100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Class notes

Pathologie 2

Rating
-
Sold
-
Pages
14
Uploaded on
04-07-2022
Written in
2021/2022

Samenvatting van de colleges van Pathologie 2, gegeven in thema 8 (eerste periode van het 3e jaar) Dit vak wordt gegeven als onderdeel van de opleiding Medische Diagnostiek.

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
July 4, 2022
Number of pages
14
Written in
2021/2022
Type
Class notes
Professor(s)
-
Contains
All classes

Subjects

Content preview

Pathologie 2
Les 1 Respiratoire systeem; Hendrik
Dyspneu  Kortademigheid
Crepitations  Krakende geluiden uit de longen
Hemoptysis  Bloed ophoesten
Cyanotisch  Blauw kleurend door zuurstofgebrek

 CRP eiwit: Duidt op een ontsteking als het verhoogd is  Acute fase respons
 BSE: Bezinkingssnelheid van de erytrocyten
 Acute fase reactie zorgt voor productie van fibrinogeen
 Gevolg pneumonie: Problemen met ademhaling zorgt voor meer problemen in lichaam

Virale pneumonie  Beginnende longontsteking  Vaak ook nog een bacteriële pneumonie
 Lastig te behandelen
 Bacteriële pneumonie kan worden behandeld met antibiotica
 Kan zich uiten overal in het weefsel, buiten de bronchiën (weefsel tussen longen is
interstitiële weefsel)
 Bronchiën zelf zijn ook ontstoken

Bacteriële pneumonie
1. Congestion: Bloedvaten gaan meer open staan (vasodilatie) Bacteriën en 1e
neutrofielen uit het bloed treden de alveoli in  Er loopt tegelijkertijd vocht in de
alveoli
2. Red hepatization: Rode bloedcellen gaan alveoli in  Veel neutrofielen, gaan
bacterie fagocyteren  Fibrine wordt afgezet  Wordt een stevig weefsel
3. Grey hepatization: Rode bloedcellen en neutrofielen verdwijnen, macrofagen komen
 Weefsel wordt minder rood, maar nog steeds fibrine in exsudaat (vanuit bloedvat)
4. Resolution: Vocht met fibrine wordt weggehaald, of blijft zitten, er ontstaat
littekenweefsel

Virale pneumonie
1. Het virus infecteert het type 1 pneumocyten (gewone epitheelcellen in longblaasje)
2. Type 2 pneumocyten  Produceren surfactant
3. Mononucleaire exsudaat: Witte bloedcellen gaan naar ontstekingsplaats (monocyten
en lymfocyten)
4. Er ontstaat oedeem in de alveoli en weefsel eromheen en monocyten/lymfocyten
infiltratie
5. Type 2 pneumocyten gaan meer surfactant produceren, dus meer vocht, en vertonen
hyperplasie  De cellen worden groter
6. Hyaline membraan bestaat uit fibrinogeen en plasma eiwitten




Acute fase respons  Systemische cytokine geïnduceerde reactie op een ontsteking

,  Lokale ontsteking
 Cytokines worden geproduceerd, komen via bloed overal in het lichaam terecht
 In de hersenen wordt prostaglandines geproduceerd die voor koorts, vermoeidheid en
niet eten zorgt
 In beenmerg: Bepaalde witte bloedcellen worden aangemaakt
 In lever: Zorgt voor acute fase respons eiwit en in korte tijd veel CRP productie
 Langzaam voor langere tijd wordt er fibrinogeen geproduceerd (acute fase reactie)
 Fibrinogeen zorgt ervoor dat de bezinkingssnelheid erytrocyten wordt verhoogd

Functie CRP eiwit: Bindt aan pathogenen om ze te opsoniseren voor fagocytose en kan
complement activeren

Acute Respiratory Distress Syndrome (ARDS)
 Ziekte
 Voor de infectie had de patiënt gewoon normale longen
 Erge beschadiging aan de long, krijgt een snelgroeiende respiratory failure (longfalen)
- Longfalen: Er wordt geen of minder zuurstof opgenomen en kunnen geen zuurstof
meer kwijt (problemen met gasuitwisseling, O2 en CO2)

Diffuse Alveolar Damage (DAD)
 Histologie, wat je ziet in het weefsel
 Patroon wat de reactie is op schade
 Longepitheel en longendotheel gaan veranderingen door en zijn beschadigd

Pathologie van ARDS
1. Acute exudative phase

ARDS kan zich ontwikkelen binnen 24-48 uur
1. Je krijgt necroses type 1 pneumocyten van alveolaire epitheel
2. Exsudatie van fibrine en vocht
3. Fibrine vormt een hyaline membraan
4. Je krijgt microtrombose doordat fibrine in de bloedvaten gaat zitten
5. Neutrofielen gaan de alveolus in en worden geactiveerd
6. Rode bloedcellen gaan de alveolus in

2. Late organization phase
- Je krijgt echt littekenweefsel tussen type 2 pneumocyten
- Je krijgt overal endotheel activatie

Histologie normale long en DAD
- Er vindt geen gasuitwisseling plaats bij hyaline membraan
- Wanneer het littekenweefsel wordt  Honinggraat long (verhard weefsel)

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
lisaxpijnacker Hanzehogeschool Groningen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
44
Member since
4 year
Number of followers
17
Documents
5
Last sold
5 months ago

4,7

3 reviews

5
2
4
1
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can immediately select a different document that better matches what you need.

Pay how you prefer, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card or EFT and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions