Inleiding
Atletiek als topsport= productgericht (ultieme resultaat)
Atletiek in onderwijs= procesgericht (meting objectief, maar wel gerelateerd aan
mogelijkheden, omstandigheden en ontwikkeling)
Betekenisgebieden/leerlijnen: werpen, springen en lopen.
Methodische volgorde van aanbieden van atletiek activiteiten:
1. 1ste serie van leervoorstellen
a) Oriëntatie op organisatie en accommodatie.
b) Hantering en introductie in bewegingsprobleem.
2. 2de serie van leervoorstellen
(onder relatief laag tempo) gunstigere richting
3. 3de serie van leervoorstellen
Hoger tempo (Bijv.: eerst afwerptempo door heup uitdraaien, daarna aanlooptempo
door anderhalve draai)
4. 4de serie van leervoorstellen
Uitkomen op de.. afzetten voor de.. (optimaal)
WERPEN
Inleiding
Het gaat om het eindresultaat; afstand en hoogte.
Bij het mikken, 2 problemen: richting + tempo (bij afstand)
Wijzen van afstandswerpen: stoten, slingeren, werpen(bovenhandse steekworp), rollen
Bij zwaarder voorwerp meer stoten/slingeren.
Behalve bij rollen, schuin omhoog werpen: hoog afwerptempo + moment.
Bij het gebruik van andere materialen heeft een aanloop minder zin/effect.
Veiligheid = altijd een vereiste!
Methodische volgorde van werken:
1. Greep uitleggen en in een eenvoudige richting werpen.
2. Meer afstand, schuin omhoog werpen vanuit korte verplaatsing.
3. Rustige verplaatsing, vervolgens hoog afwerptempo (eind eerste les)
4. Herhaling 1,2,3 gedurende enkele lessen.
5. Geleidelijke verhoging aanlooptempo. (diverse lessen)
6. Uitzetten van de aanloop met oog op geldig werpen (extra oefentijd)
Kernthema’s: aanlooptempo, afwerptempo, afwerprichting, afwerpmoment.
Raken van het voorwerp:
- Werprichting en kracht treffen het voorwerp.
- Verkeerde worpen: werprichtingen speerrichting vallen niet samen (voorover of achterover
slaan van de speer) steiler/vlakker werpen.
Afwerphoek:
- Pas tips hierop geven wanneer werprichting klopt! Tips met landschappelijke aanwijzingen.
- 40 graden kogelstoten, 35 graden discuswerpen en speerwerpen.
- Afstand zichtbaar maken: stimuleert deelname en motivatie.
Bovenhands werpen BO/VO
Uitbouwmogelijkheden: werpwijze voorschrijven of met aanloop werpen of van te voren
raden hoeveel je als groepje gaat halen.