Instructeur B Anatomie
Romp (= thoracale en lumbale wervelzuil)
Botten: borstbeen, wervelkolom, ribben
Botstukken
- Borstbeen:
o Plat
o Bevat gewrichtsvlakken voor ribben en sleutelbeen
- Wervelkolom
o 24 wervel (7 halswervels, 12 borstwervels, 5 lendenwervels) + heiligbeen +
staartbeen bestaan uit vergroeiing enkele wervels totaal 33 wervels
o Cervicale lordose, thoracale kyfose, lumbale lordose, sacrale kyfose
o Kromming naar rechts of links scoliose
o Functies:
Bescherming ruggenmerg en zenuwbanen
Ondersteuning hoofd
Overbrengen lichaamsgewicht o ponderste ledenmaten
o Wervel > ring met dwarsuitsteeksels
Opening > ruggenmerg
Ring verdikt in voorwaartse richting tot wervellichaam
Zijkanten van wervels zitten 2 kleine openingen zenuwlopen lopen
erdoor
Toppen werveluitsteeksels naar achter zijn voelbaar aan rug
- Ribben
o 12 ribben (7 echte, 3 met kraakbeen verbonden aan onderste echte rib, 2
zwevende ribben)
Gewrichtskapsel en ligamenten
- Ventraal: ribben met borstbeen
- Dorsaal: ribben met wervels
- Ribben
o Bevatten gewrichtsvlakken die contact maken met wervels
o Door gewricht of door kraakbenige verbindingen contact met borstbeen
o Op plaats gehouden door tussenribspieren en ligamenten
- Tussenwervelschijven tussen alle wervels buiten atlas en axis (1 e en 2e halswervel)
o Elastische verbindingen
o Schokbrekers bij opvangen van lichaamsgewicht
o Buitenste vezilige ring, centrale gelatinekern
o Ondersteund door tussenwervelspieren en ligamenten kleine bewegingen
van 2 opeenvolgende wervels in verschillende richtingen toelaten: flexie,
extensie, rotatie en verschuivingen in alle richting zijn mogelijk en afhankelijk
van niveau in wervelzuil, ruim tot beperkt
, Bewegingsmogelijkheden
Diepte vlak – breedtevlak: ventraalflexie (flexie) VOORTWAARTS BUIGEN LICHAAM
- Rechte buikspier
- Buitenste schuine buikspier
- Binnenste schuine buikspier
Diepte vlak – breedte-as: dorsaalflexie (extensie) ACHTERWAARTS BUIGEN LICHAAM
- Lange rechte rugspier
- Schuine rugspieren
- Korte rechte rugspier
- Vierzijdige lendenspier
Breedte vlak – diepte-as: lateroflexie ZIJWAARTS BUIGEN LICHAAM
- Buitenste schuine buikspier
- Binnenste schuine buikspier
- Grote lendenspier
- Vierzijdige lendenspier
- Lange rechte rugspier
Horizontaal vlak – lengte-as: rotatie TWIST LICHAAM
- Buitenste schuine buikspier
- Binnenste schuine buikspier
- Korte diepliggende draaispieren van de rug
Bekken
Botten: bekken, wervelkolom
Dieptevlak – breedte-as: anteversie VOOR KANTELEN BEKKEN
- Darmbeenspier
- Lange rechte rugspieren
- Rechte bovenbeenspier
- Kleermakersspier
- Spanner van de dijfascia
Dieptevlak – breedte-as: retroflexie ACHTER KANTELEN BEKKEN
- Alle buikspieren
- Grote bilspier
- Hamstrings: tweehoofdige dijspier, halfvliezige spier, halfpezige spier
Breedte vlak – diepte-as: ZIJWAARTS KANTELEN BEKKEN (een heup hoger dan andere)
- Middelste bilspier
- Grote bilspier
- Kleine bilspier
Romp (= thoracale en lumbale wervelzuil)
Botten: borstbeen, wervelkolom, ribben
Botstukken
- Borstbeen:
o Plat
o Bevat gewrichtsvlakken voor ribben en sleutelbeen
- Wervelkolom
o 24 wervel (7 halswervels, 12 borstwervels, 5 lendenwervels) + heiligbeen +
staartbeen bestaan uit vergroeiing enkele wervels totaal 33 wervels
o Cervicale lordose, thoracale kyfose, lumbale lordose, sacrale kyfose
o Kromming naar rechts of links scoliose
o Functies:
Bescherming ruggenmerg en zenuwbanen
Ondersteuning hoofd
Overbrengen lichaamsgewicht o ponderste ledenmaten
o Wervel > ring met dwarsuitsteeksels
Opening > ruggenmerg
Ring verdikt in voorwaartse richting tot wervellichaam
Zijkanten van wervels zitten 2 kleine openingen zenuwlopen lopen
erdoor
Toppen werveluitsteeksels naar achter zijn voelbaar aan rug
- Ribben
o 12 ribben (7 echte, 3 met kraakbeen verbonden aan onderste echte rib, 2
zwevende ribben)
Gewrichtskapsel en ligamenten
- Ventraal: ribben met borstbeen
- Dorsaal: ribben met wervels
- Ribben
o Bevatten gewrichtsvlakken die contact maken met wervels
o Door gewricht of door kraakbenige verbindingen contact met borstbeen
o Op plaats gehouden door tussenribspieren en ligamenten
- Tussenwervelschijven tussen alle wervels buiten atlas en axis (1 e en 2e halswervel)
o Elastische verbindingen
o Schokbrekers bij opvangen van lichaamsgewicht
o Buitenste vezilige ring, centrale gelatinekern
o Ondersteund door tussenwervelspieren en ligamenten kleine bewegingen
van 2 opeenvolgende wervels in verschillende richtingen toelaten: flexie,
extensie, rotatie en verschuivingen in alle richting zijn mogelijk en afhankelijk
van niveau in wervelzuil, ruim tot beperkt
, Bewegingsmogelijkheden
Diepte vlak – breedtevlak: ventraalflexie (flexie) VOORTWAARTS BUIGEN LICHAAM
- Rechte buikspier
- Buitenste schuine buikspier
- Binnenste schuine buikspier
Diepte vlak – breedte-as: dorsaalflexie (extensie) ACHTERWAARTS BUIGEN LICHAAM
- Lange rechte rugspier
- Schuine rugspieren
- Korte rechte rugspier
- Vierzijdige lendenspier
Breedte vlak – diepte-as: lateroflexie ZIJWAARTS BUIGEN LICHAAM
- Buitenste schuine buikspier
- Binnenste schuine buikspier
- Grote lendenspier
- Vierzijdige lendenspier
- Lange rechte rugspier
Horizontaal vlak – lengte-as: rotatie TWIST LICHAAM
- Buitenste schuine buikspier
- Binnenste schuine buikspier
- Korte diepliggende draaispieren van de rug
Bekken
Botten: bekken, wervelkolom
Dieptevlak – breedte-as: anteversie VOOR KANTELEN BEKKEN
- Darmbeenspier
- Lange rechte rugspieren
- Rechte bovenbeenspier
- Kleermakersspier
- Spanner van de dijfascia
Dieptevlak – breedte-as: retroflexie ACHTER KANTELEN BEKKEN
- Alle buikspieren
- Grote bilspier
- Hamstrings: tweehoofdige dijspier, halfvliezige spier, halfpezige spier
Breedte vlak – diepte-as: ZIJWAARTS KANTELEN BEKKEN (een heup hoger dan andere)
- Middelste bilspier
- Grote bilspier
- Kleine bilspier