Hoofdstuk 1. DE PRENATALE PERIODE
FASE VOOR DE GEBOORTE
De prenatale ontwikkeling van de mens is afhankelijk van:
GOEI: toename van cellen, lengte en gewicht
RIJPING: in staat zijn om nieuwe functies te vervullen
Beïnvloed door de erfelijke factoren
LEREN: omgeving speelt hierbij een rol
HET EERSTE TRIMESTER (embryonale fase)
GERMINALE FASE
Eerste 2 weken, waarin de innesteling plaatsvindt
Zygote (bevruchte eicel)
DE VOLGENDE 6 WEKEN
Ontwikkeling centrale zenuwstelsel, ogen, oren, tanden, het gehemelte en externe genitaliën
TIJDENS DE EERSTE 3 MAANDEN
Zeer bepalend voor de ontwikkeling van de ongeboren mens
NA 12 WEKEN
De structurele uitbouw volledig foetus
HET TWEEDE TRIMESTER (3e t/m 7e maand)
Bewegingen maken (buigen, strekken, handen sluiten, kruip- en klimbewegingen
ROND 21 WEKEN NA CONCEPTIE
Afzonderlijke bewegingen van handjes, hoofd en voetjes
HALVERWEGE DE ZWANGERSCHAP
25 cm lang
IN DEZE MAANDEN…
Worden de meeste reflexen ontwikkeld
Deze reflexen geven informatie over het functioneren van de hersenen
EINDE 5E MAAND
Bijna alle hersencellen nodig bij de geboorte zijn aangemaakt
Bewegingen nemen af
Complexere functie zoals zintuigen worden ontwikkeld
HET DERDE TRIMESTER
LAATSTE 3 MAANDEN
Snelle gewichtstoename
Beperkte ruimte vastere positie innemen. Meestal met het hoofd naar beneden
LAATSTE MAANDEN VOOR DE GEBOORTE
Externe prikkels onderscheiden (hoge tonen, licht en donker, smaken onderscheiden)
, ONTWIKKELING VAN DE REFLEXEN
8 REFLEXEN VAN DE ONGEBOREN MENS IN VOLGORDE
1. Uterine withdrawal reflex
Het terugtrekken van het lichaam bij het knijpen in de tenen
Ontstaat: 5e – 7e week
Verdwijnt: 32e week voor de geboorte
2. De mororflex
Bij schrikken openen vingers, armen en spreiden benen
Ontstaat: 9 en 12 weken voor de geboorte
Verdwijnt: 2-4 maanden na de geboorte
3. De babinskyreflex
Bij aanraking voetzool de tenen spreiden
Ontstaat: na de geboorte
Verdwijnt: 1e – 2e levensjaar
4. De palmar reflex of grijpreflex
Vingers sluiten bij aanraking handpalm
Ontstaat: 11e week voor de geboorte
Verdwijnt: 2e – 9e maand na de geboorte
5. De asymmetrische tonische nekreflex
Hoofd naar een kant buigen roept het strekken van het been en arm van die kant
Ontstaat: 18e week voor de geboorte
Verdwijnt: 3e – 9e maand na de geboorte
6. De spinal galant reflex
Aanraking rug of buik maakt beweging na een kant
Ontstaat: 20e week voor de geboorte
Verdwijnt: 3e – 9e maand na de geboorte
7. De rooting reflex en sucking reflex
Ontstaat: 24e – 28e week voor de geboorte
Verdwijnt: 3e – 4e maand na de geboorte
8. De tonische labyrinthine reflex forewards
Ontstaat: rondom de bevalling
Verdwijnt: 3e – 4e maand na de geboorte
VISIES OP HET PRENATALE BEWUSTZIJN
LEERTHEORETISCHE OF BEHAVIORISTISCHE VISIE
Mens is bij de geboorte een onbeschreven blad en wordt bepaald door leerervaringen
Angstig of rustiger bij de geboorte? door de prenatale ervaringen (geconditioneerd)
BIOLOGISCHE VISIE
Interne of erfelijke factoren bepalen de mens
OMGEVINGSPSYCHOLOGISCHE VISIE
De mens wordt bepaald door de wisselwerking tussen sociale en ruimtelijke omgeving
COGNITIVISTISCHE VISIE
Informatieverwerking en de zelfsturing zijn bepalend
Bewustzijn wordt aan het vormen van een geheugen gekoppeld
PSYCHOANALYSTISCHE VISIE
Biologische aanleg en opvoedingservaringen in de eerste levensjaren als belangrijkste factor voor de
persoonlijkheid in ontwikkeling
HUMANISTISCHE VISIE
Individuele belevingen ruimte voor zelfontplooiing en eigen verantwoordelijkheid bepalend
FASE VOOR DE GEBOORTE
De prenatale ontwikkeling van de mens is afhankelijk van:
GOEI: toename van cellen, lengte en gewicht
RIJPING: in staat zijn om nieuwe functies te vervullen
Beïnvloed door de erfelijke factoren
LEREN: omgeving speelt hierbij een rol
HET EERSTE TRIMESTER (embryonale fase)
GERMINALE FASE
Eerste 2 weken, waarin de innesteling plaatsvindt
Zygote (bevruchte eicel)
DE VOLGENDE 6 WEKEN
Ontwikkeling centrale zenuwstelsel, ogen, oren, tanden, het gehemelte en externe genitaliën
TIJDENS DE EERSTE 3 MAANDEN
Zeer bepalend voor de ontwikkeling van de ongeboren mens
NA 12 WEKEN
De structurele uitbouw volledig foetus
HET TWEEDE TRIMESTER (3e t/m 7e maand)
Bewegingen maken (buigen, strekken, handen sluiten, kruip- en klimbewegingen
ROND 21 WEKEN NA CONCEPTIE
Afzonderlijke bewegingen van handjes, hoofd en voetjes
HALVERWEGE DE ZWANGERSCHAP
25 cm lang
IN DEZE MAANDEN…
Worden de meeste reflexen ontwikkeld
Deze reflexen geven informatie over het functioneren van de hersenen
EINDE 5E MAAND
Bijna alle hersencellen nodig bij de geboorte zijn aangemaakt
Bewegingen nemen af
Complexere functie zoals zintuigen worden ontwikkeld
HET DERDE TRIMESTER
LAATSTE 3 MAANDEN
Snelle gewichtstoename
Beperkte ruimte vastere positie innemen. Meestal met het hoofd naar beneden
LAATSTE MAANDEN VOOR DE GEBOORTE
Externe prikkels onderscheiden (hoge tonen, licht en donker, smaken onderscheiden)
, ONTWIKKELING VAN DE REFLEXEN
8 REFLEXEN VAN DE ONGEBOREN MENS IN VOLGORDE
1. Uterine withdrawal reflex
Het terugtrekken van het lichaam bij het knijpen in de tenen
Ontstaat: 5e – 7e week
Verdwijnt: 32e week voor de geboorte
2. De mororflex
Bij schrikken openen vingers, armen en spreiden benen
Ontstaat: 9 en 12 weken voor de geboorte
Verdwijnt: 2-4 maanden na de geboorte
3. De babinskyreflex
Bij aanraking voetzool de tenen spreiden
Ontstaat: na de geboorte
Verdwijnt: 1e – 2e levensjaar
4. De palmar reflex of grijpreflex
Vingers sluiten bij aanraking handpalm
Ontstaat: 11e week voor de geboorte
Verdwijnt: 2e – 9e maand na de geboorte
5. De asymmetrische tonische nekreflex
Hoofd naar een kant buigen roept het strekken van het been en arm van die kant
Ontstaat: 18e week voor de geboorte
Verdwijnt: 3e – 9e maand na de geboorte
6. De spinal galant reflex
Aanraking rug of buik maakt beweging na een kant
Ontstaat: 20e week voor de geboorte
Verdwijnt: 3e – 9e maand na de geboorte
7. De rooting reflex en sucking reflex
Ontstaat: 24e – 28e week voor de geboorte
Verdwijnt: 3e – 4e maand na de geboorte
8. De tonische labyrinthine reflex forewards
Ontstaat: rondom de bevalling
Verdwijnt: 3e – 4e maand na de geboorte
VISIES OP HET PRENATALE BEWUSTZIJN
LEERTHEORETISCHE OF BEHAVIORISTISCHE VISIE
Mens is bij de geboorte een onbeschreven blad en wordt bepaald door leerervaringen
Angstig of rustiger bij de geboorte? door de prenatale ervaringen (geconditioneerd)
BIOLOGISCHE VISIE
Interne of erfelijke factoren bepalen de mens
OMGEVINGSPSYCHOLOGISCHE VISIE
De mens wordt bepaald door de wisselwerking tussen sociale en ruimtelijke omgeving
COGNITIVISTISCHE VISIE
Informatieverwerking en de zelfsturing zijn bepalend
Bewustzijn wordt aan het vormen van een geheugen gekoppeld
PSYCHOANALYSTISCHE VISIE
Biologische aanleg en opvoedingservaringen in de eerste levensjaren als belangrijkste factor voor de
persoonlijkheid in ontwikkeling
HUMANISTISCHE VISIE
Individuele belevingen ruimte voor zelfontplooiing en eigen verantwoordelijkheid bepalend
