100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Volledige en overzichtelijke samenvatting Algemene Economie: Macro-economie

Rating
-
Sold
10
Pages
127
Uploaded on
20-05-2022
Written in
2021/2022

Samenvatting van het vak Algemene Economie deel 2, macro-economie. (gegeven in de Bachelor of Schakeljaar Organisatie & Management). Samenvatting bevat alle notities van de hoorcolleges, PowerPoints en is aangevuld met belangrijke info uit het handboek.

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
May 20, 2022
Number of pages
127
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

Algemene economie: macro-economie
H7: Productie, inkomens en bestedingen –
de macro-economische benadering
Micro-economie Macro-economie
Gaat na hoe individuen en bedrijven Bekijkt het geaggregeerde niveau en
(individuele economische agenten) beslissingen bestudeert vraagstukken die de economie als
nemen. geheel beïnvloeden.
(Heeft dus vnl. betrekking op allocatie- en (Heeft dus vnl. betrekking op het
distributieproblemen.) stabilisatieprobleem.)



1 Inleiding
Cijfermateriaal voor macro-economische analyse: “nationale rekeningen” , “nationale boekhouding”:

− Registreert de transacties tussen de economische agenten
− Volgens systeem van dubbel boekhouden
− Cruciaal concept: bruto binnenlands product (bbp)
− Boekhoudkundige gelijkheid: nationaal product (waarde van de productie)
= nationaal inkomen (gecreëerde inkomens)
= bestedingen van het nationaal product



2 Productie, toegevoegde waarden en factorvergoedingen
Eenvoudig voorbeeld: productie van schoenen
 Verschillende productiefasen:

− Bewerken huiden (huidenhandel) Intermediair goed
− Leder van maken (leerlooierijen) Intermediair goed
− Verwerken tot schoenen (schoenfabriek) Intermediair goed
− Schoenen aan consumenten verkopen (schoenwinkel) Finaal goed

Waar vind je de waarden? Finaal goed, waarden van de schoenen in de schoenwinkel. Indien je de
waarde van intermediaire goederen optelt, dan krijg je dubbeltellingen  vermijden

Toegevoegde waarden = de waarde (ontvangsten) van de voortgebracht goederen
- de waarde van de verbruikte intermediaire goederen.

Verbruikte intermediaire goederen = economische goederen en diensten die van andere bedrijven
worden betrokken en als input gebruikt worden bij de eigen productie. Ze dienen nog verder als
input voor een ander bedrijf.

Finaal goed = een goed dat in een bepaalde periode werd voortgebracht end at in dezelfde periode
niet in een volgende productiefase is opgegaan.  nodig om BBP te berekenen.

1

,Waar vind je de waarden? De toegevoegde waarden per productiefase berekenen.
 Verschillende productiefasen:

− Bewerken huiden (huidenhandel) Voegt waarde toe
− Leder van maken (leerlooierijen) Voegt waarde toe
− Verwerken tot schoenen (schoenfabriek) Voegt waarde toe
− Schoenen aan consumenten verkopen (schoenwinkel) Voegt waarde toe
= som van de toegevoegde waarden = waarde finaal goed

Tabel 1: Productie van schoenen
1) TW / BBP:

W=F
=A–M
= waarde finale goederen
= som van TW
We hebben dus W = A – M = som van F
en ook de waarde van de productie
= waarde finale goederen
= som van toegevoegde waarden Toegevoegde waarde wordt gebruikt om de factorvergoedingen
= som van factorvergoedingen (F) (productiefactoren) te vergoeden. Daarom is TW = F
 Het BBP is hier €40.

3 Voorraden
In realiteit wordt niet altijd alles verkocht. Er blijft vaak nog een stukje voorraad over. De waarde van
de productie wordt uitgesplitst in: verkopen & wijzigingen in voorraden.

Tabel 2: Productie van schoenen (met voorraadwijzigingen)

2) TW / BBP met
eindvoorraad:

W=F
=A–M
= A1 + VE – M


W = F = A – M = A1 + VE – M
(A1 = totale verkopen en VE = veranderingen in eindvoorraad)  88 + 3 – 51 = 40

De waarde van de productie
= de waarde van de finale goederen (waarde schoenen in de winkel en de waarde van de
aangelegde voorraden)  37 + 3 = 40
= de som van de toegevoegde waarden  10 + 5 + 20 + 5 = 40
= de som van de factorvergoedingen  10 + 5 + 20 + 5 = 40
 Het BBP is hier €40

! Opgelet er is een extra finaal goed. Namelijk de eindvoorraad van 3 bij huidenhandel. Want die
gaan niet op in een volgende handel (zie definitie)



2

,4 Soorten factorvergoedingen
Uitsplitsing van de verschillende soorten factorvergoedingen:
3) TW / BBP met eindvoorraad en
− Eigenlijke factorvergoedingen F1 (loonsom (arbeid), pachtsom
onderscheid factorvergoedingen:
(natuur), intrestsom (kapitaal))
− Winst (π, als vergoeding voor ondernemingsinitiatief) W=F=Y
− =A-M
= A1 + Ve – M
 Alles wat er verdient wordt, komt uiteindelijk allemaal bij de
= F1 + π
gezinnen terecht als inkomen (Y).
De waarden van productie (W) = waarden inkomen (Y)
 We krijgen daarom: W = F = Y = A - M = A1 + Ve – M = F1 + π
 Let op! In het verder verloop van de cursus mag je dus productie (W) = inkomen (Y),
evenwichtsoutputniveau = evenwichtsinkomenniveau etc onderling verwisselen.



5 Bruto vs nettoproduct
Bruto nationaal product (men heeft geen rekening gehouden met depreciatie)

Maar duurzame kapitaalgoederen lijden aan slijtage 4) Netto nationaal product
= afschrijvingen of depreciatie (D) = bruto nationaal product – depreciatie
= W–D
 Daarom netto nationaal product
= F1 + π – D
= bruto nationaal product – depreciatie
= Y–D
= W–D
= F1 + π – D (netto-factorvergoedingen)
= Y–D (netto-inkomen)

 Nogmaals netto (nationaal) inkomen = netto (nationaal) product zijn dezelfde termen.

Wat is een betere maatstaf voor de welvaart van en land? De netto toegevoegde waarde.
Het geeft namelijk de productie weer die een land heft gerealiseerd zonder op de kapitaalvoorraad
te teren.




3

, 6 Gelijkheid tussen product, inkomen en bestedingen
Nationaal product
= Nationaal inkomen
Netto nationaal product
= Bestedingen van het nationaal product
= Nationaal inkomen
Waarde van de productie = nationaal product (W) = Bestedingen van het nationaal product
Som van alle factorvergoedingen =nationaal inkomen (Y)

Som van alle bestedingen:
Stel: economie met enkel gezinnen en bedrijven (geen export, import of overheid) dan bestaat de
economie uit:

− Consumptie (C) door gezinnen
− Investeringen (Iep)1 door bedrijven
o Vervangingsinvesteringen
o Uitbreidingsinvesteringen
o Voorraadinvesteringen
vb. soms krijg je niet alles verkocht en gaat je overschot naar je voorraad, dan krijg je
positieve voorraadinvestering. Op andere momenten heb je tekort, dan krijg je
negatieve voorraadinvestering.

Figuur 1: Relatie tussen product, inkomen en bestedingen




Bruto-investeringen Netto-investeringen




1
Iep = ex post, investeringen die je werkelijk gerealiseerd hebt, maar kan je pas achteraf weten.
Later komt Iea = ex anta, investeringen die je gepland hebt.
4

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
nyahardenoy1 Universiteit Antwerpen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
132
Member since
3 year
Number of followers
93
Documents
8
Last sold
1 month ago

4,1

14 reviews

5
7
4
4
3
1
2
1
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can immediately select a different document that better matches what you need.

Pay how you prefer, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card or EFT and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions