Neurologie
Week 1
Ziekten pathologieen
Kinderneurologie ontwikkelings
Logopedische neurologische
Algemene structuur en ontwikkeling van het menselijk zenuwstelsel: neuronen, axonen,
neurotransmitters en reflexen kennen.
Neurofysiologie werkingen van neuronen etc toelichten.
Anatomische structuren: herkennen en benoemen en wat ze doen.
De twaalf hersenzenuwen, 5 die wij moeten leren.
Hersenvliezen bekijken, iets leren over de bloedsomloop. Verschillende neurlogische aandoeningen
en neurodegeneratieve ziekten (progressief) en neurlogische aandoeningen in het algemeen.
Zenuwstelsel. Neurologie an sich: medisch specialisme dat zich bezighoud met de zich met name
bezig houdt met de diagnostiek en behandelingen van ziekten.
Medisch specialist
Hersneen betreft en bestuderen. Zenuwstelsel geheel: centrale zenuwstelsel: hersenen en
ruggemerg.
Perifere zenuwstelsel: alle zenuwen.
Dat samen: behelst neurologie.
Minder te make met het ruggenmerg meer met hersenen en enkele zenuwen.
Brein: hersenen, oftewel het cerebrum. Daar achter: cerebellum. Hersenstam, ruggemerg en blauwe
uitlopers: zenuwen. Dit is het zenuwstelsel.
Hersencellen: neuronen
Plooien: hersenschors, cortex
Reptielenbrein: komt overeen
Hoe meer cortex hoe meer cognitieve functies, nadenken spreken etc.
Miljoenen neuronen
Oog (zintuig) ziet een auto aankomen informatie gaat vervolgens via de oogzenuw naar de hersenen.
(occipitaalkwab)
,Je ziet de auto, herkent de auto en de emotie. Leuk dat hij komt. Vanuit de motorische schors van
dde hersenen stuur je prikkels door het ruggenmerg. Zeer complexe informatie overdrag tussen
verschillende neuronen. Output naar de spieren.
Zenuwstelsel: is in staat te reageren op omgeving en veranderingen in het lichaam.
Willekeurige zenuwstelsel
Onwiillekeurige zenuwstelsel (automatisch)
Hogere nersenfuncties: bewustzijn. Wat kan de kikker wel: ademhalen, interne prikkel. Wat kunnen
wij doen: onze ademhaling tijdelijk inhouden. Bewust ademhaling onderdrukken.
Zenuwstelsel: willekeurig en onwillekeurig gedeelte. Animaal (somatisch) zenuwstelsel.(geest) onder
invloed van onze wil. Is willekeurige zenuwstelsel. Bepaalt wanneer je reageert. Reacties stoppen,
doseren.
Onwillekeurige (vegetatieve/autonome) zenuwstelse, buiten onze wil. Bloedsomloop, ademhaling
spijsvertering, uitschijding. Staat in sterke relatie met het hormonale systeem. Invloed van hormonen
op het autonome zenuwstelsel. Kan iets verergeren. Adrenaline versterkt het onwillekeurige
zenuwstelsel. Maakt je allerter, adrenaline stijgt. Je kan moe zijn…. Wat gebeurt er verder met je:
hartslag sneller, ademfrequentie omhoog. Invloed op de functies van het autonome zenuwstelsl.
Reguleren en acteren op de buitenwereld.
Willekeurig: onze wil
Onwillekeurig: buten onze wil.
Sympatische deel en parasympatische deel
Deel dat actief is als er door het lichaam actie moet worden ondernomen.
En deel actief als het lichaam in rust is.
Pupil: parasymatisch en sympatisch zenuwstelsel: verwijding pupillen. In rust: pupillen zijn klein.
Bronciheien. Interne prosessen die aangestuurd worden door het autonome zenuwstelsel.
Week 3
Centraal zenuwstelsel:
- Cerebrum > grote hersenen,
- Cerebellum > kleine hersenen
- Hersenstam > truncus cerebri
- Ruggenmerg
, - Alle hersenen en ruggenmergvliezen
Anatomie hersenen
Brein kijken: we kijken lateraal (zijkant), binnenkant naar de rechterhemisfeer
- Cerebrum (alle groeven, sulci), cortext
- Cerebellum (kleine hersenen)
- Hersenstam
- Subcorticaal: onder de cortex. Structuren
- Cortex
- Grote hersenen: de grijze stof is het meest
Frontaalkwab/parietaalkwab/occipitaalkwab/temporaalkwab/kleine hersenen
Frontaalkwab > Motoriek, motorische schors, vooraan. Gebied van Broca, iemand afasie van Broca:
Articulatiestoornissen. Het ligt zo dicht bij elkaar. Functies: motoriek, aandacht, concentratie,
aansturing. Alle executieve functies. Stoornis in frontaailkwab: ontremde mensen. Weten niet goed
hoe ze zich moeten gedragen. (onderbroek uittrekken midden op de gang) Ontremmingen,
ongepaste opmerkingen. Inhibitie van gedrag zit in de frontaalkwab, en dingen doen. weinig initiatief
tonen: apathie > stoornissen in de frontaalkwab
Parietaalkwab: functies > Praxis, tijd en ruimte, oriëntatie,
Occipitaal: visus
Temporaal: auditieve verwerking (gehoor)
Kleine hersenen: coördinatie van de motoriek, dat dingen soepel verlopen.
CASUS: Er wordt een patiënt opgenomen op de stroke-unit van het Flevoziekenhuis met de verdenking
op een beroerte. Op de CT-scan ziet de neuroloog inderdaad een infarct ………. (kies zelf een
lokalisatie: links, rechts, frontaal, temporaal etc.).
- Uitval patiënt: linkszijdig: uitval rechts, en afasie
- Fronto temporaal: afasie van Broca. Motorische uitval, frontaal motorische cortex en
articulatorische stoornissen
Brein 2 hemisferen: hersenhelften
Cerebrum: we vinden gyri (windingen) en sulci (groeven), de zwarte lijnen.
Sulcus centralis: scheiding frontaal en pariëtaal. Hier zit de motorische cortex.
Wat bevindt zich in de cortext?
- Motorische cortex
- In alle verschillende lobi, kwabben, lobussen bevinden zich functies over: motoriek,
zintuiginformatieverwerking, denken en over taal. Functies hebben veronderlinge verbindingen .
dat gebeurt in de cortext.
- Primair, secundair motorische cortext
Week 1
Ziekten pathologieen
Kinderneurologie ontwikkelings
Logopedische neurologische
Algemene structuur en ontwikkeling van het menselijk zenuwstelsel: neuronen, axonen,
neurotransmitters en reflexen kennen.
Neurofysiologie werkingen van neuronen etc toelichten.
Anatomische structuren: herkennen en benoemen en wat ze doen.
De twaalf hersenzenuwen, 5 die wij moeten leren.
Hersenvliezen bekijken, iets leren over de bloedsomloop. Verschillende neurlogische aandoeningen
en neurodegeneratieve ziekten (progressief) en neurlogische aandoeningen in het algemeen.
Zenuwstelsel. Neurologie an sich: medisch specialisme dat zich bezighoud met de zich met name
bezig houdt met de diagnostiek en behandelingen van ziekten.
Medisch specialist
Hersneen betreft en bestuderen. Zenuwstelsel geheel: centrale zenuwstelsel: hersenen en
ruggemerg.
Perifere zenuwstelsel: alle zenuwen.
Dat samen: behelst neurologie.
Minder te make met het ruggenmerg meer met hersenen en enkele zenuwen.
Brein: hersenen, oftewel het cerebrum. Daar achter: cerebellum. Hersenstam, ruggemerg en blauwe
uitlopers: zenuwen. Dit is het zenuwstelsel.
Hersencellen: neuronen
Plooien: hersenschors, cortex
Reptielenbrein: komt overeen
Hoe meer cortex hoe meer cognitieve functies, nadenken spreken etc.
Miljoenen neuronen
Oog (zintuig) ziet een auto aankomen informatie gaat vervolgens via de oogzenuw naar de hersenen.
(occipitaalkwab)
,Je ziet de auto, herkent de auto en de emotie. Leuk dat hij komt. Vanuit de motorische schors van
dde hersenen stuur je prikkels door het ruggenmerg. Zeer complexe informatie overdrag tussen
verschillende neuronen. Output naar de spieren.
Zenuwstelsel: is in staat te reageren op omgeving en veranderingen in het lichaam.
Willekeurige zenuwstelsel
Onwiillekeurige zenuwstelsel (automatisch)
Hogere nersenfuncties: bewustzijn. Wat kan de kikker wel: ademhalen, interne prikkel. Wat kunnen
wij doen: onze ademhaling tijdelijk inhouden. Bewust ademhaling onderdrukken.
Zenuwstelsel: willekeurig en onwillekeurig gedeelte. Animaal (somatisch) zenuwstelsel.(geest) onder
invloed van onze wil. Is willekeurige zenuwstelsel. Bepaalt wanneer je reageert. Reacties stoppen,
doseren.
Onwillekeurige (vegetatieve/autonome) zenuwstelse, buiten onze wil. Bloedsomloop, ademhaling
spijsvertering, uitschijding. Staat in sterke relatie met het hormonale systeem. Invloed van hormonen
op het autonome zenuwstelsel. Kan iets verergeren. Adrenaline versterkt het onwillekeurige
zenuwstelsel. Maakt je allerter, adrenaline stijgt. Je kan moe zijn…. Wat gebeurt er verder met je:
hartslag sneller, ademfrequentie omhoog. Invloed op de functies van het autonome zenuwstelsl.
Reguleren en acteren op de buitenwereld.
Willekeurig: onze wil
Onwillekeurig: buten onze wil.
Sympatische deel en parasympatische deel
Deel dat actief is als er door het lichaam actie moet worden ondernomen.
En deel actief als het lichaam in rust is.
Pupil: parasymatisch en sympatisch zenuwstelsel: verwijding pupillen. In rust: pupillen zijn klein.
Bronciheien. Interne prosessen die aangestuurd worden door het autonome zenuwstelsel.
Week 3
Centraal zenuwstelsel:
- Cerebrum > grote hersenen,
- Cerebellum > kleine hersenen
- Hersenstam > truncus cerebri
- Ruggenmerg
, - Alle hersenen en ruggenmergvliezen
Anatomie hersenen
Brein kijken: we kijken lateraal (zijkant), binnenkant naar de rechterhemisfeer
- Cerebrum (alle groeven, sulci), cortext
- Cerebellum (kleine hersenen)
- Hersenstam
- Subcorticaal: onder de cortex. Structuren
- Cortex
- Grote hersenen: de grijze stof is het meest
Frontaalkwab/parietaalkwab/occipitaalkwab/temporaalkwab/kleine hersenen
Frontaalkwab > Motoriek, motorische schors, vooraan. Gebied van Broca, iemand afasie van Broca:
Articulatiestoornissen. Het ligt zo dicht bij elkaar. Functies: motoriek, aandacht, concentratie,
aansturing. Alle executieve functies. Stoornis in frontaailkwab: ontremde mensen. Weten niet goed
hoe ze zich moeten gedragen. (onderbroek uittrekken midden op de gang) Ontremmingen,
ongepaste opmerkingen. Inhibitie van gedrag zit in de frontaalkwab, en dingen doen. weinig initiatief
tonen: apathie > stoornissen in de frontaalkwab
Parietaalkwab: functies > Praxis, tijd en ruimte, oriëntatie,
Occipitaal: visus
Temporaal: auditieve verwerking (gehoor)
Kleine hersenen: coördinatie van de motoriek, dat dingen soepel verlopen.
CASUS: Er wordt een patiënt opgenomen op de stroke-unit van het Flevoziekenhuis met de verdenking
op een beroerte. Op de CT-scan ziet de neuroloog inderdaad een infarct ………. (kies zelf een
lokalisatie: links, rechts, frontaal, temporaal etc.).
- Uitval patiënt: linkszijdig: uitval rechts, en afasie
- Fronto temporaal: afasie van Broca. Motorische uitval, frontaal motorische cortex en
articulatorische stoornissen
Brein 2 hemisferen: hersenhelften
Cerebrum: we vinden gyri (windingen) en sulci (groeven), de zwarte lijnen.
Sulcus centralis: scheiding frontaal en pariëtaal. Hier zit de motorische cortex.
Wat bevindt zich in de cortext?
- Motorische cortex
- In alle verschillende lobi, kwabben, lobussen bevinden zich functies over: motoriek,
zintuiginformatieverwerking, denken en over taal. Functies hebben veronderlinge verbindingen .
dat gebeurt in de cortext.
- Primair, secundair motorische cortext
