasma)
- mitochondriën = hiermee zijn spiercellen gevuld
- endomysium = omhulsel rond 1 individuele spiervezel, hierin zitten:
> stamcellen: cellen die nog niet volgroeit zijn
> capillairen: haarvaten (kleinste varianten van bloedvaten) leunen aan tegen
spiercellen
- myoglobine = eiwit in de spiercel (kan net zoals hemoglobine O2 opnemen)
o Spierfasciculus (bundel vezels)
- perimysium = hetgeen dat rond verzameling ligt, hier liggen ook zenuwvezels verspreid
,o Skeletspier (orgaan)
- epimysium = orgaan is hierdoor omgeven
Verschil tussen Tendo en Aponeurose
o Tendo
= een pees: verbind spier met bot (botten zijn omgeven door periost)
-> collageen bindweefsel van endo-, peri-, epimysium verbonden met periost van bot
o Aponeurose
= een peesplaat: verbind 2 spieren met elkaar
-> is een peesplaat tussen twee spieren in
o Ligament (extra: weten, niet kennen)
≠ pees
= bindweefselband: band die voorkomt in gewrichten
-> bindweefselband die voorkomt in gewrichten, het voorkomt dat gewrichten (twee of
meer botten die tov elkaar kunnen bewegen) bewegingen maken die ze niet horen te
maken
Bezenuwing
Alle skeletspieren zijn willekeurige spieren omdat ze onder controle staan van onze wil, het
somatisch zenuwstelsel.
Sommige skeletspieren worden ook onbewust aangestuurd, dus buiten onze wil, het
autonoom zenuwstelsel.
3. Anatomische structuur van een skeletspiervezel
Organisatie van buiten naar binnen
o Sarcolemma = plasmamembraan van spiercel
o Sarcoplasma = cytoplasma van spiercel
o Transversale tubuli/T-tubuli = instulpingen van het sarcolemma naar binnen toe
- als tunnels doorheen een berg
- gevuld met extracellulaire vloeistof
- zorgen ervoor dat elektro-chemische impuls over sarcolemma alle plaatsen van cel +-
gelijktijdig bereikt
2
, Individuele spiervezel (spiercel)
Een individuele spiervezel is opgebouwd uit aan de buitenkant een sarcolemma. Dit
sarcolemma heeft instulpingen naar binnen en ontbindt zich in een buizenstructuur (geel).
Binnen de buizen bevinden zich envelop-elementen (sarcoplasmatisch reticulum). Deze
buizenstructuur zorgt voor spoeling doorheen de cel.
=> Dit is nodig om tot contractie te komen.
Myofibrillen
Cilindervormige verzamelingen van myofilamenten tussen beide uiteinden van een cel.
Myofilamenten zijn draadvormige elementen opgebouwd uit eiwitten actine en myosine.
Deze kunnen actief verkorten, dankzij verval van ATP tot ADP, waarbij energie vrijkomt en
waardoor de cel samentrekt.
Contractie: samentrekking van een spiercel, is het gevolg van de verplaatsing van de
actineeiwitten tov de myosineeiwitten
Myosine (blauw)
Myosine-eiwitten zijn met elkaar verbonden en vormen strengen. Deze eiwitten liggen
netjes op een rijtje en zijn onderling nog eens met elkaar verbonden. De batterij van
myosine blijft altijd op dezelfde plek. Myosine is het vertrekpunt.
3
1. Functies spierstelsels
Het spierstelsel bestaat uit circa 700 skeletspieren die de volgende functies hebben:
o Het skelet bewegen
o Handhaven van houding en lichaamspositie
o Ondersteunen van weke delen
o Openen en sluiten van in- en uitgangen
o Handhaven van de lichaamstemperatuur
2. Anatomische structuur van een skeletspier
De organisatie van een skeletspier
o Spiercel = vezel
-> omgeven door endomysium
o Fasciculus = bundel
-> omgeven door perimysium
o Musculus = spier
-> omgeven door epimysium
o Groep spieren
-> omgeven door fascia = vlies
o Endomysium bevat stamcellen,
collageen & elastisch bindweefsel
(zorg niet enkel voor soepel
geheel, maar stelt ons in staat om
onze spieren opnieuw in hun
oorspronkelijke vorm passief laten
werken), capillairen, exonen.
o Skeletspiervezel (cel)
- sarcolemma = soort van celmembraan rond de spiercel
- sarcoplasma = vulling van de spiercel (vergelijkbaar met cytoplasma)
- mitochondriën = hiermee zijn spiercellen gevuld
- endomysium = omhulsel rond 1 individuele spiervezel, hierin zitten:
> stamcellen: cellen die nog niet volgroeit zijn
> capillairen: haarvaten (kleinste varianten van bloedvaten) leunen aan tegen
spiercellen
- myoglobine = eiwit in de spiercel (kan net zoals hemoglobine O2 opnemen)
o Spierfasciculus (bundel vezels)
- perimysium = hetgeen dat rond verzameling ligt, hier liggen ook zenuwvezels verspreid
,o Skeletspier (orgaan)
- epimysium = orgaan is hierdoor omgeven
Verschil tussen Tendo en Aponeurose
o Tendo
= een pees: verbind spier met bot (botten zijn omgeven door periost)
-> collageen bindweefsel van endo-, peri-, epimysium verbonden met periost van bot
o Aponeurose
= een peesplaat: verbind 2 spieren met elkaar
-> is een peesplaat tussen twee spieren in
o Ligament (extra: weten, niet kennen)
≠ pees
= bindweefselband: band die voorkomt in gewrichten
-> bindweefselband die voorkomt in gewrichten, het voorkomt dat gewrichten (twee of
meer botten die tov elkaar kunnen bewegen) bewegingen maken die ze niet horen te
maken
Bezenuwing
Alle skeletspieren zijn willekeurige spieren omdat ze onder controle staan van onze wil, het
somatisch zenuwstelsel.
Sommige skeletspieren worden ook onbewust aangestuurd, dus buiten onze wil, het
autonoom zenuwstelsel.
3. Anatomische structuur van een skeletspiervezel
Organisatie van buiten naar binnen
o Sarcolemma = plasmamembraan van spiercel
o Sarcoplasma = cytoplasma van spiercel
o Transversale tubuli/T-tubuli = instulpingen van het sarcolemma naar binnen toe
- als tunnels doorheen een berg
- gevuld met extracellulaire vloeistof
- zorgen ervoor dat elektro-chemische impuls over sarcolemma alle plaatsen van cel +-
gelijktijdig bereikt
2
, Individuele spiervezel (spiercel)
Een individuele spiervezel is opgebouwd uit aan de buitenkant een sarcolemma. Dit
sarcolemma heeft instulpingen naar binnen en ontbindt zich in een buizenstructuur (geel).
Binnen de buizen bevinden zich envelop-elementen (sarcoplasmatisch reticulum). Deze
buizenstructuur zorgt voor spoeling doorheen de cel.
=> Dit is nodig om tot contractie te komen.
Myofibrillen
Cilindervormige verzamelingen van myofilamenten tussen beide uiteinden van een cel.
Myofilamenten zijn draadvormige elementen opgebouwd uit eiwitten actine en myosine.
Deze kunnen actief verkorten, dankzij verval van ATP tot ADP, waarbij energie vrijkomt en
waardoor de cel samentrekt.
Contractie: samentrekking van een spiercel, is het gevolg van de verplaatsing van de
actineeiwitten tov de myosineeiwitten
Myosine (blauw)
Myosine-eiwitten zijn met elkaar verbonden en vormen strengen. Deze eiwitten liggen
netjes op een rijtje en zijn onderling nog eens met elkaar verbonden. De batterij van
myosine blijft altijd op dezelfde plek. Myosine is het vertrekpunt.
3