100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Compacte samenvatting MMI: Digital Media & Society

Rating
-
Sold
-
Pages
7
Uploaded on
23-04-2023
Written in
2020/2021

Deze samenvatting bevat de stof voor het tentamen over Digital Media & Society van het vak MMI gegeven aan de Universiteit Utrecht bij Informatiekunde. De samenvatting is kort en compact, maar bevat wel alles wat je moet weten.

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
April 23, 2023
Number of pages
7
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

Hc 2
• Media zijn omgevingen voor sociale interactie: complex, met elkaar verweven, snelle
introductie.
• Eigenschappen digitale media: micro interactie, asynchrone interactie (tijd en ruimte
zijn niet meer van belang).
• Leiden tot opportunistische denkbeelden over de digitale samenleving, zoals dat het
de mens intelligenter en vriendelijker maakt of dat radicale politiek tot het verleden
behoort.
• The four industrial revolutions: mechanisatie (1765), massa productie (1870),
automatische productie (1969), nieuwe technologieën (nu).
• De netwerkmaatschappij, de laatste twee revoluties samen. De sociale structuren
van de informatie maatschappij.
• Asynchroniteit eigenschappen van de informatiemaatschappij: timeless time en
space of flows.
• Social constructionism: observeren van hoe interacties tussen het individu en de
samenleving betekenis geeft aan anderzijds betekenisloze objecten waardoor deze
werkelijkheid van de samenleving vormt voor het individu.
• Media: sensoral level (via onze zintuigen) & symbolic level (betekenis geven aan
objecten in de samenleving).
• Begin jaren 90: romantisering van het internet (verspreiding van kennis &
vergemakkelijken van sociale contacten).
• Internet werd gevormd door maatschappij, het internet vormt de maatschappij niet,
dit was ook een romantisering.
• Communicatief kapitalisme: veel content wordt vrij verspreid maar heeft niet per se
een goed doel.
• Pessimisten: automatisme, information overload, afstandelijkheid,
commercialisering, snelheid en slordigheid, samenvoegen of samenraapsels,
onnadenkendheid, anonimiteit, controversialiteit, kapitalisme.
• Opportunisten: bevrijding of verlossing, empowerment, zelf-actualisatie, participatie,
social connectie, e-skills, peer-productie, creativiteit, mobilisatie.
• User-generated content —> free speech. Kwaliteitsbedreiging: geen filtering extreme
standpunten & gelijkstelling van autoriteit expert versus algemene burger.
• Technological determinism: technologie bepaalt de ontwikkelingen van onze sociale
constructies en culturele waarden. Zwart wit kijk op technologie.
• ‘The medium is the message’: the way that we send and receive information is more
important than the information itself.
• Social construction of technology: technologie is noch goed noch slecht maar ook
zeker niet neutraal. Technology shapes society and society is shaped by technology.
• Affordances: de relatie tussen een object en dat wat de gebruiker ermee doet dan
wel kan doen.

, Hc 3
• Computer-mediated communication: interactiviteit, presence (avatars),
asynchronisatie, anonimiteit, persistence (definitief vastgelegd), multimodaal.
• Anonimiteit: online disinhibitation effect, dat mensen minder terughoudend en meer
open zijn. Participatie (minder meningswaarde, een professor anoniem zou je minder
snel geloven dan niet anoniem), intimiteit, nadelen: gebrek sociale controle,
haatspraak.
• Hyperpersonal interaction: niet alle sociale cues zijn over te brengen waardoor
mensen persoonlijker zijn en er daardoor meer verbintenis ontstaat.
• Asynchroniteit: overbruggen tijdzones, strategischer communiceren, censuur,
wachten op antwoord, misinterpretatie van de boodschap.
• Manuel Castells’ space of flows: death of distance poly-directionality network
structure. De echte plek is minder belangrijk dan de plek waar je je op het internet
bevindt.
• Social presence: de kwaliteit van de staat van aanwezigheid tussen twee
communicatie partners.
• Social presence theory: het sociale effect van media is een gevolg van de mate van
social presence die een bepaald medium biedt.
• Media richness theory: communicatie-media variëren in hun capaciteiten voor het
oplossen van ambiguïteit, onderhandelen over verschillende interpretaties en
faciliteren van begrip tussen communicatiepartners.
• Relevantie van cmc literatuur: belang van het publicatiejaar.
• Web 2.0 heeft het anonieme karakter verminderd.
• Online groepsinteracties: stuurt onze sociale interactie, zorgt voor sterkere
samenhang en cohesie.
• Online groepsinteracties sturen onze sociale interactie, beïnvloeden hoe we onze
sociale identiteit vormen en zorgen voor sterkere samenhang of cohesie.
• Communities: gesloten groep met leden die elkaar goed kennen en een band vormen
omdat ze zich bezig houden met bepaalde onderwerpen of bepaalde identiteit.
• Sociale netwerken: gefragmenteerd, open netwerk van bij aangesloten individuen
gebaseerd op vriendschappen, support, of sociale status.
• Online groepen: relaties gebaseerd op gedeelde waarden, empathie, affectie en
saamhorigheid. Sociaal-emotioneel geladen relaties versterken elkaar. Verboden
door gedeelde waarden, gebruiken, betekenissen.
• Third places, geen werk geen thuis, maar een plek waar je sociaal samenkomt, dus
ook internet.
• Pseudo-communities vanwege het impersoonlijke karakter van digitale
communicatie.
• De netwerkmaatschappij: van kleine vaste groepen naar verschillende losse
netwerken van individuen. Er zijn geen geografische beperkingen meer, zoals aan de
andere kant van de rivier wonen.
• Networked individualism: ieder persoon in de huidige maatschappij bevindt zich in
het centrum van zijn eigen verzameling aan (egocentrische) netwerken.
• 4 grote maatschappelijke veranderingen: genetwerkte economie, socialiteit,
communicatiesysteem, politieke landschap.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
pien0110 Universiteit Utrecht
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
31
Member since
2 year
Number of followers
22
Documents
13
Last sold
6 months ago

3,0

1 reviews

5
0
4
0
3
1
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can immediately select a different document that better matches what you need.

Pay how you prefer, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card or EFT and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions