Goddienst hindoeïsme havo 4
- 1.1 het ritme van het leven
Sanatana dharma = eeuwige orde.
Hindoeïsme is niet ontstaan door een persoon maar zelf uit de natuur gekomen.
- 1.2 hindoeïsme en het kastenstelsel
Het kastenstelsel is begonnen uit de eerste mens op aarde. Daar kwamen in 4 delen andere mensen
uit.
• Uit hoofd = Brahmanen zij moeten de heilige geschriften verkondigen (priesters).
• Uit de armen = Ksatria’s zij moeten strijden en de andere beschermen (militairen en bestuurders).
• Uit de buik = Vaisja’s zij moeten voedsel verbouwen (boeren en handelaren).
• Uit de benen = Sjoedra’s zij moeten anderen dienen (arbeiders en bedienden).
De mensen die buiten de kasten vallen zijn dalits
Reinheid = heeft niet te maken met de schoonheid maar met rituele reinheid. Die bepalen ook welke
rituelen iemand mag uitvoeren.
-2.1 reïncarnatie en verlossing
Het hindoeïsme kent een wedergeboorte dat betekend dat de atman (ziel) weer terug komt. Als je
terug komt kan je het beter of slechter krijgen dat ligt aan je karma in je vorige leven.
De kringloop van het leven noem je samsara. Je wilt daar uit en naar het brahman. Die verlossing
noem je moksha.
-2.2 Het goddelijke en de goden
Brahma = de schepper (vrouw = Saravati).
Vishnu = de beschermer (vrouw = Lakshmi).
Shiva = de vernietiger (vrouw = Parvati).
Ze vormen samen de trimurti.
Hanuman = heeft een mensenlichaam met een apenhoofd. Komt voor in de ramayan helpt Rama om
Sita te reden.
Krishna = de 8ste incarnatie van Vishnu.
GODDIENST HINDOEÏSME HAVO 4 ALISHA ADITI MOHAN
- 1.1 het ritme van het leven
Sanatana dharma = eeuwige orde.
Hindoeïsme is niet ontstaan door een persoon maar zelf uit de natuur gekomen.
- 1.2 hindoeïsme en het kastenstelsel
Het kastenstelsel is begonnen uit de eerste mens op aarde. Daar kwamen in 4 delen andere mensen
uit.
• Uit hoofd = Brahmanen zij moeten de heilige geschriften verkondigen (priesters).
• Uit de armen = Ksatria’s zij moeten strijden en de andere beschermen (militairen en bestuurders).
• Uit de buik = Vaisja’s zij moeten voedsel verbouwen (boeren en handelaren).
• Uit de benen = Sjoedra’s zij moeten anderen dienen (arbeiders en bedienden).
De mensen die buiten de kasten vallen zijn dalits
Reinheid = heeft niet te maken met de schoonheid maar met rituele reinheid. Die bepalen ook welke
rituelen iemand mag uitvoeren.
-2.1 reïncarnatie en verlossing
Het hindoeïsme kent een wedergeboorte dat betekend dat de atman (ziel) weer terug komt. Als je
terug komt kan je het beter of slechter krijgen dat ligt aan je karma in je vorige leven.
De kringloop van het leven noem je samsara. Je wilt daar uit en naar het brahman. Die verlossing
noem je moksha.
-2.2 Het goddelijke en de goden
Brahma = de schepper (vrouw = Saravati).
Vishnu = de beschermer (vrouw = Lakshmi).
Shiva = de vernietiger (vrouw = Parvati).
Ze vormen samen de trimurti.
Hanuman = heeft een mensenlichaam met een apenhoofd. Komt voor in de ramayan helpt Rama om
Sita te reden.
Krishna = de 8ste incarnatie van Vishnu.
GODDIENST HINDOEÏSME HAVO 4 ALISHA ADITI MOHAN