Beknopte samenvatting beroepsgerichte informatieverwerking

BIV

6 stappen van BIV:
1. Eerste oriëntatie van onderwerp
2. Heldere probleemstelling formuleren en onderzoeksvraag opstellen
3. Keuze van informatiekanalen
4. Verwijzen en citeren
5. Selecteren en verwerken document
6. Evalueren zoekproces

1: eerste oriëntatie op onderwerp
Onderwerp = datgene waarover we iets willen weten

Indeling volgens aard:
 Populaire literatuur: breed publiek, kranten, opiniebladen, tijdschriften, …
 Vakliteratuur: elke beroepssector heeft vakbladen, bijdragen aan symposia en congressen ,
voor (en door) werkveld
 Wetenschappelijke literatuur: peer reviewed, systematische opbouw, gedetailleerde
beschrijving onderzoeksmethodes en -resultaten en referentielijst, voor andere
onderzoekers

Opbouw wetenschappelijke literatuur:
 Abstract: korte samenvatting, meestal vrij ter beschikking gesteld
 Inleiding: toelichting en probleemstelling
 Methodologie: hoe gebeurde het onderzoek? Bijv. aantal deelnemers,
dataverzamelingstechnieken en analyse methoden.
 Resultaten: centrale bevindingen
 Discussie: interpretatie en verklaring resultaten
 Conclusie: belangrijkste bevindingen van het onderzoek. Dit onderdeel zit soms vervat in de
discussie.
 Literatuurlijst: alle bronnen die geraadpleegd werden door de auteurs bij het schrijven van
het artikel.

Indeling volgens vorm:
 Schriftelijke bronnen: wet. Boeken, handboeken, tijdschriften, kranten
 Mondelinge bronnen: interviews, lezing, studiedag, …
 Audiovisuele bronnen: film, CD’s, …
 Elektronische bronnen: google (scholar/ books), elektronische platforms
 Sociale media: linkdin, twitter, facebook, youtube, blogs, pinterest, …

Naslagwerken = publicaties die dienen om snel gegevens op te zoeken
 Woordenboeken: verklarende en vertalende woordenboeken
 Encyclopedieën: geeft georiënteerde info in korte of lange artikels die alfabetisch/
systematisch gerangschikt zijn;
o Algemene encyclopedieën: afgestemd op geheel van menselijke kennis
o Bijzondere encyclopedieën: afgestemd op kennisdeel ervan.
 Lexicon : lijst van trefwoorden in bepaald vakgebied
 Repertorium: verzameling fundamentele gegevens betreffende de wetenschap
 Adresboek: verschaft inlichtingen over bibs en ook vakgebieden die zij met haar collectie
bestrijkt.

,  Vademecum: beknopte leidraad/ handeling in handig formaat

Indeling volgens plaats:
 Stadsbib: breed publiek, geen wet. Literatuur
 Academische bib: verbonden aan unief, hogeschool of bepaalde wetenschapsdomein
 Catalogi/catalogus= lijst die info bevat over collectie van de bib of instelling. Vermeld titel,
auteur, uitgever, omvang, drukgegevens, plaats en jaar van uitgave.

Betrouwbaarheid beoordelen:
 Betrouwbaarheid
 Bruikbaarheid: Gevonden literatuur moet gerelateerd zijn aan onderwerp, actueel zijn,
hoogwaardig zijn
 Controleerbaarheid

Wetenschappelijke transparantie = verwijst nr wetenschappelijkheid waarmee info werd verzameld/
gepresenteerd.
 Nauwkeurigheid en overeenkomst bronvermelding in tekst en referentielijst
 Logische systematische opbouw tekst
 Beschrijving/ rechtvaardiging vn onderzoeksmethode
 Objectiviteit van feitenmateriaal

Checklist berouwbaarheid internetbronnen:
 Adres website  Is inhoud up to date?
 Beschrijving website  Is bron volledig?
 Wie heeft info geplaatst?  Getuigt tekst van accuraatheid?
 Wat is doel van website?  Is info uniek?
 Is inhoud betrouwbaar?  Is site gebruiksvriendelijk?



CRAAP-test:
 Currency = actualiteit  is info recent? Wanneer laatst geupdatet?
 Relevance = relevantie  info gerelateerd aan onderwerp? Biedt info antwoord op vraag?
Doelpubliek? Is info van gewenste niveau?
 Authority = autoriteit  auteur? Financiering? Reputatie auteur? Wat kun je uit URL
afleiden?
 Accuracy = volledigheid  waar komt info vandaan? Bewijsmateriaal? Nagelezen? Fouten?
 Purpose = bedoeling  bedoeling website? Feiten of meningen? Reclame?

2: heldere probleemstelling formuleren
Probleem vertalen nr beantwoordbare vraag:
 Achtergrondvraag: gesteld door beginner, algemeen van aard, “welke”
 Voorgrondvraag: specifieker gesteld in functie van 1 cliënt, afwegen van alternatieven
belangrijk. “leidt”

PICO-regel
 P = populatie/patiënt
 I = de interventie
 C = comparison (vergelijking)
 O = outcome

PICO bij voorgrondvraag : Leidt I bij P tot O ten opzichte van C?