NCOI Eindopdracht Masterclass Strategisch management cijfer 7,5 met beoordeling

Exameninformatie Stap 1: Wat levert de student in? De eindopdracht van de masterclass Strategisch Management luidt: "Kies een besluit of (beleids)voornemen dat binnen de organisatie waarin of waarvoor wordt gewerkt ‘strategisch’ wordt genoemd en direct of indirect een relatie heeft met het producten- en dienstenaanbod en de afzetmarkt(en) van de organisatie. U analyseert dit besluit en schrijft er een rapport over gericht aan de directie van uw organisatie. Stap 2: Waar moet de opdracht aan voldoen? Beschrijf het besluit of voornemen nauwkeurig en analyseer: Waarom wordt het een 'strategisch' besluit gevonden, met andere woorden, wiens claim is het? En hoe is het besluit tot stand gekomen? Met andere woorden, welke stappen van strategievorming zijn doorlopen ter voorbereiding op de besluitvorming? Welke kwantitatieve en kwalitatieve analyses zijn uitgevoerd (if any) om tot het besluit te komen? Neem de resultaten van door de organisatie verrichte analyse(s) op in de bijlagen van de eindopdracht. In hoeverre is het strategisch onderzoek methodisch valide en betrouwbaar onderzocht? Ontbreekt er ten onrechte informatie en/of is het interne of externe analyse kwalitatief gezien niet of matig uitgevoerd? Voer in dat geval de benodigde interne en/of externe analyses alsnog uit. Wanneer de inhoud van het oorspronkelijke strategische besluit bijvoorbeeld een slecht onderbouwde positioneringskeuze voor een (nieuwe) dienst betrof, dan voert u alsnog een Abell analyse uit om vast te stellen welke behoeften van welke afnemers met behulp in welke vorm (technologieën) kunnen worden bediend. De interne en/of externe analyses geeft u vorm via zelfstandige observatie en analyse. Grootschalig onderzoek (meerdere interviews en/of een enquête) is niet vereist. Dit zou vragen oproepen in de organisatie omdat het besluit immers al genomen is. Gebruik wel minimaal twee informeel te benaderen informatiebronnen (data, personen, deskresearch). Kwalificeer met behulp van literatuur de (ir)rationaliteit van de strategische keuze en kies de strategieschool, die naar uw overtuiging het beste past bij de dynamiek en het proces dat heeft geleid tot het strategisch keuze of belangrijke beleidsvoornemen. Probeer dat zo goed mogelijk te illustreren, bijvoorbeeld met behulp van notulen, tekst uit jaarverslagen, aankondigingen in nieuwsbrieven of interviews. Herontwerp vervolgens het strategie- en besluitvormingsproces, zodat de uitkomsten ervan robuuster en waardevoller zijn voor de organisatie. Reflectie. Reflecteer op het behalen van de algemene leerdoelen van de Masterclass en op de mogelijke toepassing van het geleerde in deze Masterclass in uw praktijk. Naar aanleiding van deze reflectie noteert u drie ontwikkelpunten voor uzelf. Hierbij valt te denken aan ontwikkelpunten voor volgende Masterclasses of voor de praktijk. Stap 3: Wat is de opbouw en structuur van deze eindopdracht? Deze eindopdracht bevat minimaal de volgende onderdelen: Voorblad met de volgende informatie: - Voorletters en naam - Studentnummer - Datum - NCOI - Naam van de opleiding die u volgt - Naam van de Masterclass Voorwoord U stelt zich voor en beschrijft de persoonlijke aanleiding voor de keuze voor het onderwerp van uw eindopdracht. Samenvatting U maakt een samenvatting van maximaal 1 pagina van de inhoud van uw eindopdracht. Deze samenvatting moet compleet en begrijpelijk zijn voor iemand die de eindopdracht niet heeft gelezen. Inhoudsopgave Inleiding In de inleiding beschrijft u de organisatie waarvoor u uw eindopdracht heeft gemaakt, evenals het belang en de opzet van uw eindopdracht. De hoofdtekst: zie stap 2 Reflectie (maximaal 1 A4’tje) Literatuurlijst Relevante bijlagen (eventueel) Uw eindopdracht bestaat uit minimaal 8 en maximaal 15 pagina’s opgemaakte hoofdtekst (inclusief inleiding) en maximaal 7 pagina’s (A4-formaat) bijlagen, bij regelafstand 1 en lettertype en -grootte Arial 10/11. Voorblad, voorwoord, samenvatting, inhoudsopgave en literatuurlijst tellen niet mee in genoemde omvangslimieten. Indien u het aantal pagina’s overschrijdt, dan kan dit consequenties hebben voor uw beoordeling. Alle informatie over het inleveren van uw eindopdracht vindt u op e-Connect onder ‘Examens’ en ‘Help’. We raden u aan zo snel mogelijk te beginnen met uw opdracht. Gebruik literatuurverwijzingen De tekst bevat minimaal 15 relevante en verschillende literatuurverwijzingen, waaronder 2 zelfgezochte bronnen (artikelen, boeken of links naar wetenschappelijke vindplaatsen die zijn niet aangeboden binnen de voor de Masterclass verplichte of aanbevolen leerstof). U vindt in de download bij de exameninformatie een document met richtlijnen voor het gebruik van literatuurverwijzingen. U dient deze richtlijnen aan te houden. Beoordeling De beoordeling van deze opdracht wordt gedaan door een beoordelaar. Bij NCOI is de beoordelaar altijd iemand anders dan uw eigen docent. Als deze eindopdracht met een voldoende of hoger (≥ 5,5) wordt beoordeeld, heeft u aangetoond dat u de algemene leerdoelen van deze Masterclass beheerst. De beoordelaar beoordeelt uw eindopdracht en gebruikt daarbij een beoordelingsformulier waarop ook het cijfer wordt genoteerd. De beoordelingscriteria zijn uitgewerkt in de download ‘Beoordelingscriteria en handreiking beoordeling’, zodat u weet waarop de beoordelaar uw eindopdracht beoordeelt. De eindopdracht wordt beoordeeld met één totaalcijfer (heel of half cijfer) en een onderbouwing hiervan. De beoordeling van uw eindopdracht vindt u op e-Connect onder het tabblad ‘Examens’. Indien u een onvoldoende heeft behaald, kunt u op e-Connect nadere informatie vinden over een herkansing. Indien u het niet eens bent met uw beoordeling verwijzen wij u naar de bezwaarprocedure, zoals beschreven in de Onderwijs- en Examenregeling (OER) en het Uitvoeringsreglement Toetsing & Examinering. U vindt het formulier ‘Bezwaar Examencommissie’ onder ‘Mijn downloads’ op e-Connect. Houd er rekening mee dat u een bezwaar inhoudelijk en gedegen dient te motiveren. Beoordelingscriteria De beoordelingscriteria van deze opdracht zijn onderaan de exameninformatie opgenomen in de download ‘Beoordelingscriteria en handreiking beoordeling’. Fraude en/of plagiaat Fraude en/of plagiaat heeft vergaande negatieve consequenties. NCOI controleert met behulp van antiplagiaatsoftware alle door de student ingeleverde (werk)stukken. Om deze controle mogelijk te maken dient u uw (werk)stuk in te leveren in een origineel onbeveiligd Word- of pdf-bestand (kopieën of scans zijn niet toegestaan). Indien u het ingediende (werk)stuk zodanig inlevert dat de antiplagiaatsoftware niet kan controleren op plagiaat, dan ziet de examencommissie dit als plagiaat en leidt dit onherroepelijk tot een onvoldoende oordeel van uw (werk)stuk (beoordeling ‘F’). Voor de definitie en consequenties van fraude en/of plagiaat verwijzen wij u naar de OER en het Uitvoeringsreglement Toetsing & Examinering. U vindt deze documenten onder ‘Mijn downloads’ op e-Connect. Er wordt verwacht dat u op de hoogte bent van de vastgestelde informatie in de OER en het Uitvoeringsreglement Toetsing & Examinering. Let op! Wanneer u de opdracht gelijktijdig in Word- én in pdf-formaat inlevert, wordt dit door de antiplagiaatsoftware gezien als 100% plagiaat. Lever daarom niet twee keer hetzelfde document in. Houd er rekening mee dat ook zelfplagiaat negatieve consequenties heeft. U mag (gedeeltes van) eerder ingeleverde opdrachten niet opnieuw inleveren, tenzij het om een herkansing gaat. Cijfer7,5 (100%) Motivatie en verbeterpunten In een rapport dat via het titelblad een duidelijke ambitie toont geeft professional en studente Tina Kok invulling aan de eind opdracht MC SM. Mijn comments en tips volgen de punten uit de examen informatie en zijn geclusterd in de punten (a) Algemeen, (b) Inhoud en (c) Vorm (Structuur). Ad (1) Algemeen: De inleidende teksten tonen dat de uitdaging speelt in een onderneming die opereert in de agrarische sector. De organisatie (een kweker) is beschreven op punten als: producten en diensten, jaar van oprichting, oprichter, type organisatie, schaalgrootte, unique selling points, klanten, distributie systeem, ontwikkelingen in de branche. De lezer kan zich met dit al in een behoorlijke mate inleven in de organisatie in kwestie. Ad (2) Inhoudelijk 2.1. Het vraagstuk (==> beoordeling). Het Strategisch Besluit heeft betrekking op de voornoemde ontwikkelingen de branche, die er, in essentie, op neerkomen dat kwekers meer moeten doen voor lagere prijzen. Inhoudelijk betekent het Besluit: meer luxe producten in het portfolio opnemen. Uit de toelichtingen wordt duidelijk wie het Besluit heeft genomen en ook dat de Besluitvormers vanuit hun perspectief het (heel begrijpelijk, denk ik) als een Strategisch Besluit willen typeren. Zonder afbreuk hieraan te willen doen is mijn pleidooi aan de studente om het Strategisch gehalte van het Besluit ook zelf, op basis van theorie te beoordelen. Dat kan bijvoorbeeld m.b.v. strategie definities (die de organisatie goed passen) van theoretici als Johnson c.s. 2.2. Analyses voorafgaand aan de besluitvorming. (==> beoordeling). Uit P2.2. valt af te leiden dat en welke analyses door het bedrijf, voorafgaand aan het nemen van het Strategisch Besluit zijn uitgevoerd. Mijn tip aan de studente om, vanuit het curriculum van de MC SM, zich een oordeel te vormen over de basis van de Besluitvorming. Is het, naar uw mening, voldoende? zijn er, naar uw mening, witte vlekken in de basis (de 'feiten') voor de Besluitvormers? 2.3. Validiteit en betrouwbaarheid (==> beoordeling) De teksten (gegen in P2.3) maken duidelijk: 'Door deze beperkingen is de mate van betrouwbaarheid en validiteit lastig vast te stellen'. Gegeven voorgaande teksten begrijp ik dat wel. Toch denk ik dat u een stap verder had kunnen gaan. Namelijk door te denken in relaties in variabelen. Uit het rapport leid ik af dat de besluitvormers een ingreep (interventie) willen doen op de variabele product portfolio en ook dat zij van die ingreep een positief effect verwachten op de prijzen die zij voor hun producten ontvangen en uiteindelijk op de omzet (of winstgevendheid) van hun organisatie. In het onderzoek komt het er dan op neer (als mijn vooronderstellingen juist zijn) om de (samenhang van de) variabelen product portfolio, prijzen van producten en omzet (winstgevendheid) zowel valide als betrouwbaar te kunnen analyseren c.q. te meten. 2.4. Aanvullende analyses (==> beoordeling) Het rapport toont dat de volgende analyses zijn uitgevoerd. Porter/5F, een model dat helpt bij het in kaart brengen (en meten) van concurrentie krachten. Nuttig is dat u in de bijlage een ingevulde vragenlijst toont en in de hoofdtekst de cijfers. Dus een kwantitatieve analyse uitvoert. Nuttig is dat u duidelijk zowel de sterkte als de zwakte van de analyse (gezien vanuit het perspectief van het Strategisch Besluit beschrijft) Abell analyse, een model dat helpt bij de positioneringskeuze (in de markt). U geeft, vind ik, nuttige interpretaties bij deze analyse, waaronder de interpretatie: 'Met betrekking tot het strategisch besluit is het van belang dat de organisatie uitzoekt of zij beschikken over deze nieuwe technologieën (vaardigheden). Indien ze er niet over beschikken, is het belangrijk dat ze uitzoeken of het mogelijk is om deze technologieën dan te ontwikkelen. Met behulp van een interne analyse is het mogelijk om de huidige vaardigheden van een organisatie in kaart te brengen'. 7S'n. Ook in de interpretatie van bevindingen uit dit model geeft u, vind ik, nuttige interpretaties. Waaronder de interpretatie: 'De Abell analyse laat zien dat er voor de nieuwe behoeften ook nieuwe technologieën nodig zijn. Uit de analyse van het 7S-model blijkt dat de onderneming nog niet alle vaardigheden beschikt die nodig zijn voor het produceren van de nieuwe ‘luxe’ producten. Uit de interviews blijkt dat het management zich hier niet zo druk om maakt. Volgens hen zijn de nieuwe vaardigheden snel te ontwikkelen. De medewerkers uit de productie maken zich echter wel zorgen over het nieuwe productieproces'. 2.5. (ir) rationaliteit en strategie scholen (==> beoordeling): De invulling geeft, naar mijn mening, waardevolle uitspraken. Een voorbeeld daarvan is (citaat): "Het strategie vormingsproces van de organisatie sluit aan bij de stroming van Porter en Ansoff. SO Natural heeft in het strategie vormingsproces onderzocht welke activiteiten zij aan hun unieke mix kunnen toevoegen om zo beter in te spelen op de kansen in de omgeving. Hierbij is niet onderzocht wat de kern bekwaamheden zijn van de organisatie en of deze nieuwe activiteiten ook tot de kern bekwaamheden horen. Het risico van de stroming van Porter en Ansoff is dat het strategisch besluit onvoldoende wordt gebaseerd op de krachten van de organisatie en daardoor minder duurzaam concurrentievoordeel biedt' De keuze van de strategie scholen die in het rapport zijn gemaakt lijkt, gegeven eerder teksten, goed verdedigbaar. Het zelfde mag ik zeggen voor keuzen m.b.t. de lenzen (van Johnson) en de stijlen (van Idenburg). En ook voor de e conclusie (kwalificatie) die in P3.5. is gegeven: 'Het besluit is genomen op basis van gevoel en ervaring en is vooral gericht op de behoeften uit de externe omgeving. Bij de besluitvorming zijn geen rationele analyses uitgevoerd en er is onvoldoende gekeken naar de kern bekwaamheden van de organisatie. Hierdoor is het niet zeker of het strategisch besluit wel succesvol en levensvatbaar zal zijn. De irrationaliteit kan een negatief effect hebben op de kwaliteit en duurzaamheid van de strategie' 2.6. Verbeteringen in het strategie vormings- en besluitvormingsproces (==> beoordeling) De invulling van dit punt heeft betrekking op een vergelijking tussen enerzijds het model SAFe en anderzijds de resultaten uit vooronderzoek en (mogelijke) aanvullende analyses. De vergelijking heeft, meen ik, voor de organisatie waardevolle tips opgeleverd. 2.7. Reflectie (==> beoordeling) het rapport bevat een (STARR) reflectie van waarde. 3. Vorm (Structuur): (==> beoordeling) De structurering in het rapport mag ik als goed beoordelen. Er is een match tussen beoordelingspunten uit de examen informatie en rapport elementen, er is samenhang tussen en binnen de teksten. De schrijfstijl maakt het rapport plezierig leesbaar. Op basis van de inhoud van de teksten bijeen en van de vorm waarin de teksten zijn gegoten mag ik het resultaat als ruim voldoende plus beoordelen (en bijgevolg becijferen). Opmerking: De becijfering is gebaseerd op de regel van de Businessschool dat voor inhoudelijke onderwerpen maximaal 9 punten gegeven mogen worden en voor de structuur maximaal 1 punt.