Gezinsondersteuning
1 Over vroeger en nu…: over maatschappelijke veranderingen,
opvoedingsonzekerheid en de behoefte aan opvoedingsondersteuning
1.1 Legitimering van opvoedingsondersteuning
Tendensen en veranderingen (evoluties in de wetenschap, economie,…) hebben een inpakt op
opvoeding
1.1.1 Historische context
Een viertal brede periodes die we kunnen onderscheiden die de verschuivende perspectieven op
gezin en opvoeding aantonen:
1) De liberale nachtwakerstaat
2) Gerationaliseerde overheidsinmenging
3) Sociaal-democratische welvaartstaat
4) De opkomst van het neo liberalisme
Nu: kan nog niet getypeerd worden
De liberale nachtwakerstaat:
19e eeuw moralistische periode: interveniëren in het gezin vanuit morele en religieuze
beweegredenen
Patriarchale, burgerlijke gezin is de norm
Burgerij bepaalt de norm: hoe er opgevoed wordt en hoe een gezin eruit ziet
o Vader = kostenwinner
o Vrouw = opvoedster feminisering van opvoedingstaken (als er iets is met het kind
wordt de moeder verantwoordelijk gesteld)
Enorme kindersterfte
Overheid en gezin twee aparte zaken
Industriële revolutie heeft enorme inpakt:
o Gezinsinkomen verdwijnt en wordt vervangen door individuele inkomsten
Figuren: notaris, pastoor, burgemeester, leerkracht (de figuren, zij bepaalde wat goed en niet
goed was) Arbeiders moesten die regels volgen
1886: men kwam in opstand
Decontextualisering (er wordt niet gekeken naar de context en iets wordt gezien als individueel
probleem en er wordt onmiddellijk gekeken naar de ouders) bv. op een bepaald moment zeggen:
als je teveel spijbelt kan je je kindergeld verliezen
Liefdadigheid met een focus op moeder- en kinderzorg was niet enkel liefdadigheid maar ze
deden dit ook om zichzelf als beter te zien
Zuigelingen-raadplegingen, melkkeukens en bewaarscholen
,Gerationaliseerde overheidsinmenging:
Tweede helft 19e eeuw
Eugenetica (= het sterker maken van het menselijk ras) en Statistiek als legitimering voor
preventie
o Gewicht/lengte worden bijgehouden
o Gemiddelde curves (bij afwijking word je hierop aangesproken) slechte opvoeding?
Andere oorzaken?
Institutionalisering en pedagogisering (kinderwetten 1901)
Kinderen als kapitaal, de toekomst
o Overheid kijkt meer en meer als object van pedagogische bekommernis
o Kinderen zijn de toekomst van de maatschappij, dus we moeten daar zorg voor hebben
o Initiatieven: afschaffen kinderarbeid, leerplicht van 6 tot 12 jaar
Ouders zijn nu niet alleen verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen:
o Opvoedingsadvies wordt geboren (iets van alle tijden, maar krijgt een heel nieuwe vorm
wetenschappers)
o Van moraliserend opvoedingsadvies naar psychologiserend opvoedingsadvies
o Opvoedingsboeken
o Reinheid, rust en regelmatig (3 grote kapstokken) nu komt Spok die zegt dat
opvoeden meer dan dat is en ook leuk mag zijn, ouders mogen ook zelf dingen bepalen
en invullen hoe ze dit zelf willen (brengt meer verantwoordelijkheid met zich mee als
ouder)
Sociaal-democratische welvaartstaat:
Jaren 50’ en 60’
Welvaart en sociale zekerheid
Patriarch verdwijnt en erkomt een stijl waar er meer onderhandelt wordt
Van Welvaart naar welzijn bv. opkomst kindergeld
“Verzorgingsstaat” en “Interventiestaat”
Meer institutionalisering en professionalisering: meer scholen, jeugdbewegingen, sportclubs,…
Detraditionalisering en morele vrijheid: eerst zie je dit terugkomen in de muziek, als je je niet
meer vasthoudt aan tradities ben je meer aangewezen op jezelf en zelf zaken gaan uitzoeken,
meer toeleggen op individuele ontplooiing, gezin wordt meer gezien als een omgeving waar
kansen en potenties zijn
Geloof in maakbaarheid
Keuzevrijheid en verantwoordelijkheid (individu)
Herculpabilisering van ouders
Er verschijnen teksten, oudercursussen
1958: algeloof in de wetenschap vindt weerslag in onze sector bv. Bowlby, Erikson
,De opkomst van het neo liberalisme:
1980: economische crisis
Van verzorgingsstaat naar sociale investeringsstaat
Activerend discours + nadruk op preventie als legitimering bv. hmm je hebt geen werk, we
kunnen je niet zomaar geld geven, je zal eerst enkele zaken moeten doen om geld te krijgen +
preventie bv. hoe ga je inzetten om werkloosheid te verkleinen
Terug naar de nachtwakersstaat?
o Opvatting: ouders moet je opleiden terugslag in de geschiedenis (meer nadruk op
veiligheid en sociale order zoals in de liberale nachtwakersstaat, opnieuw minder nadruk
op het welzijn)
o Opvatting: opvoeders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding van de kinderen
21e eeuw: responsabilisering van ouders
“Ouders vormen om hun kinderen succesvol op te voeden”, “Geloof in maakbaarheid”
Toenemende psychologisering en medicalisering van het kind het invoeren van ziektenamen
zorgt voor een ander kader (vroeger werd dit eerder getypeerd als iemand die bv. moeilijk kan
stilzitten)
Ontwikkeling van het kind komt centraal te staan (plezier lijkt naar de achtergrond te gaan,
verantwoord speelgoed, tekenfilms moet iets educatiefs bijbrengen,…)
Nu:
Invloed: economie, wetenschap, sociale veranderingen en politiek op opvoeding
Terugkerend:
o Ouders = steeds unieke en centrale opvoedingsverantwoordelijken
o Individualisering van sociale problemen (+ responsabilisering en normalisering)
Vandaag?
o Veel aandacht voor opvoedingsondersteuning
o Een breuk met het verleden? Gedeelde opvoedingsverantwoordelijkheden?
1.1.2 Aandacht voor opvoedingsonzekerheid
Tendensen:
Verandering van informele sociale netwerken (meer sociale media, meer families en gezinnen die
verder uit elkaar wonen dan vroeger) kunnen deze evenveel kwalitatief ondersteunen?
Detraditionalisering: uiteenlopende opvattingen over opvoeding en de grotere variëteit in
gezinsvormen geven volgens verschillende contactpersonen aanleiding tot een grotere
keuzevrijheid bij opvoeders ouders kunnen niet meer steunen op een traditie van vaste
normen en waarden (ouders moeten zelf een keuze maken en beslissen hoe zij opvoeding zin
kunnen geven)
Individualisering en onderhandeling: individuele verlangens en behoeften meer op de voorgrond
komen te staan binnen de gezinnen
Groeiend bewustzijn van ouders bij hun opvoedingstaak: ouderschap is een bewuste keuze
(beperkt aantal kinderen) ouders hechten veel waarde aan de ontwikkelingsomgeving van hun
kind bv. veilige speeltuinen, meer zaken opzoeken als je zwanger bent, vrijheid veel meer
ingeperkt,…
Naar buiten treden met opvoedingsvragen en –onzekerheid verloopt makkelijker (geen nieuw
fenomeen, maar zichtbaarder geworden door de media)
1.1.2.1 Opvoedingsonzekerheid, een probleem?
Een probleem?
, Opvoedingsonzekerheid kan eerder als een constructie van deskundigen beschouwd worden
‘gepaste’ sociale voorzieningen en preventieve interventies
Uit onderzoek blijft dat ouders opvoedingsonzekerheid doorgaans zelf niet uitsluitend als
probleem zien eerder een uiting van hun intentie om een zo goed mogelijke opvoeding van
hun kinderen te verzekeren
Ouders verdienen wel degelijk steun bij hun opvoedingstaak opvoeding is een
socialisatieproces dat niet alleen plaatsvindt in de wisselwerking tussen ouders en kinderen,
maar zich ook buiten de context van het gezin afspeelt
1.1.3 Het spanningsveld tussen opvoedingsondersteuning en preventie
Het werkveld van opvoedingsondersteuning kan ingedeeld worden in twee grote groepen:
1) Initiatieven die primair gericht zijn op het versterken van de opvoedingscompetenties en het
zelfwaardegevoel van ouders (empowerment) en vertrekken vanuit de opvoedingsvragen,
bekommernissen en behoeften van de ouders zelf
2) Initiatieven met als prioritair doel de preventie van gedragsproblemen van kinderen gericht
op de opvoedings- en omgevingsfactoren die invloed uitoefenen op het gedrag van het kind
Spanningsveld opvoedingsondersteuning en preventie:
Merendeel van de professionals sluit zich aan bij de visie die opvoedingsondersteuning
beschouwt als preventie zij gaan ervan uit dat deze praktijk ertoe bijdraagt dat weinige
problematische situaties niet escaleren, wat een instroom in de hulpverlening helpt voorkomen
Anderen willen opvoedingsondersteuning duidelijk gescheiden houden van zowel hulpverlening
als preventie opvoedingsondersteuning wordt beschouwd als een basisrecht van elke ouder
en pleiten voor een structurele inbedding van opvoedingsondersteunde initiatieven in de
maatschappelijke dienstverlening
1.2 Wat is opvoedingsondersteuning?
Voorbeelden van opvoedingsondersteuning:
Brochure van de opvoedingswinkel
Programma ‘Super Nanny’
Website Kind & Gezin
Spelotheek (soort bibliotheek waar je speelgoed kan uitlenen en waar ouders komen om elkaar
te ontmoeten)
Leerkrachten
Opvoedingslijn
Infoavond
Voorbeelden die geen opvoedingsondersteuningen zijn:
Spelbox met brochure met uitleg over drugs (kan gespeeld worden in bv. een leefgroep met
jongeren) er wordt niet gericht naar de opvoedingsfiguren, enkel naar de jongeren
Jeugdbeweging
1.2.1 Definitie(s)
1.2.1.1 De definities van Vandemeulebroecke
Opvoedingsondersteuning = op intentionele wijze steun bieden aan ouders (ouderfiguren) bij hun
opdracht en taak als opvoeders
Intentioneel: doelgericht
Gericht op ouders en ouderfiguren: bv. pleegouders, stiefouders,…
1 Over vroeger en nu…: over maatschappelijke veranderingen,
opvoedingsonzekerheid en de behoefte aan opvoedingsondersteuning
1.1 Legitimering van opvoedingsondersteuning
Tendensen en veranderingen (evoluties in de wetenschap, economie,…) hebben een inpakt op
opvoeding
1.1.1 Historische context
Een viertal brede periodes die we kunnen onderscheiden die de verschuivende perspectieven op
gezin en opvoeding aantonen:
1) De liberale nachtwakerstaat
2) Gerationaliseerde overheidsinmenging
3) Sociaal-democratische welvaartstaat
4) De opkomst van het neo liberalisme
Nu: kan nog niet getypeerd worden
De liberale nachtwakerstaat:
19e eeuw moralistische periode: interveniëren in het gezin vanuit morele en religieuze
beweegredenen
Patriarchale, burgerlijke gezin is de norm
Burgerij bepaalt de norm: hoe er opgevoed wordt en hoe een gezin eruit ziet
o Vader = kostenwinner
o Vrouw = opvoedster feminisering van opvoedingstaken (als er iets is met het kind
wordt de moeder verantwoordelijk gesteld)
Enorme kindersterfte
Overheid en gezin twee aparte zaken
Industriële revolutie heeft enorme inpakt:
o Gezinsinkomen verdwijnt en wordt vervangen door individuele inkomsten
Figuren: notaris, pastoor, burgemeester, leerkracht (de figuren, zij bepaalde wat goed en niet
goed was) Arbeiders moesten die regels volgen
1886: men kwam in opstand
Decontextualisering (er wordt niet gekeken naar de context en iets wordt gezien als individueel
probleem en er wordt onmiddellijk gekeken naar de ouders) bv. op een bepaald moment zeggen:
als je teveel spijbelt kan je je kindergeld verliezen
Liefdadigheid met een focus op moeder- en kinderzorg was niet enkel liefdadigheid maar ze
deden dit ook om zichzelf als beter te zien
Zuigelingen-raadplegingen, melkkeukens en bewaarscholen
,Gerationaliseerde overheidsinmenging:
Tweede helft 19e eeuw
Eugenetica (= het sterker maken van het menselijk ras) en Statistiek als legitimering voor
preventie
o Gewicht/lengte worden bijgehouden
o Gemiddelde curves (bij afwijking word je hierop aangesproken) slechte opvoeding?
Andere oorzaken?
Institutionalisering en pedagogisering (kinderwetten 1901)
Kinderen als kapitaal, de toekomst
o Overheid kijkt meer en meer als object van pedagogische bekommernis
o Kinderen zijn de toekomst van de maatschappij, dus we moeten daar zorg voor hebben
o Initiatieven: afschaffen kinderarbeid, leerplicht van 6 tot 12 jaar
Ouders zijn nu niet alleen verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen:
o Opvoedingsadvies wordt geboren (iets van alle tijden, maar krijgt een heel nieuwe vorm
wetenschappers)
o Van moraliserend opvoedingsadvies naar psychologiserend opvoedingsadvies
o Opvoedingsboeken
o Reinheid, rust en regelmatig (3 grote kapstokken) nu komt Spok die zegt dat
opvoeden meer dan dat is en ook leuk mag zijn, ouders mogen ook zelf dingen bepalen
en invullen hoe ze dit zelf willen (brengt meer verantwoordelijkheid met zich mee als
ouder)
Sociaal-democratische welvaartstaat:
Jaren 50’ en 60’
Welvaart en sociale zekerheid
Patriarch verdwijnt en erkomt een stijl waar er meer onderhandelt wordt
Van Welvaart naar welzijn bv. opkomst kindergeld
“Verzorgingsstaat” en “Interventiestaat”
Meer institutionalisering en professionalisering: meer scholen, jeugdbewegingen, sportclubs,…
Detraditionalisering en morele vrijheid: eerst zie je dit terugkomen in de muziek, als je je niet
meer vasthoudt aan tradities ben je meer aangewezen op jezelf en zelf zaken gaan uitzoeken,
meer toeleggen op individuele ontplooiing, gezin wordt meer gezien als een omgeving waar
kansen en potenties zijn
Geloof in maakbaarheid
Keuzevrijheid en verantwoordelijkheid (individu)
Herculpabilisering van ouders
Er verschijnen teksten, oudercursussen
1958: algeloof in de wetenschap vindt weerslag in onze sector bv. Bowlby, Erikson
,De opkomst van het neo liberalisme:
1980: economische crisis
Van verzorgingsstaat naar sociale investeringsstaat
Activerend discours + nadruk op preventie als legitimering bv. hmm je hebt geen werk, we
kunnen je niet zomaar geld geven, je zal eerst enkele zaken moeten doen om geld te krijgen +
preventie bv. hoe ga je inzetten om werkloosheid te verkleinen
Terug naar de nachtwakersstaat?
o Opvatting: ouders moet je opleiden terugslag in de geschiedenis (meer nadruk op
veiligheid en sociale order zoals in de liberale nachtwakersstaat, opnieuw minder nadruk
op het welzijn)
o Opvatting: opvoeders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding van de kinderen
21e eeuw: responsabilisering van ouders
“Ouders vormen om hun kinderen succesvol op te voeden”, “Geloof in maakbaarheid”
Toenemende psychologisering en medicalisering van het kind het invoeren van ziektenamen
zorgt voor een ander kader (vroeger werd dit eerder getypeerd als iemand die bv. moeilijk kan
stilzitten)
Ontwikkeling van het kind komt centraal te staan (plezier lijkt naar de achtergrond te gaan,
verantwoord speelgoed, tekenfilms moet iets educatiefs bijbrengen,…)
Nu:
Invloed: economie, wetenschap, sociale veranderingen en politiek op opvoeding
Terugkerend:
o Ouders = steeds unieke en centrale opvoedingsverantwoordelijken
o Individualisering van sociale problemen (+ responsabilisering en normalisering)
Vandaag?
o Veel aandacht voor opvoedingsondersteuning
o Een breuk met het verleden? Gedeelde opvoedingsverantwoordelijkheden?
1.1.2 Aandacht voor opvoedingsonzekerheid
Tendensen:
Verandering van informele sociale netwerken (meer sociale media, meer families en gezinnen die
verder uit elkaar wonen dan vroeger) kunnen deze evenveel kwalitatief ondersteunen?
Detraditionalisering: uiteenlopende opvattingen over opvoeding en de grotere variëteit in
gezinsvormen geven volgens verschillende contactpersonen aanleiding tot een grotere
keuzevrijheid bij opvoeders ouders kunnen niet meer steunen op een traditie van vaste
normen en waarden (ouders moeten zelf een keuze maken en beslissen hoe zij opvoeding zin
kunnen geven)
Individualisering en onderhandeling: individuele verlangens en behoeften meer op de voorgrond
komen te staan binnen de gezinnen
Groeiend bewustzijn van ouders bij hun opvoedingstaak: ouderschap is een bewuste keuze
(beperkt aantal kinderen) ouders hechten veel waarde aan de ontwikkelingsomgeving van hun
kind bv. veilige speeltuinen, meer zaken opzoeken als je zwanger bent, vrijheid veel meer
ingeperkt,…
Naar buiten treden met opvoedingsvragen en –onzekerheid verloopt makkelijker (geen nieuw
fenomeen, maar zichtbaarder geworden door de media)
1.1.2.1 Opvoedingsonzekerheid, een probleem?
Een probleem?
, Opvoedingsonzekerheid kan eerder als een constructie van deskundigen beschouwd worden
‘gepaste’ sociale voorzieningen en preventieve interventies
Uit onderzoek blijft dat ouders opvoedingsonzekerheid doorgaans zelf niet uitsluitend als
probleem zien eerder een uiting van hun intentie om een zo goed mogelijke opvoeding van
hun kinderen te verzekeren
Ouders verdienen wel degelijk steun bij hun opvoedingstaak opvoeding is een
socialisatieproces dat niet alleen plaatsvindt in de wisselwerking tussen ouders en kinderen,
maar zich ook buiten de context van het gezin afspeelt
1.1.3 Het spanningsveld tussen opvoedingsondersteuning en preventie
Het werkveld van opvoedingsondersteuning kan ingedeeld worden in twee grote groepen:
1) Initiatieven die primair gericht zijn op het versterken van de opvoedingscompetenties en het
zelfwaardegevoel van ouders (empowerment) en vertrekken vanuit de opvoedingsvragen,
bekommernissen en behoeften van de ouders zelf
2) Initiatieven met als prioritair doel de preventie van gedragsproblemen van kinderen gericht
op de opvoedings- en omgevingsfactoren die invloed uitoefenen op het gedrag van het kind
Spanningsveld opvoedingsondersteuning en preventie:
Merendeel van de professionals sluit zich aan bij de visie die opvoedingsondersteuning
beschouwt als preventie zij gaan ervan uit dat deze praktijk ertoe bijdraagt dat weinige
problematische situaties niet escaleren, wat een instroom in de hulpverlening helpt voorkomen
Anderen willen opvoedingsondersteuning duidelijk gescheiden houden van zowel hulpverlening
als preventie opvoedingsondersteuning wordt beschouwd als een basisrecht van elke ouder
en pleiten voor een structurele inbedding van opvoedingsondersteunde initiatieven in de
maatschappelijke dienstverlening
1.2 Wat is opvoedingsondersteuning?
Voorbeelden van opvoedingsondersteuning:
Brochure van de opvoedingswinkel
Programma ‘Super Nanny’
Website Kind & Gezin
Spelotheek (soort bibliotheek waar je speelgoed kan uitlenen en waar ouders komen om elkaar
te ontmoeten)
Leerkrachten
Opvoedingslijn
Infoavond
Voorbeelden die geen opvoedingsondersteuningen zijn:
Spelbox met brochure met uitleg over drugs (kan gespeeld worden in bv. een leefgroep met
jongeren) er wordt niet gericht naar de opvoedingsfiguren, enkel naar de jongeren
Jeugdbeweging
1.2.1 Definitie(s)
1.2.1.1 De definities van Vandemeulebroecke
Opvoedingsondersteuning = op intentionele wijze steun bieden aan ouders (ouderfiguren) bij hun
opdracht en taak als opvoeders
Intentioneel: doelgericht
Gericht op ouders en ouderfiguren: bv. pleegouders, stiefouders,…