Beroepsgerichte informatieverwerking: samenvatting theorie
Stappenplan BGIV:
De leerdoelen van de theoriecursus situeren zich op het niveau van
‘weten en inzien’.
Weten = bewust zijn van wat er allemaal bestaat onder informatie en
dat je het ook kan reproduceren
Inzien = gaat verder dan loutere reproductie, je ziet verbanden en je
hebt inzicht in de aangeboden leerstof
→ aandacht besteden aan het niveau van ‘weten en inzien’. Het goed
uitwerken van dit niveau levert immers volgende kenmerken op:
- Definitief: zelfs als het inzicht een lange tijd niet gebruikt
geweest is, is een kleine opfrissing voldoende om het weer
volledig ter beschikking te hebben
- Explosief: de uiteindelijke doorbraak in het informatievaardig
zijn is het resultaat van een trapsgewijze ontwikkeling naar het
doel
, - Overdrachtelijk: inzichten zullen gemakkelijker toegepast
worden op problemen van gelijke aard
Onderzoekende houding: het willen weten, willen begrijpen
waarom iets werkt zoals het werkt of juist willen begrijpen
waarom iets niet werkt
1. Eerste oriëntatie op een onderwerp
o Experts raadplegen, docenten,…
o Mogelijkheden binnen Google
o Google Scholar
o Google Books
o Google Advanced Search
o Diverse soorten naslagwerken
o Woordenboeken (bib.hogent.be)
o Vademecum: beknopte leidraad of handleiding
o Glossarium: woordenlijst / trefwoorden in bepaald domein
o Sociale media (slideshare, pinterest, facebook, youtube,…)
o Online platforms (sociaal net, sociale vraagstukken,…)
1.1 verkenning van een onderwerp
Het onderwerp is datgene waarover je iets wil te weten komen.
Bv: dementie
→ eerst een algemeen beeld vormen over onderwerp, zo leer je
de belangrijkste feiten en theorieën over het onderwerp kennen
→ kapstokken of aandachtspunten zien in het onderwerp
→ beroep doen op woordenboeken en encyclopedieën
(interessante informatiebronnen voor het verzamelen van
geschikte zoektermen, synoniemen, vertalingen,…)
Stappenplan BGIV:
De leerdoelen van de theoriecursus situeren zich op het niveau van
‘weten en inzien’.
Weten = bewust zijn van wat er allemaal bestaat onder informatie en
dat je het ook kan reproduceren
Inzien = gaat verder dan loutere reproductie, je ziet verbanden en je
hebt inzicht in de aangeboden leerstof
→ aandacht besteden aan het niveau van ‘weten en inzien’. Het goed
uitwerken van dit niveau levert immers volgende kenmerken op:
- Definitief: zelfs als het inzicht een lange tijd niet gebruikt
geweest is, is een kleine opfrissing voldoende om het weer
volledig ter beschikking te hebben
- Explosief: de uiteindelijke doorbraak in het informatievaardig
zijn is het resultaat van een trapsgewijze ontwikkeling naar het
doel
, - Overdrachtelijk: inzichten zullen gemakkelijker toegepast
worden op problemen van gelijke aard
Onderzoekende houding: het willen weten, willen begrijpen
waarom iets werkt zoals het werkt of juist willen begrijpen
waarom iets niet werkt
1. Eerste oriëntatie op een onderwerp
o Experts raadplegen, docenten,…
o Mogelijkheden binnen Google
o Google Scholar
o Google Books
o Google Advanced Search
o Diverse soorten naslagwerken
o Woordenboeken (bib.hogent.be)
o Vademecum: beknopte leidraad of handleiding
o Glossarium: woordenlijst / trefwoorden in bepaald domein
o Sociale media (slideshare, pinterest, facebook, youtube,…)
o Online platforms (sociaal net, sociale vraagstukken,…)
1.1 verkenning van een onderwerp
Het onderwerp is datgene waarover je iets wil te weten komen.
Bv: dementie
→ eerst een algemeen beeld vormen over onderwerp, zo leer je
de belangrijkste feiten en theorieën over het onderwerp kennen
→ kapstokken of aandachtspunten zien in het onderwerp
→ beroep doen op woordenboeken en encyclopedieën
(interessante informatiebronnen voor het verzamelen van
geschikte zoektermen, synoniemen, vertalingen,…)