100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Other

Kennisdoelen T&S, jaar 2 blok B

Rating
4,0
(1)
Sold
15
Pages
16
Uploaded on
31-05-2015
Written in
2014/2015

Kennisdoelen Taal en spraak, jaar 2 blok B opleiding logopedie

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
May 31, 2015
Number of pages
16
Written in
2014/2015
Type
Other
Person
Unknown

Subjects

Content preview

Kennisdoelen
De student definieert SLI zoals die worden beschreven door L.B. Leonard en
D.V.M. Bishop in het algemeen en Jan de Jong in het Nederlands:
‘De term specific language impairment wordt gebruikt voor kinderen die een
taalstoornis hebben die niet aantoonbaar het gevolg is van een andere primaire
stoornis, bijvoorbeeld in de intelligentie, in het gehoor of in het neurologisch
functioneren. Ook een taalstoornis als gevolg van sociaal–emotionele of
gedragsproblemen of van ernstige verwaarlozing wordt per definitie niet als
primair beschouwd. Bovendien mag er geen sprake zijn van een louter
anatomisch defect van de spraakorganen’. De hier aangehaalde definitie, is
ontleend aan Stark & Tallal (1981)’ (J. de Jong in Handboek stem-, spraak- en
taalpathologie, 1997)

Noem de universele morfo-syntactische kenmerken van SLI:
- het weglaten van verplichte elementen zoals flexiemorfemen,
hulpwerkwoorden, koppelwerkwoorden en lidwoorden.
- congruentiefouten
- problemen in de argumentstructuur van zinnen: weglaten van verplichte
zinsdelen
- zoals het lijdend voorwerp of een onderwerp

Noem de volgende morfo-syntactische kenmerken van SLI voor het Nederlands:
- het weglaten van het vervoegingsmorfeem zodat een stam overblijft
o hij kom
- het vervangen van het morfeem voor meervoud door een
enkelvoudsuitgang
o de kinderen komt
- het onvervoegd realiseren van het werkwoord aan het eind van de zin
o hij naar huis komen

Benoem de perioden (prelinguale-, vroeglinguale periode, differentiatiefase en
voltooiingsfase) van de normale verwerving van het Nederlands (volgens
Schaerlaekens, 2008).
Prelinguale periode (0 – 1 jaar)
- Huilen/schreien (0 tot 6 weken)
- Vegetatieve geluiden
- Vocaliseren (6 weken tot 4 maanden)
- Vocaal spel (4 tot 7 maanden)
- Brabbelen (8 tot 12 maanden)
- Passieve taalontwikkeling op fonologie en semantiek.

Vroeglinguale periode (1 – 2,6 jaar)
- Van brabbelen naar woordgebruik
- Eénwoordfase
- Tweewoordfase en meerwoordfase  telegramstijlfase
- Kind beseft dat woord een betekenis heeft
- Beurtwisseling komt op gang
- Woordenschat explosie  passieve woordenschat
- Semantiek en syntaxis actief.
- Fonologie en pragmatiek ontplooien zich verder.

, Differentiatiefase (2,6 – 5 jaar)
- Zinnen van drie, vier en vijf zinsdelen
- Verworven van de basisvaardigheden
- Verfijnen van uitbreiden woordenschat, vormen van syntaxis.
- Fonologie: enkele fonologische processen zijn nog aanwezig.
- Semantiek: relatie tussen woorden
- Kind verwerft morfologische vaardigheden.
- Zowel metalinguïstisch bewustzijn als fonologisch bewustzijn ontstaat.
- Semantiek, woordenschat en syntaxis groeien door.
- Morfologische ontwikkeling: samenstellingen, meervoudsvormen en
verkleinwoorden
- Zinslengte neemt toe en de woordvolgorde veranderd.
- Samengestelde zinnen (nevenschikking en onderschikking)/
- Nieuwe woordklassen:
o bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden
o lidwoorden
o voornaamwoorden
o voorzetsels

Voltooiingsfase (vanaf 5 jaar)
- Woordenschat blijft uitbreiden, er worden steeds nieuwe woorden ontdekt.
Ze exploreren de juiste betekenis van woorden en de semantische relaties
rond woorden.
- Morfosyntactische aspecten: zinsconstructies verlopen veel vlotter.
- Kinderen behoren nu ook tot meerdere communicatiekringen (thuis,
school, buurt, vriendjes en vriendinnetjes).
- Metalinguïstisch bewustzijn, nadenken en reflecteren, manifesteert zich
verder,
- Fonologie: geen fonologische processen meer, alle fonemen correct
gerealiseerd.
- Semantiek: expliciet werken aan concepten, betekenisrelaties.

Beschrijf welke onderzoekinstrumenten en observatiemethoden gebruikt kunnen
worden om het niveau van verschillende aspecten (fonologie, semantiek,
syntaxis, pragmatiek) van de taalontwikkeling te kunnen bepalen en beschrijft
van elke (sub)test welk taalaspect gemeten wordt.
- TARSP = morfologie en syntaxis
- STAP = morfologie, syntaxis, semantiek en pragmatiek

Benoem de mogelijkheden en beperkingen van beschrijvingen van de spontane
taal van kinderen en de mogelijkheden en beperkingen van de spontane
taalanalysemethoden TARSP en STAP.

Spontane Taaltest
taalanalyse

Betrouwbaarhei +/- +
d

Validiteit + +/-

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
9 year ago

4,0

1 reviews

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
MarielleO Hogeschool Utrecht
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
297
Member since
11 year
Number of followers
154
Documents
17
Last sold
1 month ago

3,6

61 reviews

5
15
4
24
3
11
2
7
1
4

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can immediately select a different document that better matches what you need.

Pay how you prefer, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card or EFT and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions