Deze samenvatting dateert uit 2020 en is geüpdatet met de actuele lesstof in januari 2022.
Leer naast de samenvatting goed de relevante dieetbehandelingsrichtlijnen:
● Dieetbehandelingsrichtlijn 1: chronische obstipatie
● Dieetbehandelingsrichtlijn 2: divertikelziekte en IBS
● Dieetbehandelingsrichtlijn 10: coeliakie/dermatitis herpetiformis
● Dieetbehandelingsrichtlijn 16: voedselovergevoeligheid bij zuigelingen
● Dieetbehandelingsrichtlijn 21: lactose-intolerantie
● Dieetbehandelingsrichtlijn 26: leveraandoeningen
● Dieetbehandelingsrichtlijn 28: maag- en slokdarmklachten
● Dieetbehandelingsrichtlijn 30: acute en chronische pancreatitis
● Dieetbehandelingsrichtlijn 31: IBD: colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn
● Dieetbehandelingsrichtlijn 46: allergische voedselovergevoeligheid >1 jaar
Aanvullende informatie:
● Dieetbehandelingsrichtlijn 17: ondervoeding
● Dieetbehandelingsrichtlijn 32: ileostoma
● Dieetbehandelingsrichtlijn 38: slikstoornissen door neurologische aandoeningen
● Dieetbehandelingsrichtlijn 42: short bowel syndroom
● Dieetbehandelingsrichtlijn 43: enterale en parenterale voeding
Inhoudsopgave
Wet- en regelgeving 1
IBS, diarree, obstipatie en divertikels 2
IBD, Ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa 4
Maag, gal-, lever- en pancreasaandoeningen 9
Pro- en prebiotica 14
Overgevoeligheid, intolerantie, allergie en aversie 15
Dieetbehandeling bij allergieën 18
Lactose-intolerantie 19
Coeliakie 20
,Wet- en regelgeving
De meerwaarde van de diëtist bestaat uit het feit dat de diëtist tegenover andere
consulenten een beschermde titel hebben met kennis geregistreerd in het Kwaliteitsregister.
De diëtist heeft de juiste kennis voor de cliënt en kan deze door een HBO afgeronde
opleiding doorgeven aan de cliënt. Het DTD (Directe Toegankelijkheid Diëtist) is van belang
voor de cliënt, omdat de cliënt een barrière minder heeft om naar de diëtist te stappen.
Ontwikkelingen AVG-Wkkgz en Wet BiG - college van Everdien van de Leek
WKKgz: Wet kwaliteit, klachten en geschillen in de zorg. Iedere zorgverlener is verplicht een
regeling te hebben voor de opvang en behandeling van klachten en geschillen. Verbetering
van de kwaliteit, versterken van de positie van de cliënt en snellere aanpak klachten.
Deze wet geldt voor:
- Alle praktijkhouders
- Grotere instellingen (ziekenhuizen)
- ZZP’ers, mits meer dan 2 zorgaanbieder als opdrachtgever
AVG: algemene verordening gegevensbescherming (per 1 juli 2018). Deze wet is voor het
veilig houden van informatie en het dossier van de cliënt. De cliënt heeft ook het recht om
het dossier te wissen.
Wet BiG: De diëtist heeft een beschermde titel via deze wet. Het staat voor Beroepen in de
individuele gezondheidszorg. De titel is alleen voor personen met een wettelijk erkende
opleiding op dit vakgebied. Diëtisten staan dus niet letterlijk geregistreerd in het BiG register,
maar wel in het Kwaliteitsregister Paramedici.
Kwaliteitsregister Paramedici is een kwaliteitssysteem, waar je werkt aan je kwaliteiten hoog
te houden en je kennis op peil te houden. Dit kan van alles zijn, zoals colleges volgen. Elke
5 jaar moet je uit verschillende categorieën activiteiten ondernemen.
1
, IBS, diarree, obstipatie en divertikels
Diarree ontstaat wanneer de
peristaltiek te hevig is, veroorzaakt
door IBS, medicatie, infecties en
ook voeding/vezels. (> 3x per dag
naar wc of > 200ml/24 uur).
Obstipatie is een verstopping van
de darmen, een moeizame
stoelgang. Veroorzaakt door weinig
vezels, uitdroging, IBS of
medicatie.
Divertikels zijn kleine uitstulpingen
van (vaak dikke) darm, die
ontstaan op zwakke plekken in de darmwand die naar buiten groeien. Dit is het gevolg van
weinig vezels. Als ze gaan ontsteken ontstaat diverticulitis.
IBS/PDS is een verstoring van de functie van het maag-darmkanaal (met name dikke darm).
De darm heeft te weinig of te veel (darmspasme) peristaltiek. Bij PDS zijn de zenuwen in de
darmwand extra gevoelig, waardoor de klachten als obstipatie, diarree en buikpijn ontstaan.
Gebruik IBS-QOL om de effectiviteit van de behandeling te evalueren.
Het is bij diarree of obstipatie belangrijk om vezelrijke producten te consumeren. Vezels
werken in de darmen als een soort spons waardoor ze water opnemen, hierdoor blijft de
ontlasting zacht en soepel. Vezels haal je uit volkorenproducten, groente, fruit, peulvruchten
en noten. Ook voldoende drinken helpt om dit tegen te gaan, zodat vezels hun werk kunnen
doen en zich hieraan kunnen binden. Bij diarree voorkomt dit zelfs uitdroging.
Gasophoping, flatulentie en een opgeblazen gevoel kunnen allemaal gevolg zijn van
gasophoping in de buik. Langzaam verteerbare voedingsstoffen zorgen ervoor dat de
darmflora actiever is met de verwerking dan bij snel-verteerbare voedingsstoffen. Hierdoor
ontstaat gasvorming. Ook het inslikken van lucht en het drinken van koolzuurhoudende
dranken kunnen zorgen voor gasvorming.
Het gastrocolische reflex zijn de krachtige golven van samentrekking door de spieren van
maagwand en darmen direct na een maaltijd. Hierdoor moet men vaak na het eten naar het
toilet.
Koolhydraten die langzaam-verteerbaar zijn, zorgen dus voor een actievere darmflora.
Snel-verteerbare koolhydraten hebben dit juist minder. Daarnaast heeft de vetinname ook
invloed op de darmen. Door een te lage vetinname, kun je obstipatie krijgen.
2