§1 Verhoudingsformules van zouten
Begrippen:
Zout: stof uit positieve en negatieve ionen opgebouwd (elektrisch neutraal)
Enkelvoudige ionen: bestaat slechts uit één atoom (bijv, Fe2+)
Samengestelde ionen: bestaat uit meerdere atomen, die te veel of te weinig elektronen
bevatten (bijv, SO42-)
Niet-metaalatomen zijn negatief geladen
Metaal-atomen zijn positief geladen
Stappenplan voor het opstellen van een verhoudingsformule: Ijzer(III)sulfaat
1. Noteer de formules
Ijzer(III) = Fe3+ sulfaat = SO42-
2. Bepaal de verhouding
Fe3+ : SO42- = 2 : 3
3. Noteer positieve ion met index
Fe2
4. Noteer negatieve ion met index
(SO4)3
5. Noteer de verhoudingsformule
Fe2(SO4)3
Stappenplan voor naamgeving van zouten: Fe(NO3)2
1. Ga na uit welke ionen het zout bestaat
Fe2+of Fe3+ en NO3- ionen
2. Schrijf de naam van het positieve ion op
Ijzer(II)ion
3. Zet de naam van het negatieve ion erachter
Ijzer(II)nitraat
§2 Oplosbaarheid van zouten
Begrippen:
Hydratatie: ionen worden omringd door watermoleculen (oplossen van zouten, ionrooster
wordt verbroken en ontstaan losse ionen)
Oplosbaarheid van zouten op microniveau:
- Bij het oplossen valt de zout in vrije ionen uit elkaar, hierdoor wordt de ionrooster
afgebroken en de ionbindingen verbroken
- Maar, ionbindingen zijn er sterk. Waarom lossen ze goed op?
● Watermoleculen zijn dipoolmoleculen. Hierdoor zal de negatieve kant van het
watermolecuul naar een positief ion richten en andersom. Er wordt een
ion-dipoolbinding gevormd