MO2 Management en managers
1 Management: definitie
= het proces waarbij de inspanningen v/d organisatieleden gecoördineerd en gestuurd worden in de
richting v/d
realisatie v/h gemeenschappelijk doel
Sturen van activiteiten en middelen(heeft ook betrekking op aangewende middelen)
- 2 centrale begrippen bij management van orgs:
1. Effectiviteit = realisatie van de organisatiedoelen , doelmatigheid van geleverde
activiteiten of dus prestaties medewerkers
Ook voorafgaand goed bepalen van de doelen
de goede di ge doe
2. Efficiëntie: zuinig beheer aangewende middelen bij het realiseren van haar doelen
(verhouding tss input en output)
de di ge goed doe
- Begrippen zijn voor interpretatie vatbaar
1.1 Functies en rollen manager
- 2 bekende theorieën over wat en manager in het echt doet
- Management/Sturen van orgs impliceert vervullen van diverse taken vervat in zogenaamde
functies en rollen
Functies inzake planne, organiseren, leiden en controleren van de org =
MANAGEMENTCYCLUS FAYOL
- ROLLEN = specifieke categorieën van managementsgedrag MINTZBERG
- FAYOL
plannen, leiding geven, organiseren & controleren (al die vier doen, doet hij iets anders dan
is het geen manager)
Achterhaald, oud model
Niet heel accuraat , heel beperkt nog in gebruik
Niet gebasseerd op observatie
- MINTZBERG Ging observeren
1. Intermenselijke rollen
2. Beslissingsrollen
3. Informatieve rollen
Ook achterhaald, artificieel
Managementrollen evolueren
, - Om die functies en rollen te vervullen heeft manager kennis & vaardigheden = foci
managementwet.
Heterogeen oo studie bestaat uit veel deeldomeinen
- Verschillende soorten managers
- Actuele onderwerpen en trends binnen management
2 effectiviteit en efficiëntie
- Management beoogt effectief en efficiënt te zijn = functioneel management
- Dysfunctioneel management: man. Dat niet effectief en efficiënt is
- Criteria ku e toegepast orde op ers hille de i eau’s
3 Functies en rollen
3.1 Functies
- FAYOL onderscheidde 4 functies of processen (54)
A. Plannen:
o Formuleren doelen
o Ontwikkelen acties/strategieën om die te realiseren
B. Organiseren
o Taken bepalen nodig om doelstellingen en strategieën te realiseren
C. leiden
D. controleren
o worden doelen gerealiseerd?
Managementsproces
- In de praktijk zijn die functies niet zo scherp en sequentieel parallel en gelijktijdig
3.2 Rollen
- Auteurs vroegen af of verfijnd kon worden en of eht realiteitsgetrouw was MINTZBERG
10 managementsrollen die gebundeld kunnen worden in 3 groepen
1) Intermenselijke rollen
i. Leiderrol
ii. Boegbeeldrol
iii. verbindingsmanrol
2) Beslissingsrollen
i. Monitor rol
ii. Verspreidingsrol
iii. Woordvoerderrol
3) Informatieve rollen
i. Ondernemersrol
ii. Middelenallocatorrol
iii. Probleemoplosserrol
iv. Onderhandelaarsrol
Zijn werk wordt gezien als de belangrijkste confrontatie van de traditionele
managementsfuncties met de realiteit
Beperkte scope= kritiekpunt
1 Management: definitie
= het proces waarbij de inspanningen v/d organisatieleden gecoördineerd en gestuurd worden in de
richting v/d
realisatie v/h gemeenschappelijk doel
Sturen van activiteiten en middelen(heeft ook betrekking op aangewende middelen)
- 2 centrale begrippen bij management van orgs:
1. Effectiviteit = realisatie van de organisatiedoelen , doelmatigheid van geleverde
activiteiten of dus prestaties medewerkers
Ook voorafgaand goed bepalen van de doelen
de goede di ge doe
2. Efficiëntie: zuinig beheer aangewende middelen bij het realiseren van haar doelen
(verhouding tss input en output)
de di ge goed doe
- Begrippen zijn voor interpretatie vatbaar
1.1 Functies en rollen manager
- 2 bekende theorieën over wat en manager in het echt doet
- Management/Sturen van orgs impliceert vervullen van diverse taken vervat in zogenaamde
functies en rollen
Functies inzake planne, organiseren, leiden en controleren van de org =
MANAGEMENTCYCLUS FAYOL
- ROLLEN = specifieke categorieën van managementsgedrag MINTZBERG
- FAYOL
plannen, leiding geven, organiseren & controleren (al die vier doen, doet hij iets anders dan
is het geen manager)
Achterhaald, oud model
Niet heel accuraat , heel beperkt nog in gebruik
Niet gebasseerd op observatie
- MINTZBERG Ging observeren
1. Intermenselijke rollen
2. Beslissingsrollen
3. Informatieve rollen
Ook achterhaald, artificieel
Managementrollen evolueren
, - Om die functies en rollen te vervullen heeft manager kennis & vaardigheden = foci
managementwet.
Heterogeen oo studie bestaat uit veel deeldomeinen
- Verschillende soorten managers
- Actuele onderwerpen en trends binnen management
2 effectiviteit en efficiëntie
- Management beoogt effectief en efficiënt te zijn = functioneel management
- Dysfunctioneel management: man. Dat niet effectief en efficiënt is
- Criteria ku e toegepast orde op ers hille de i eau’s
3 Functies en rollen
3.1 Functies
- FAYOL onderscheidde 4 functies of processen (54)
A. Plannen:
o Formuleren doelen
o Ontwikkelen acties/strategieën om die te realiseren
B. Organiseren
o Taken bepalen nodig om doelstellingen en strategieën te realiseren
C. leiden
D. controleren
o worden doelen gerealiseerd?
Managementsproces
- In de praktijk zijn die functies niet zo scherp en sequentieel parallel en gelijktijdig
3.2 Rollen
- Auteurs vroegen af of verfijnd kon worden en of eht realiteitsgetrouw was MINTZBERG
10 managementsrollen die gebundeld kunnen worden in 3 groepen
1) Intermenselijke rollen
i. Leiderrol
ii. Boegbeeldrol
iii. verbindingsmanrol
2) Beslissingsrollen
i. Monitor rol
ii. Verspreidingsrol
iii. Woordvoerderrol
3) Informatieve rollen
i. Ondernemersrol
ii. Middelenallocatorrol
iii. Probleemoplosserrol
iv. Onderhandelaarsrol
Zijn werk wordt gezien als de belangrijkste confrontatie van de traditionele
managementsfuncties met de realiteit
Beperkte scope= kritiekpunt
