DEEL 1: SECTOREN
Sociale kaart = alle organisaties binnen de welzijnszorg
Het begrippenkader
Leerlingenbegeleiding
Hulpverlening aan gezinnen met jonge kinderen
Algemeen welzijnswerk (AWW)
Hulpverlening aan personen met een handicap
De bijzondere jeugdzorg (BJZ)
De geestelijke gezondheidszorg (GGZ)
Andere sectoren
HET BEGRIPPENKADER
1. INFORMELE VS FORMELE HULPVERLENING
Informele hulpverlening (meer focus):
→ Onbetaald en niet-professioneel
→ 3 categorieën:
Zelfzorg: zorg die zorgvrager zelf voorziet (empoweren)
Mantelzorg: omgevingszorg, zorg van
familie of directe sociale omgeving
Niet structureel gekoppeld aan een organisatie
Zorg door vrijwilligers: via georganiseerde structuur
Wel via een organisatie
→ = nuldelijnshulpverlening
Formele hulpverlening:
→ Beroepskrachten, betaald
→ Wettelijk bepaald wat (niet) kan
Mantelzorg:
33% van bevolking (2021)
Jonge mantelzorgers:
→ “Kinderen en jongeren tot 25 jaar die opgroeien met langdurig zieke ouder, broer, zus of ander
gezinslid die bijzondere zorgen nodig heeft.”
→ Minder zichtbaar o.w.v. angst en schaamte (taboe)
→ 21% van jongeren in Vlaanderen tussen 11 en 18 jaar woont bij persoon met langdurige ziekte of
beperking (119 000)
→ 5% woont bij persoon met langdurige ziekte of beperking én helpt minstens 4 uur/week (=27 253)
→ Vaker meisjes
→ Vaker in niet-tweeoudergezinnen
→ Vaker in gezinnen die jongeren als ‘niet rijk’ inschatten
→ Minder vaak uit A-stroom en ASO
→ Jonge MZ rapporteren meer problemen met mentale en fysieke gezondheid
→ Jonge MZ hebben minder schooltevredenheid, worden vaker gepest en pesten zelf ook
vaker
→ Jonge MZ hebben meer maturiteit
, 2. ECHELONERING VAN DE HULPVERLENING
Echelonering (= zoveelste lijn hulpverlening):
1712 = meldpunt tegen alle vormen van geweld (telefonisch)
4e lijns HV:
Sterk doorgedreven specialisatie
Sterk afgebakende doelgroep
Eerder zeldzaam
Extra hoge drempels (voorschot)
→ Vb. afkickcentra
3de lijns HV:
Nog meer gespecialiseerde zorg
Nog beperktere doelgroep
Doorverwijzing
Hoge drempel
→ Jongeren die een jeugd delict hebben gepleegd (jeugdrechter maakt uitspraak = gedwongen hulp)
2de lijns HV:
Meer gespecialiseerde zorg
Beperktere doelgroep
Geen goedkeuring voor nodig
Hogere drempel (je moet iets betalen, afspraak maken)
→ Vb. CGG, CKG
1ste lijns HV:
Laagdrempelige professionele hulpverlening (algemene zorgverlening)
Direct toegankelijk (5 B’s)
→ Beschikbaarheid (openingsuren)
→ Bereikbaarheid
→ Betaalbaar
→ Bruikbaar
→ Begrijpbaar
Ruim verspreid
Brede doelgroep
Breed aanbod
→ Vb. JAC, CLB, K&G → Vormen de brede instap (doel: kinderen, jongeren, ouder kunnen hier terecht)
Nuldelijns hulpverlening:
Zelfzorg
Mantelzorg
Sociale kaart = alle organisaties binnen de welzijnszorg
Het begrippenkader
Leerlingenbegeleiding
Hulpverlening aan gezinnen met jonge kinderen
Algemeen welzijnswerk (AWW)
Hulpverlening aan personen met een handicap
De bijzondere jeugdzorg (BJZ)
De geestelijke gezondheidszorg (GGZ)
Andere sectoren
HET BEGRIPPENKADER
1. INFORMELE VS FORMELE HULPVERLENING
Informele hulpverlening (meer focus):
→ Onbetaald en niet-professioneel
→ 3 categorieën:
Zelfzorg: zorg die zorgvrager zelf voorziet (empoweren)
Mantelzorg: omgevingszorg, zorg van
familie of directe sociale omgeving
Niet structureel gekoppeld aan een organisatie
Zorg door vrijwilligers: via georganiseerde structuur
Wel via een organisatie
→ = nuldelijnshulpverlening
Formele hulpverlening:
→ Beroepskrachten, betaald
→ Wettelijk bepaald wat (niet) kan
Mantelzorg:
33% van bevolking (2021)
Jonge mantelzorgers:
→ “Kinderen en jongeren tot 25 jaar die opgroeien met langdurig zieke ouder, broer, zus of ander
gezinslid die bijzondere zorgen nodig heeft.”
→ Minder zichtbaar o.w.v. angst en schaamte (taboe)
→ 21% van jongeren in Vlaanderen tussen 11 en 18 jaar woont bij persoon met langdurige ziekte of
beperking (119 000)
→ 5% woont bij persoon met langdurige ziekte of beperking én helpt minstens 4 uur/week (=27 253)
→ Vaker meisjes
→ Vaker in niet-tweeoudergezinnen
→ Vaker in gezinnen die jongeren als ‘niet rijk’ inschatten
→ Minder vaak uit A-stroom en ASO
→ Jonge MZ rapporteren meer problemen met mentale en fysieke gezondheid
→ Jonge MZ hebben minder schooltevredenheid, worden vaker gepest en pesten zelf ook
vaker
→ Jonge MZ hebben meer maturiteit
, 2. ECHELONERING VAN DE HULPVERLENING
Echelonering (= zoveelste lijn hulpverlening):
1712 = meldpunt tegen alle vormen van geweld (telefonisch)
4e lijns HV:
Sterk doorgedreven specialisatie
Sterk afgebakende doelgroep
Eerder zeldzaam
Extra hoge drempels (voorschot)
→ Vb. afkickcentra
3de lijns HV:
Nog meer gespecialiseerde zorg
Nog beperktere doelgroep
Doorverwijzing
Hoge drempel
→ Jongeren die een jeugd delict hebben gepleegd (jeugdrechter maakt uitspraak = gedwongen hulp)
2de lijns HV:
Meer gespecialiseerde zorg
Beperktere doelgroep
Geen goedkeuring voor nodig
Hogere drempel (je moet iets betalen, afspraak maken)
→ Vb. CGG, CKG
1ste lijns HV:
Laagdrempelige professionele hulpverlening (algemene zorgverlening)
Direct toegankelijk (5 B’s)
→ Beschikbaarheid (openingsuren)
→ Bereikbaarheid
→ Betaalbaar
→ Bruikbaar
→ Begrijpbaar
Ruim verspreid
Brede doelgroep
Breed aanbod
→ Vb. JAC, CLB, K&G → Vormen de brede instap (doel: kinderen, jongeren, ouder kunnen hier terecht)
Nuldelijns hulpverlening:
Zelfzorg
Mantelzorg