2022
P2-K1-W2; Stelt een
activiteitenprogramma op
…..
….
28-1-2022
,Inhoud
Inleiding.................................................................................................................................................2
Beschrijving van mijn groep...................................................................................................................3
Doelgroep analyse.............................................................................................................................3
...............................................................................................................................................................6
Observatie.............................................................................................................................................7
Conclusie van observaties..................................................................................................................7
Gesprekjes met de kinderen..............................................................................................................8
Besproken met collega’s....................................................................................................................9
Besproken met ouders.......................................................................................................................9
Onderzoek naar juiste activiteiten.......................................................................................................10
Activiteitenschema..........................................................................................................................11
Plan B; onvoorziene omstandigheden.............................................................................................12
1
….. …..
,Inleiding
Voor kinderopvang ….. maak ik een activiteitenprogramma dat aansluit bij de wensen en specifieke
ontwikkelingsbehoefte en/of -problemen van de kinderen die uitvoerbaar is binnen …...
Dit activiteitenplan is een onderdeel van het praktijkexamen blok 2. In dit gespecialiseerde
activiteitenplan beschrijf ik 5 verschillende activiteiten die ik wil gaan uitvoeren op het
kinderdagverblijf. De leeftijd van de kinderen zit tussen de 2 en de 4 jaar. Ik beschrijf waarom deze
activiteiten bij de doelgroep en ontwikkeling horen. Ik ben met de kinderen in gesprek gegaan over
wat zij leuk vinden, ook heb ik de kinderen geobserveerd en gekeken op welk gebied zij zich nog
kunnen ontwikkelen. Hier heb ik mijn activiteiten op aangepast.
Mijn netwerk heb ik ingeschakeld door met collega’s te overleggen wat zij van mijn activiteiten
vinden. Of ik deze op de groep kan en mag uitvoeren en of zij vinden dat deze passend zijn.
2
….. …..
, Beschrijving van mijn groep
Ik werk op de peutergroep bij ….. De kinderen op de groep variëren van leeftijd tussen de 2 en de 4
jaar. Hierdoor is er een verschil in ontwikkelingsniveau tussen de kinderen die net van de
dreumesgroep afkomen en de kinderen die al bijna naar school gaan. De kinderen die net van de
dreumesgroep afkomen beginnen bij ons vaak met het leren van de fijne motoriek, zoals de
pincetgreep. De grove motoriek, springen, klimmen, rennen en de taalontwikkeling word bij ons erg
gestimuleerd door muziek, liedjes zingen en boekjes voor te lezen. De kinderen van 3 á 4 jaar zijn al
redelijk zelfstandig en zijn meer aan het ontdekken wat hun interesses zijn. Hierdoor zijn de
activiteiten die wij aan de kinderen aanbieden ook niet voor alle kinderen geschikt. Er zijn wat
aandachtspunten binnen de groep waar wij al pedagogisch medewerkers rekening mee moeten
houden. Dan heb ik het over verschillende dingen, denk aan; vegetarische kinderen, kinderen die
geen melk mogen, maar denk ook aan kinderen die gevoelig zijn voor luieruitslag enz.
Doelgroep analyse
De activiteiten die ik heb bedacht ga ik uitvoeren op de peutergroep met kinderen van 2-4 jaar. De
activiteiten worden verdeeld over meerdere dagen zoals terug te vinden is op mijn
activiteitenplanning. Bij mijn activiteiten heb ik niet een bepaald thema bedacht, wel heb ik erop
gelet dat ik niet te veel van hetzelfde ga doen. Zo heb ik knutsel activiteiten, muzikale activiteiten en
genoeg waar ze hun fantasie de vrije loop kunnen laten gaan.
Mijn focus ligt vooral op het samen spelen. Daarnaast wil ik de kinderen die het moeilijk vinden
keuzes te maken helpen en hun hierin ondersteunen.
Onderzoek over verschillende ontwikkelingsaspecten
Er zijn vele ontwikkelingsgebieden, denk hierbij aan de lichamelijke,- cognitieve en sociaal-
emotionele ontwikkeling. Ik ga uitgebreider in op muziek, drama, tehatex, spel, natuurbelevingen en
taal. Dit alles valt onder een ander ontwikkelingsgebied en soms zelfs onder meerdere
ontwikkelingsgebieden.
Muziek; met muziek stimuleer je veel verschillende ontwikkelingsgebieden namelijk de sociale,
motorische, culturele, emotionele en cognitieve vaardigheden. Kinderen ervaren muziek heel direct
en persoonlijk. Denk maar aan kinderen die bij het horen van muziek spontaan van hun stoel
opstaan en beginnen te dansen. Alles om hen heen valt even weg. Kinderen zijn beweeglijk, dus bij
muziekactiviteiten moet je hier rekening mee houden. Zelfs kinderen die moeilijk bewegen zullen
reageren op muziek. Fantasie en verhalend werken sluiten aan bij de ontwikkeling van jonge
kinderen. Via muziek kun je gevoel overbrengen, beweging uitlokken en ritmespelletjes doen.
De motoriek ontwikkeld zicht van grof naar fijn. Dit is een belangrijke rol bij het leren omgaan met
instrumenten. Bij de peuters werk je toe naar fijnere instrumenten, bijvoorbeeld tamboerijntjes,
zelfgemaakte bonenbuizen of trommeltjes. (Tienhoven, 2020)
Op mijn groep; Alle kinderen bij mij op de groep reageren op muziek, wij hebben dit dan ook vaak
aan staan. Wij draaien op de groep kinderliedjes, maar ook top 40 muziek. Je ziet dat ieder kind
anders reageert op de muziek. De ene begint gelijk te dansen en te springen, sommige kinderen
kunnen al meezingen. Ook heb ik een kind op de groep die heel rustig van muziek word, maar stil
blijft zitten en aandachtig luistert. Bij het maken van muziek zie je grote verschillen. Het ene kind kan
al redelijk ritme houden terwijl het andere kind elk soort geluid wat hij met zijn muziek instrument
kan maken leuk vind en helemaal niet bezig is met ritme.
3
….. …..
P2-K1-W2; Stelt een
activiteitenprogramma op
…..
….
28-1-2022
,Inhoud
Inleiding.................................................................................................................................................2
Beschrijving van mijn groep...................................................................................................................3
Doelgroep analyse.............................................................................................................................3
...............................................................................................................................................................6
Observatie.............................................................................................................................................7
Conclusie van observaties..................................................................................................................7
Gesprekjes met de kinderen..............................................................................................................8
Besproken met collega’s....................................................................................................................9
Besproken met ouders.......................................................................................................................9
Onderzoek naar juiste activiteiten.......................................................................................................10
Activiteitenschema..........................................................................................................................11
Plan B; onvoorziene omstandigheden.............................................................................................12
1
….. …..
,Inleiding
Voor kinderopvang ….. maak ik een activiteitenprogramma dat aansluit bij de wensen en specifieke
ontwikkelingsbehoefte en/of -problemen van de kinderen die uitvoerbaar is binnen …...
Dit activiteitenplan is een onderdeel van het praktijkexamen blok 2. In dit gespecialiseerde
activiteitenplan beschrijf ik 5 verschillende activiteiten die ik wil gaan uitvoeren op het
kinderdagverblijf. De leeftijd van de kinderen zit tussen de 2 en de 4 jaar. Ik beschrijf waarom deze
activiteiten bij de doelgroep en ontwikkeling horen. Ik ben met de kinderen in gesprek gegaan over
wat zij leuk vinden, ook heb ik de kinderen geobserveerd en gekeken op welk gebied zij zich nog
kunnen ontwikkelen. Hier heb ik mijn activiteiten op aangepast.
Mijn netwerk heb ik ingeschakeld door met collega’s te overleggen wat zij van mijn activiteiten
vinden. Of ik deze op de groep kan en mag uitvoeren en of zij vinden dat deze passend zijn.
2
….. …..
, Beschrijving van mijn groep
Ik werk op de peutergroep bij ….. De kinderen op de groep variëren van leeftijd tussen de 2 en de 4
jaar. Hierdoor is er een verschil in ontwikkelingsniveau tussen de kinderen die net van de
dreumesgroep afkomen en de kinderen die al bijna naar school gaan. De kinderen die net van de
dreumesgroep afkomen beginnen bij ons vaak met het leren van de fijne motoriek, zoals de
pincetgreep. De grove motoriek, springen, klimmen, rennen en de taalontwikkeling word bij ons erg
gestimuleerd door muziek, liedjes zingen en boekjes voor te lezen. De kinderen van 3 á 4 jaar zijn al
redelijk zelfstandig en zijn meer aan het ontdekken wat hun interesses zijn. Hierdoor zijn de
activiteiten die wij aan de kinderen aanbieden ook niet voor alle kinderen geschikt. Er zijn wat
aandachtspunten binnen de groep waar wij al pedagogisch medewerkers rekening mee moeten
houden. Dan heb ik het over verschillende dingen, denk aan; vegetarische kinderen, kinderen die
geen melk mogen, maar denk ook aan kinderen die gevoelig zijn voor luieruitslag enz.
Doelgroep analyse
De activiteiten die ik heb bedacht ga ik uitvoeren op de peutergroep met kinderen van 2-4 jaar. De
activiteiten worden verdeeld over meerdere dagen zoals terug te vinden is op mijn
activiteitenplanning. Bij mijn activiteiten heb ik niet een bepaald thema bedacht, wel heb ik erop
gelet dat ik niet te veel van hetzelfde ga doen. Zo heb ik knutsel activiteiten, muzikale activiteiten en
genoeg waar ze hun fantasie de vrije loop kunnen laten gaan.
Mijn focus ligt vooral op het samen spelen. Daarnaast wil ik de kinderen die het moeilijk vinden
keuzes te maken helpen en hun hierin ondersteunen.
Onderzoek over verschillende ontwikkelingsaspecten
Er zijn vele ontwikkelingsgebieden, denk hierbij aan de lichamelijke,- cognitieve en sociaal-
emotionele ontwikkeling. Ik ga uitgebreider in op muziek, drama, tehatex, spel, natuurbelevingen en
taal. Dit alles valt onder een ander ontwikkelingsgebied en soms zelfs onder meerdere
ontwikkelingsgebieden.
Muziek; met muziek stimuleer je veel verschillende ontwikkelingsgebieden namelijk de sociale,
motorische, culturele, emotionele en cognitieve vaardigheden. Kinderen ervaren muziek heel direct
en persoonlijk. Denk maar aan kinderen die bij het horen van muziek spontaan van hun stoel
opstaan en beginnen te dansen. Alles om hen heen valt even weg. Kinderen zijn beweeglijk, dus bij
muziekactiviteiten moet je hier rekening mee houden. Zelfs kinderen die moeilijk bewegen zullen
reageren op muziek. Fantasie en verhalend werken sluiten aan bij de ontwikkeling van jonge
kinderen. Via muziek kun je gevoel overbrengen, beweging uitlokken en ritmespelletjes doen.
De motoriek ontwikkeld zicht van grof naar fijn. Dit is een belangrijke rol bij het leren omgaan met
instrumenten. Bij de peuters werk je toe naar fijnere instrumenten, bijvoorbeeld tamboerijntjes,
zelfgemaakte bonenbuizen of trommeltjes. (Tienhoven, 2020)
Op mijn groep; Alle kinderen bij mij op de groep reageren op muziek, wij hebben dit dan ook vaak
aan staan. Wij draaien op de groep kinderliedjes, maar ook top 40 muziek. Je ziet dat ieder kind
anders reageert op de muziek. De ene begint gelijk te dansen en te springen, sommige kinderen
kunnen al meezingen. Ook heb ik een kind op de groep die heel rustig van muziek word, maar stil
blijft zitten en aandachtig luistert. Bij het maken van muziek zie je grote verschillen. Het ene kind kan
al redelijk ritme houden terwijl het andere kind elk soort geluid wat hij met zijn muziek instrument
kan maken leuk vind en helemaal niet bezig is met ritme.
3
….. …..
