100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

samenvatting meten en meetkunde

Rating
-
Sold
2
Pages
8
Uploaded on
21-06-2023
Written in
2022/2023

Dit is een samenvatting voor het tentamen meten en meetkunde. De begrippen, leerlijnen en deelgebieden worden uitgebreid beschreven aan de hand van theorie en voorbeelden uit het boek om de theorie beter te snappen. Ik vond de stof erg lastig, maar aan de hand van deze samenvatting heb ik een 7,1 gehaald.

Show more Read less
Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
June 21, 2023
Number of pages
8
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

Deel 1: meten

Meten: het getalsmatig greep krijgen op ‘eigenschappen’ van de wereld. Voorbeelden zijn lengte,
gewicht, inhoud en tijdsduur.
Meten: het afpassen van een grootheid (inhoud) met een maat (liter) tot een meetgetal (twee liter).
Meetkunde: het begrijpen van de ons omringde ruimte in de meest brede zin van het woord.

Leerlijn van de meetdidactiek
1. Vergelijken
2. Ordenen
3. Afpassen met een natuurlijke maat
4. Standaardmaten, meetreferenties en referentiematen
5. Hanteren van meetinstrumenten
6. Maatverfijning
7. Meetnauwkeurigheid
8. Inzicht in het metriek stelsel
9. Herleiden en omrekenen van maten
10. Samengestelde grootheden
 Deze leerlijn geldt voor elke grootheid, wel kan de groep per
grootheid verschillen

Begint vanaf groep 1 met ontluikend maatbesef: kinderen leren
verschijnselen en situaties uit het alledaagse leven getalsmatig te
benaderen. Ze leren de verschillende grootheden in verschillende
meetsituaties te herkennen en ze leren dat er verschillende maten
zijn. Onderdeel hiervan zijn vergelijken en ordenen en afpassen
(stap 1, 2 en 3).
Vervolgens komt vanaf groep 3 de stap inzicht in meten en maten.
Hieronder vallen stap 4, 5, 6 en 7.
Als laatst is vanaf groep 6 de stap formeel redeneren en rekenen met maten en grootheden.
Hieronder vallen stap 8, 9 en 10.

1. Vergelijken (vanaf groep 1)
= Vergelijking tussen twee voorwerpen of situaties; groter of kleiner, langer of korter, lichter of
zwaarder, sneller of langzamer.
Directe meting: je ziet of voelt het verschil direct.
Vb. door het op of naast elkaar te leggen.
Indirecte meting: je hebt een intermediair nodig.
Vb. torens kun je niet direct vergelijken, dus je hebt een intermediair nodig zoals een sjaal of stok.
Transiviteitseigenschap: de verschillen van eigenschappen bij het meten van grootheden. Vb. inzicht
dat de oppervlakte van een voorwerp even groot is als de som van de afzonderlijke delen.
Misconcept: het verkeerd interpreteren van een begrip door de leerling.
Vb. even groot is even zwaar.
 Tijd vergelijken: wie is sneller: de schildpad of de haas?
 Oppervlakte vergelijken  wat is groter; een tissue of een servet?
 Inhoud vergelijken  waar past meer in; de ene of de andere fles. Overgieten
 Temperatuur  koud-warm
 Geld  wat is meer, 50 cent of 1 euro?

, 2. Ordenen (vanaf groep 1)
= Volgorde bepalen van meer dan twee voorwerpen
Seriën: ordenen op grond van een eigenschap.
 Op lengte  kaarsen of kinderen van groot naar klein/ lang naar kort.
 Op gewicht  stenen van licht naar zwaar
 Op tijd  dapglanning, fruit per dag van de week, verjaardagen van eerst naar laatst
 Op oppervlakte  van klein naar groot leggen; tissue, servet, zakdoek, placemat
 Op inhoud  flessen op volgorde zetten van vol naar leeg
 Temperatuur  van koud naar warm
 Geld  op volgorde van waarde leggen

3. Afpassen met een (natuurlijke) maat (vanaf groep 2/3)
= Tellend passen hoe vaak een natuurlijke maat past. Het antwoord is een getal, gevolgd door een
natuurlijk maat.
Vb. Hoe groot is het lokaal? 15 stappen/20 boeken. Hoe lang is de strook? 4 handen/5 blokken.
Hoeveel weegt een radijs? Evenveel als 5 champignons.
Kan ook met een andere afgesproken maat. Kinderen ervaren dat het noodzakelijk is om een maat te
gebruiken. Ze ervaren dat aan een grootheid een getal gekoppeld kan worden.
Uiteindelijk moeten er een cognitief conflict ontstaan, waarbij het meten met natuurlijke maten
zorgt voor verschillende meetresultaten. Dit zal de behoefte stimuleren voor het gebruiken van een
afgesproken maat. Dit zal de opstap zijn naar de introductie van standaardmaten.
 Lengte afpassen  meet je tafel met je duim, handen, voeten, potloden
 Gewicht afpassen  het gewicht van kastanjes afpassen met dennenappels
 Tijdsduur afpassen  tijd tot verjaardag afpassen met nachtjes slapen
 Oppervlakte afpassen (ruimte bedekken) grootte van de tafl afpassen met servetten, de
grootte van een tekenblaadje afpassen met post-its.
 Inhoud afpassen  in een drinkflesje passen vijf hoestdrankflesjes (conservatiebegrip!)

4. Standaardmaten, meetreferenties en referentiematen (vanaf groep 3/4)
= Het meten in de formele eenheid en daarvan afgeleide internationale SI-eenheden (meter,
kilogram, seconde).
Als de leerlingen nog geen standaardmaten kennen, dan gebruik je een natuurlijke maatstaf
(blokken, handen, papier met hokjes). Door zelf te meten met meetinstrumenten raken kinderen in
de loop van groep 4 vertrouwd met de standaardmaten centimeter, liter en kilogram. Door ze te
koppelen aan dingen in hun eigen leefwereld, zullen deze maten als referentie fungeren en
ontwikkelen ze maatgevoel.
Meetreferentie: Een passend meetgetal bij voorwerpen of personen.
vb. wat is de hoogte van een deur, wat is de breedte van het bord in de klas? Onder nul graden vriest
het.
 Theeglas  20 cl
 Trekpaard/ kleine auto  1 Mg
 Tank benzine  5 dal
 Muis  5 dag
 Lokaal  2 are
 Nederland-oekraïne  2 Mm
Referentiemaat: Een passend voorwerp bij een meetgetal.
vb. hoe lang is 1,5 meter? Wat kun je doen in 1 minuut? 100 graden: water kookt.
Historische natuurlijke maatstaven
 Lengte: duim, voet, el (afstand pols tot schouder), span (afstand pink tot duim), vadem (diepte
maat voor meten van waterdieptes), roede (lengtemaat voor 7-12 voeten)
 Oppervlakte: bunder (1 ha), morgen (afmeting die in 1 morgen geploegd wordt door man en
paard), gemet (afstand die man kan ploegen tussen zonsondergang en opgang)
R173,13
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
lisakerckhaert

Document also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
lisakerckhaert Fontys Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
2
Member since
5 year
Number of followers
2
Documents
7
Last sold
2 year ago

0,0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can immediately select a different document that better matches what you need.

Pay how you prefer, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card or EFT and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions