Basiskennis taalonderwijs
o Hoofdstuk 2: Taalonderwijs en taal
o Hoofdstuk 3: Mondelinge taalvaardigheid
o Hoofdstuk 4: Woordenschat
o Hoofdstuk 5: Beginnende geletterdheid
o Hoofdstuk 6: Voortgezet technisch lezen
o Hoofdstuk 7: Begrijpend lezen
o Hoofdstuk 10: Taalbeschouwing
o Hoofdstuk 11: Spelling
2. Taalonderwijs en taal
_____________________________
2.1 Taalonderwijs
Er zijn vijf argumenten om apart onderwijs te geven in taal:
1. Schriftelijke taalvaardigheid leren kinderen niet spontaan.
2. Niet alle kinderen kunnen zich zelfstandig een bepaald niveau van taalvaardigheid eigen
maken.
- denk hierbij aan anderstalige kinderen die thuis fries, Marokkaans, Turks enzovoorts
spreken.
3. Op school leer je een ander soort taalgebruik dan in het dagelijks leven
- schooltaalwoorden, spellingsregels en uitdrukkingen.
4. Bepaalde taalvormen leer je alleen met behulp van taalonderwijs.
5. Als je kinderen plezier in het lezen van boeken wilt bijbrengen, dan moet je daar apart
aandacht aan besteden.
Het taalonderwijs is onderverdeelt in domeinen namelijk:
- Mondelinge taalvaardigheid
- Woordenschat
- Beginnende geletterdheid
- Voortgezet technisch lezen
- Begrijpend lezen
- Stellen
- Jeugdliteratuur
- Taalbeschouwing
- Spelling
Bij mondelinge taalvaardigheid staat het spreken en luisteren en het voeren van allerlei mondelinge
gespreksvormen centraal. Het gaat hierbij om dat kinderen ervaring opdoen met bepaalde
mondelinge taalvormen zoals een discussie of spreekbeurt en dat ze daar leren om bepaalde spreek-
luisterstrategieën te hanteren.
1
o Hoofdstuk 2: Taalonderwijs en taal
o Hoofdstuk 3: Mondelinge taalvaardigheid
o Hoofdstuk 4: Woordenschat
o Hoofdstuk 5: Beginnende geletterdheid
o Hoofdstuk 6: Voortgezet technisch lezen
o Hoofdstuk 7: Begrijpend lezen
o Hoofdstuk 10: Taalbeschouwing
o Hoofdstuk 11: Spelling
2. Taalonderwijs en taal
_____________________________
2.1 Taalonderwijs
Er zijn vijf argumenten om apart onderwijs te geven in taal:
1. Schriftelijke taalvaardigheid leren kinderen niet spontaan.
2. Niet alle kinderen kunnen zich zelfstandig een bepaald niveau van taalvaardigheid eigen
maken.
- denk hierbij aan anderstalige kinderen die thuis fries, Marokkaans, Turks enzovoorts
spreken.
3. Op school leer je een ander soort taalgebruik dan in het dagelijks leven
- schooltaalwoorden, spellingsregels en uitdrukkingen.
4. Bepaalde taalvormen leer je alleen met behulp van taalonderwijs.
5. Als je kinderen plezier in het lezen van boeken wilt bijbrengen, dan moet je daar apart
aandacht aan besteden.
Het taalonderwijs is onderverdeelt in domeinen namelijk:
- Mondelinge taalvaardigheid
- Woordenschat
- Beginnende geletterdheid
- Voortgezet technisch lezen
- Begrijpend lezen
- Stellen
- Jeugdliteratuur
- Taalbeschouwing
- Spelling
Bij mondelinge taalvaardigheid staat het spreken en luisteren en het voeren van allerlei mondelinge
gespreksvormen centraal. Het gaat hierbij om dat kinderen ervaring opdoen met bepaalde
mondelinge taalvormen zoals een discussie of spreekbeurt en dat ze daar leren om bepaalde spreek-
luisterstrategieën te hanteren.
1
