100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Class notes

Samenvatting ONVA3

Rating
-
Sold
-
Pages
8
Uploaded on
10-01-2024
Written in
2023/2024

In dit document staat alles wat je moet weten voor het tentamen van ONVA3, incl. de informatie van ONVA uit jaar 1.

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
January 10, 2024
Number of pages
8
Written in
2023/2024
Type
Class notes
Professor(s)
Herman jager
Contains
All classes

Subjects

Content preview

ONVA 1
Basisbegrippen
Kwalitatief: variabele uitgedrukt als begrip (geslacht)
Kwantitatief: variabele uitgedrukt in getallen (leeftijd, lengte)

Discrete variabele: kan alleen maar een bepaalde waarde aannemen zonder de tussenliggende
waardes (bijvoorbeeld aantal logopedisten in Nederland)
Continue variabele: kan wel tussenliggende waardes aannemen (bijvoorbeeld leeftijd)

Fundamenteel (of wetenschappelijk) versus praktijkgericht onderzoek
Fundamenteel of praktijkgericht onderzoek verschilt niet wezenlijk van elkaar. Het verschil zit in de
vraag die ze behandelen. Fundamenteel of wetenschappelijk onderzoek is vooral gericht op nieuwe
theorievorming om de aard van dingen te kunnen doorgronden. Praktijkgericht onderzoek haalt zijn
vragen uit de beroepspraktijk en is in de beantwoording van deze vragen ook gericht op het kunnen
bijdragen aan deze beroepspraktijk.

Kwalitatief versus kwantitatief onderzoek
Het verschil in kwantitatief en kwalitatief onderzoek heeft meer te maken met de manier waarop je
je gegevens verzamelt. Bij kwalitatief zijn die gegevens open en niet goed te vangen in getallen:
bijvoorbeeld uitwerkingen van interviews. Bij kwantitatief onderzoek maakt met juist vaak gebruik
van het samenvatten van de gegevens in getallen en grafieken of figuren. Deze andere manier van
gegevensverzameling komt vaak voort uit een andere interesse: bij kwalitatief onderzoek is men vaak
benieuwd naar de beleving van de deelnemers aan het onderzoek. Bij kwantitatief onderzoek wil
men vaak hypothesen toetsen met behulp van getalsmatige gegevens.

In onderzoek wordt vaak gebruik gemaakt van beschrijvende statistiek. Hierbij wordt vaak aan de
hand van getallen en grafieken en figuren een probleem in kaart te gebracht. Hoe groot is het
probleem, waar bestaat het uit, enz. Ook in kwalitatief onderzoek gebruikt men vaak eerst wat
beschrijvende statistiek om de onderzochte groep te beschrijven. Als men vooraf gestelde
hypothesen wil toetsen spreekt men van toetsende statistiek. Dit vindt doorgaans echt alléén in
kwantitatief onderzoek plaats.

Meetniveaus
1. Nominaal: categorieën met een bepaalde naam (geslacht)
2. Ordinaal: geordende categorieën; je kan ze van laag naar hoog zetten (bijvoorbeeld
zwemdiploma’s, deze zijn niet even breed want je doet vaak langer over A dan over B)
3. Interval: waardes zijn even breed en sluiten direct op elkaar aan (rapportcijfers; de waarde
‘1’ en ‘2’ zijn even breed)
4. Ratio: hetzelfde als interval maar dan met een natuurlijk nulpunt (leeftijd, je kan niet -2 jaar
zijn)

Centrummaten
Modus: wat het vaakst voorkomt
Mediaan: de middelste waarde
Gemiddelde: deel : geheel

Wanneer gebruik je welke centrummaat?
- Nominale variabelen  modus
- Ordinale variabelen  modus en mediaan

, - Interval of ratiovariabele (= scale)  modus, mediaan, gemiddelde

Spreidingsmaten
- Range: het verschil tussen de hoogste en de laagste waarde van een geordende reeks
(maximum – minimum = range)
- Standaarddeviatie (sd): mate van spreiding in bepaalde data (alleen bij scale)

Wanneer gebruik je welke spreidingsmaat?
- Ordinale variabelen  range
- Interval of ratiovariabele (= scale)  range en standaarddeviatie

Grafische voorstelling
Welke grafische voorstelling gebruik je bij welk soort gegevens?
- Nominaal: staafdiagram (staven staan los van elkaar),
taartdiagram
- Ordinaal: boxplot, staafdiagram en taartdiagram
- Scale: histogram (staven aan elkaar vast), boxplot,
staafdiagram en taartdiagram

Frequentietabellen en kruistabellen
Frequentietabel: tabel waarin wordt aangegeven hoe vaak een categorie voorkomt
Kruistabel: een frequentieverdeling van twee kenmerken tegelijk (kolommen en rijen)

Normaliteit, scheefheid en het gebruik van het gemiddelde
Normaalverdeling




Scheve verdeling (rechts)




Het gemiddelde mag alleen gebruikt worden als de data normaal verdeeld is. Hoe check je dit?
1. Histogram
2. Toets (Kolmogorov-Smirnov): is normaal verdeeld als p > 0.05
3. Mean (= gemiddelde) en median (= mediaan) in SPSS ongeveer gelijk
4. Vergelijk mean en standaarddeviatie (sd), deze laatste mag niet groter zijn dan een ½ mean

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
harmasteenhuis Hanzehogeschool Groningen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
74
Member since
8 year
Number of followers
56
Documents
31
Last sold
1 year ago

4,1

12 reviews

5
4
4
5
3
3
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can immediately select a different document that better matches what you need.

Pay how you prefer, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card or EFT and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions