100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Exam (elaborations)

Oefentoets Thema 1: inleiding in de biologie en thema 2: voortplanting

Rating
-
Sold
-
Pages
11
Grade
7-8
Uploaded on
06-06-2022
Written in
2020/2021

Dit is een oefentoets over de inleiding in de biologie en over voortplanting

Level
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Secondary school
Level
Course
School year
4

Document information

Uploaded on
June 6, 2022
Number of pages
11
Written in
2020/2021
Type
Exam (elaborations)
Contains
Answers

Subjects

Content preview

Begrippen

1. Welk begrip hoort bij de volgende beschrijvingen? 5p
zHet afsnoeren van blaasjes door het celmembraan om stoffen in de cel op te nemen.
Het weefsel dat inwendige en uitwendige lichaamsoppervlakten bekleed en beschermd.
Het proces waarbij door weeën de baarmoederhals en -mond wijder worden.
Als er op een hoger organisatieniveau een nieuwe eigenschap ontstaat die er op het lagere
organisatieniveau niet is.
Het klompje cellen dat ontstaat door klievingsdelingen.
Meerkeuze vragen
Voor elke meerkeuze is 1 punt te behalen.
Zeeslakken
Voor vraag 2 tot en met 5 heb je context 1 nodig.

Context 1:

Dieren die in symbiose leven met planten zijn al lang bekend. De groene
zeeslak Elysia chlorotica gaat nog een stapje verder en gebruikt alleen de
chloroplasten van de alg Vaucheria litorea. Nadat jonge slakjes van deze
algen hebben gegeten, worden de chloroplasten opgenomen door cellen
van hun darmkanaal. De slakken hoeven de rest van hun leven niet meer
te eten, omdat de chloroplasten in ieder geval zes maanden blijven
functioneren. Eenmaal in de slak delen de chloroplasten niet meer. Ze
worden ook niet via de eitjes doorgegeven aan de nakomelingen van de
slak. Doordat de slak een gen (PsbO) van de alg bezit, blijven de
chloroplasten lange tijd werkzaam. In de loop van de evolutie heeft de
slak dit gen op nog onbekende wijze overgenomen van de alg. Deze
‘horizontale genoverdracht’ stelt de slak misschien wel in staat verder te
evolueren tot een volledig autotroof dier.

2. Door welk transportmechanisme zijn de chloroplasten vanuit het darmlumen in de
darmwandcellen van de slak terechtgekomen?
A door middel van endocytose
B via een porie-eiwit in het celmembraan
C met behulp van een transportenzym in het celmembraan
3. Wat is de functie van een chloroplast?
A Opslag van reservevoedsel
B Scheidt de vacuole inhoud van het cytoplasma
C Hierin vind fotosynthese plaats
D Geeft een felle kleur aan een bloem
4. Deze slakken hoeven niet meer te eten. Toch kun je deze slakken niet dood noemen.
Waarom niet?
A Ze zijn levenloos.
B Voeden is geen levensverschijnsel, dus er is geen sprake om het dood te noemen.
C Voeden is wel een levensverschijnsel, maar het vertoont genoeg andere
levensverschijnselen om levend genoemd te worden.

, 5. Waar in de cellen van de slak vindt de transcriptie (het maken van) van het PsbO-gen plaats?
En waar de translatie in eiwitten?




Hartinfarct
6. Bij een hartinfarct worden de beschadigde hartspiercellen over het algemeen niet vervangen
door nieuwe hartspiercellen, maar door een ander type cellen. Er ontstaat een litteken en
dat leidt tot verlies van hartfunctie. Uit welk type weefsel bestaat dit litteken vooral?
A bindweefsel
B dekweefsel
C glad spierweefsel
D vetweefsel
7. Uit de hartoortjes kunnen naast stamcellen ook gespecialiseerde hartspiercellen worden
geïsoleerd. Die blijken echter minder geschikt voor het herstellen van de hartspier na
beschadiging. Vier mogelijke eigenschappen van cellen zijn:
1 in staat om te delen;
2 in staat om te differentiëren;
3 in staat om ritmisch samen te trekken;
4 in staat om te reageren op elektrische activiteit en op adrenaline. Welke van deze
eigenschappen is of zijn kenmerkend voor de stamcellen, waardoor ze geschikter zijn voor
reparatie van de hartspier dan de gespecialiseerde hartspiercellen?
A alleen 1
B alleen 1 en 2
C alleen 1, 2 en 3
D alle vier eigenschappen
Hormonen
8. Bekijk afbeelding 1. Welk hormoon (of welke hormonen) worden er in dit orgaan gemaakt?
A Progestron
B FSH en LH
C Testosteron
D FSH




afb. 1
9. Bekijk afbeelding 2. Welk hormoon wordt met 3 aangegeven?
A LH
B FSH
C Oestrogeen
D Progestron
R130,42
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
justdavidpoell

Document also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
justdavidpoell Radboud Universiteit Nijmegen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
6
Member since
3 year
Number of followers
4
Documents
15
Last sold
10 months ago

0,0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can immediately select a different document that better matches what you need.

Pay how you prefer, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card or EFT and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions