100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Systeemmodellering 1 tentamenstof

Rating
-
Sold
1
Pages
33
Uploaded on
23-01-2022
Written in
2021/2022

Alle tentamenstof van systeemmodellering 1 van de Wiki.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
January 23, 2022
Number of pages
33
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

TB112C Systeemmodellering 1: modelleerprincipes

1. Analyse van complexe socio-technische systemen

Actor= een individu, groep of organisatie die een dusdanige rol speelt in het systeem dat je
deze in beschouwing moet nemen voor de beantwoording van de onderzoeksvraag.
● heeft altijd belang bij en/of invloed op ten minste één factor

Factor= een eigenschap van een systeem die van belang is voor de beantwoording van de
onderzoeksvraag.
● als geen enkele actor (indirect) geïnteresseerd is in een bepaald systeemaspect, dan
is dat geen factor
● voorbeelden factoren bij fileprobleem:
○ wegcapaciteit
○ veiligheid

Systeem= een deel van de werkelijkheid waarover we een vraag willen beantwoorden

Aggregatie= een samenvoeging tot een groter geheel
● voorbeelden:
○ beschrijvende statistieken zoals de som en het gemiddelde
○ mens is een aggregatie van orgaan

Algemeen systeemmodel= elk systeem (S) is te zien als een geordend paar (E, R), waarin
E een verzameling elementen is en R een verzameling relaties

Beslisboom= een beslismodel in de vorm van een netwerk met een “boomstructuur”
● de interne knopen (vierkantjes) geven diagnostische beslissingen weer
● elk van deze knopen toets of de situatie aan een voorwaarde voldoet
● voorbeeld: inkoopbeleid




● algemene conflictregels:
○ Superioriteitsregel: hoog gaat voor laag
○ Specialiteitsregel: speciaal gaat voor algemeen
○ Posterioriteitsregel: nieuw gaat voor oud

Causalerelatiediagram= een conceptueel model dat beschrijft hoe grootheden in een
systeem elkaars waarde beïnvloeden

, ● de knopen zijn grootheden
● de takken weergeven een transitieve beïnvloedingsrelatie
● een cykel (loop) impliceert dat het systeem dynamisch is

Conceptueel model= een representatie van een systeem waarin je de concepten en hun
onderlinge relaties weergeeft die van belang zijn voor het beantwoorden van de
onderzoeksvraag
● Soorten:
○ Verbaal, grafisch, symbolisch

Criterium= een voorwaarde met betrekking tot een factor die een rol speelt in de
overweging van een actor bij het nemen van een beslissing
● doelen van een actor definiëren criteria voor die actor
● impasse= criteria zijn dusdanig strijd met elkaar dat niet één oplossing aan allemaal
voldoet
● voorbeeld: “Mijn tentamencijfer voldoet gelukkig aan het slagingscriterium.”
○ factor: tentamencijfer, voorwaarde: >5.8

Doelenboom= een conceptueel model dat beschrijft hoe de doelen van een actor kunnen
worden geoperationaliseerd tot meetbare criteria
● knopen zijn doelstelling
● takken representeren definitierelatie
● onderste doel heeft eenheid
● volledige geoperationaliseerde doelstelling= geeft precies het gewenste
waardebereik aan

Efficiëntie= de verhouding tussen twee andere factoren
= output / input
● voorbeeld: De efficiëntie van een zonnepaneel kun je modelleren als Pe/Pz (geleverd
elektrisch vermogen / vermogen ingestraald door de zon).

Operationeel model= een model dat de concepten en relaties in het model zodanig volledig
specificeert dat het mogelijk is om dit model zonder aanvullende informatie om te zetten in
een computationeel model
● voorbeeld: F = m * a

Multicriteriamodel= wordt gebruikt om een beslisser te helpen bij het kiezen uit
verschillende alternatieven
● basisvorm: alternatieven in kolommen, criteria in rijen
● voorbeelden:
○ effectentabel= geeft van elk alternatief de verwachte effecten door per
criterium aan te geven wat de verwachte waarde hiervan zou zijn
■ als een criterium geen standaard eenheid heeft mag je een
kwalitatieve schaal gebruiken (bv geluidshinder: ernstig)
○ score card= ingekleurde effectentabel
■ geeft geen weging van criteria
■ gebruikelijk criteria in volgorde van belangrijk (belangrijk boven)
○ SMART-model= kent relatieve gewichten toe aan de criteria

, ■ in elke rij komt 0 en 1 voor
■ voorkeursvolgorde: orde van hoogste gewogen somscore naar laag
■ voorbeeld:




Macht-belangdiagram= een conceptueel model dat inzicht geeft in de positie van actoren in
een probleemsituatie




● players= zij bepalen door hun handelen de toekomstige situatie
● subjects= zijn onderworpen aan de spelers, want ze zitten niet aan de speeltafel,
maar de gevolgen van de uitkomst voelen ze wel
● context setters= spelen zelf niet mee, maar kunnen wel dingen veranderen
● crowd= staan er bij en kijken er naar, maakt ze weinig uit hoe het afloopt

Probleem= wanneer een actor (probleemeigenaar):
● een kloof ziet tussen de door hem gewenste toestand van een systeem en de
huidige (of toekomstige) toestand van dat systeem;
● over middelen beschikt die de toestand van dat systeem kunnen veranderen;
● zich voor een dilemma geplaatst ziet omdat al zijn middelen die het systeem (meer)
in de gewenste toestand kunnen brengen (mogelijk) ongewenste neveneffecten
hebben

Risico= de kans dat een gebeurtenis optreedt vermenigvuldigd met het effect ervan
=R=K*E
= risico = kans * effect
● risico’s met dezelfde eenheid zijn direct vergelijkbaar

, Simulatie= een nabootsing van het dynamisch gedrag van een systeem met behulp van
een model

Systeemafbakening= een beperking van het toepassingsbeleid van een model
● kan op de volgende wijzen:
○ geografisch
○ periode (gemodelleerde periode)
○ tijdresolutie (per minuut)
○ aggregatieniveau (per huishouden)
○ selectie (verwaarlozing / geen onderscheid naar geslacht)

Systeemtoestand = de toestand van een systeem wordt beschreven door de waarden van
de factoren

Toestandsdiagram= een netwerkdiagram dat een schematische weergave is van een
systeem dat als eindigetoestandsautomaat wordt beschouwd
● cirkels zijn de verschillende toestanden waarin een systeem zich kan bevinden
● pijlen zijn de mogelijke overgangen vanuit een toestand naar een andere toestand
● pijlen hebben een logische uitspraak, conditie of kans
● Markovketen= toestandsdiagram met kanswaarden
● transitiepad= opeenvolging van toestanden die het systeem moet aannemen om van
A naar B te komen




Voorraad-stroomdiagram= een conceptueel model dat beschrijft hoe grootheden in een
systeem elkaar waarde beïnvloed
● rechthoeken zijn voorraadgrootheden
○ kunnen alleen worden beïnvloed door stroomgrootheden
● rechte dubbele pijlen met een “kraan” zijn stroomgrootheden
○ kan door alles worden beïnvloed
● naam zonder grafisch symbool zijn overige grootheden
○ kan door alles worden beïnvloed
● wolkje valt buiten systeemafbakening (bron/sink)
R121,86
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
noahr

Get to know the seller

Seller avatar
noahr Technische Universiteit Delft
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
12
Member since
3 year
Number of followers
8
Documents
8
Last sold
3 weeks ago

0,0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can immediately select a different document that better matches what you need.

Pay how you prefer, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card or EFT and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions