100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Class notes

Sportkunde, lgf, samenvatting hoorcolleges

Rating
-
Sold
1
Pages
31
Uploaded on
14-08-2023
Written in
2022/2023

Ben jij een eerste jaars Sportkunde student in Nijmegen of op een andere faculteit dan kan deze samenvatting je misschien een handje helpen. Het document bestaat uit een samenvatting van alle hoorcolleges voor het vak leefstijl, gezondheid en & fysiologie. Een vak wat vaak niet als lastig wordt ervaren, maar waar wel veel tijd in gaat zitten. Om je een handje te helpen, heb ik mijn samenvatting gedeeld die ervoor heeft gezorgd dat ik dit vak heb gehaald.

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
August 14, 2023
Number of pages
31
Written in
2022/2023
Type
Class notes
Professor(s)
Fleur de klijn
Contains
All classes

Subjects

Content preview

Samenvatting LGF
Alle stof
Wat is gezondheid?
WHO zegt: “dat het een status is van compleet fysiek, mentaal en sociaal wel bevinden en niet alleen de
afwezigheid van ziekte of gebreken.”
 Deze definitie is niet sterk genoeg, want bijna niemand is volledig fysiek, mentaal en sociaal gezond.

Fysiek -> Alles wat met het lichaam te maken heeft.
Sociaal -> Kun jij je sociale rollen die bij jou horen uitvoeren? Naar school gaan, leren voor een tentamen, maar
ook of je in staat bent om naar je werk te gaan.
Mentaal -> Zit je lekker in je vel? Zijn er nog dingen die je dwars zitten?
 Deze 3 onderdelen staan met elkaar in verband

Gezondheidsdeterminanten = Factoren die invloed hebben op jouw gezondheid.
 Toegankelijkheid en kwaliteit van medische zorg, voeding, bewegen, inkomen, fysieke omgeving
(lampen bijvoorbeeld), politieke omgeving en menselijke relaties.
 Wordt ook wel uitgedrukt in Qaly.
 Quality Adjusted Life Years = kwaliteit van leven

Model van Lalonde




Gezondheid –> Welke determinanten hebben invloed op onze gezondheid, bijvoorbeeld overgewicht.
Biologische factoren –> Heb je diabetes? Zijn er gedurende je leven blessures of ziekten bijgekomen.
Omgeving:
 Fysieke omgeving -> Woon je in een veilige wijk met genoeg speel mogelijkheden? Of woon je 3 hoog
in een flat zonder tuin? Station Nijmegen biedt veel mogelijkheden aan om iets lekkers te halen.
 Sociale omgeving –> Stimuleren je ouders je om te gaan sporten? Sporten ze zelf ook? Of laten ze je
ongezond gedrag zien?
Leefstijl -> Hoe vaak in de week sport je? Wat eet je? Beschik je over de juiste kennis voor het uitvoeren van
een gezonde levensstijl?
Zorgvoorzieningen –> Zijn de voorzieningen toegankelijk. Hier in Nederland gelukkig wel.

Elk onderdeel staat met elkaar in verbinding.
 Het grootste effect op de gezondheid hebben leefstijl en gedrag.

,Bravo factoren –> Factoren die samen ons leefstijl gedrag bepalen.
 B -> bewegen
 R -> roken
 A -> alcohol en drugsgebruik
 V -> voeding
 O -> ontspanning
Bij elk onderdeel heb je normwaarden/referentiewaarden.
 Hoeveel moet ik nou eigenlijk bewegen? Wat verstaan we onder gezonde voeding?

Wat is ontspanning?
Iedereen ontspant op zijn eigen manier. De één gaat sporten en de ander gaat slapen.

Het is belangrijk om te kijken wat iemand zijn belastbaarheid is, dus wat kan iemand aan en wat is de belasting.
Met belasting wordt bedoeld, de druk die opgelegd wordt.
 Deze 2 dingen moeten in evenwicht zijn, is dat niet het geval dan is er sprake van verveling of
overbelasting.
Belasting en belastbaarheid kan zijn op fysiek vlak, maar ook op sociaal en mentaal vlak.

Model van positieve gezondheid van Huber




Lichaamsfuncties -> Je gezond voelen, fitheid, klachten en pijn, slapen, eten, conditie en bewegen.
Mentaal welbevinden -> Onthouden, concentreren, communiceren, vrolijk zijn, jezelf accepteren, omgaan met
verandering en gevoel van controle.
Zingeving -> Zinvol leven, levenslust, idealen willen bereiken, vertrouwen hebben, accepteren, dankbaarheid en
blijven leren.
Kwaliteit van leven -> Genieten, gelukkig zijn, lekker in je vel zitten, balans, je veilig voelen, rondkomen met je
geld en hoe je woont.
Meedoen -> Sociale contacten, serieus genomen worden, samen leuke dingen doen, steun van anderen, erbij
horen, zinvolle dingen doen en interesse in de maatschappij.
Dagelijks functioneren -> Zorgen voor jezelf, je grenzen kennen, kennis van gezondheid, omgaan met tijd,
omgaan met geld, kunnen werken en hulp kunnen vragen.

,Samenvattend
Gezondheid
 Gezondheid kan fysiek, sociaal en mentaal zijn.
 Het is een wisselwerking tussen endogene en exogene factoren. Wat gebeurt er in je omgeving en wat
komt er vanuit jezelf.
 Het verandert ook met de tijd.
 Objectief en subjectief. Een arts kan je vertellen dat je been gebroken is (objectief). Je kunt je gezond
voelen, maar dat verschilt per dag (subjectief). Hoe Nederland naar gezondheid kijkt verandert ook
met de tijd.

Antropometrie -> meten van lichaamsmaten.
Ergometrie -> houding en beweging

Beweegnormen voor volwassenen
 150 minuten matig intensieve inspanning verspreid over diverse dagen.
 Spier- en botversterkende activiteiten minimaal 2x per week.
 En voorkom veel stilzitten.

Beweegnormen voor kinderen
 Minimaal 1 uur per dag matig intensieve inspanning.
 Spier- en botversterkende activiteiten minimaal 3x per week.
 En voorkom veel stilzitten.




Normwaarden
De normwaarden voor drugs, alcohol en roken zijn nul.
 Hoe schadelijk een drug kan zijn hangt af van het type drug.

Obesitas -> ziekelijk overgewicht, zoveel overgewicht hebben dat je langzaam ziek aan het worden bent.
 Ruim de helft van de volwassen bevolking heeft overgewicht.
 Waarvan 11% mannelijk obesitas en 12% vrouwelijk obesitas.

Effecten van overgewicht
 Hart- en vaatziekten neemt toe
 Suikerziekte type2
 Gewrichtsslijtage
 Hoge bloeddruk
 Overgewicht heeft geen effect op mentale gezondheid, maar obesitas wel.

Obesogene omgeving -> omgeving dwingt je om dikker te worden.
 Tegenwoordig is erop iedere hoek van de straat eten te koop.
 Ook zijn er meer mogelijkheden om niet te hoeven lopen of fietsen.




Voedingsnormen

,  Groente en fruit -> 250 gram groenten en 2 stuks fruit per dag.
 Vooral volkoren -> brood, rijst, pasta
 Meer plantaardig en minder vlees
 Zachte en vloeibare vetten
 Dorstlessers zonder suiker

Wat heb je nodig?
Macronutriënten -> koolhydraten, vetten en eiwitten
Micronutriënten -> vitaminen, mineralen, vezels en vocht
 Veel vitamines die in vet oplosbaar zijn (B vitamines), heb je vaker een gebrek aan als je plantaardig
eet.
 Te veel hiervan kan heel schadelijk zijn voor je zenuwstelsel.
 Vitamines die in wateroplosbaar zijn, kun je nooit te veel van krijgen dat plas je namelijk uit (vitamine
C).

Vezels zijn belangrijk voor de darmwerking.
 Vezels vormen een kluwen wat zorgt ervoor dat je eetlust afneemt.

Koolhydraten -> zetmeel, suiker, glycogeen, glucose, fructose, druivensuiker, maltose, lactose.
 Ook wel sachariden genoemd.

Monosachariden -> enkelvoudig koolhydraat
Disachariden -> 2 sachariden, bijvoorbeeld sucrose, maltose en lactose
Polysachariden -> meerdere sachariden, zoals glycogeen/zetmeel.
Verzadigde vetzuren -> zijn bij kamertemperatuur vast.
Onverzadigde vetzuren -> zijn bij kamertemperatuur vloeibaar

Hoe een spier is opgebouwd?
Een spier zit vast aan een bot, daartussen ligt de pees.
Pees -> overgang tussen de spier en het bot.
 Wit van kleur, want de pees is niet goed doorbloed in vergelijking met een spier.
 Wanneer je een pees scheurt moet hij vrijwel altijd doormiddel van een operatie vastgemaakt worden.
 De kans dat een pees scheurt is heel klein.

Er zijn 3 soorten spierweefsel:
 Dwarsgestreept spierweefsel -> skeletspieren, deze spieren zitten aan 2 kanten van een bot vast,
bijvoorbeeld de biceps en de quadriceps femoris.
 Je bepaalt zelf of je deze spieren gebruikt.
 Glad spierweefsel -> bevindt zich in het darmstelsel, de maag, maar ook in alle slagaders.
 Niet onder invloed van je wil, want je kunt niet zomaar je blindedarm aanspannen.
 Hartspierweefsel -> kun je een klein beetje beïnvloeden, doormiddel van ademhaling kun je je
hartslag naar beneden krijgen.

Een spier bestaat uit meerdere bundels van spiervezels.
Fasciculus -> Een bundel van spiervezels.
Om de spier ligt een beschermlaag die alles bij elkaar houdt.
 Deze wordt het epimysium genoemd.
Om een bundel van spiervezels ligt ook een beschermlaag.
 Die wordt het perimysium genoemd.

In een spiervezel bundel zitten meerdere spiervezels.
 Één spiervezel wordt ook wel spiercel genoemd.
 Één spiervezel heeft meerdere celkernen.
 Om de spiervezel zit een beschermlaagje om alles bij elkaar te houden, namelijk de endomysium.
 In de grootste spier van je lichaam, liggen meer dan 1 miljoen spiervezels.

Een spiervezel bestaat vervolgens weer uit myofibrillen.
R152,06
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
isalammers3

Get to know the seller

Seller avatar
isalammers3 Hogeschool Arnhem en Nijmegen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
9
Member since
2 year
Number of followers
3
Documents
16
Last sold
2 months ago

0,0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can immediately select a different document that better matches what you need.

Pay how you prefer, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card or EFT and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions