100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Klinische psychologie I S23222; Behaald resultaat 9

Rating
4,5
(8)
Sold
55
Pages
250
Uploaded on
23-04-2015
Written in
2014/2015

Uitgebreide samenvatting van het hele boek.

Institution
Course















Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
April 23, 2015
File latest updated on
May 6, 2015
Number of pages
250
Written in
2014/2015
Type
Summary

Content preview

Samenvatting module S 23222 Klinische psychologie door Dimphy Vermeulen pagina 1

, Deel 1

Het terrrein van de
klinische
psychologie




Samenvatting module S 23222 Klinische psychologie door Dimphy Vermeulen pagina 2

, HOOFDSTUK 1

Het vakgebied 'klinische psychologie'

Toepassingsgerichte disciplines Basisdisciplines
 Klinische en gezondheidspsychologie  Functieleer
 Arbeids- en organisatiepsychologie  Ontwikkelingspsychologie
 Onderwijspsychologie  Sociale psychologie
 Persoonlijkheidspsychologie
 Methodenleer

Klinische psychologie / abnormale psychologie is het vakgebied dat zich vooral bezig houdt met
gedrag dat afwijkt van een bepaalde norm. Het gaat daarbij om afwijkingen die lastig zijn voor de
persoon zelf of voor zijn omgeving.

Kennis van de basisdisciplines is van belang voor klinisch psychologen
Afwijkingen van de norm kunnen aspecten bevatten van de individuele persoon (denken, voelen
en doen), maar mensen kunnen ook afwijken van de norm in de relaties met andere mensen, wat
weer gevolgen kan hebben voor het denken, voelen en doen binnen het individu. Abnormale
gedragingen kunnen alleen worden verklaard tegen de achtergrond van normale processen.
Kennis van de basisdisciplines is dus van belang om afwijkingen van de norm te kunnen
vaststellen en begrijpen.

Factoren die beïnvloeden of gedrag als pathologisch of als abnormaal zal worden
beoordeeld
Het gaat hier om 7 aspecten die niet allemaal aanwezig zullen zijn. Tenminste 1 aspect moet zich
voordoen om van abnormaliteit te kunnen spreken.

1. Persoonlijk lijden. Dit is echter geen voldoende voorwaarde om van pathologie te kunnen
spreken, want we maken allemaal wel eens iets mee waardoor we tijdelijk uit balans zijn.
2. De (dis) functionaliteit van gedrag. Gedragingen zijn disfunctioneel als zij het individuele
functioneren, beroepsmatig en relationeel, belemmeren en verhinderen dat een persoon
zijn doel bereikt. Echter, dit hoeft geen symptoom te zijn van een psychische stoornis.
3. Irrationeel en onbegrijpelijk gedrag. Als er geen logica of zin te ontdekken is in het gedrag
van iemand.
4. Onvoorspelbaarheid en controleverlies. In een onvoorspelbare omgeving kunnen velen zich
bedreigd en kwetsbaar voelen. Of gedrag als abnormaal zal worden bestempeld, hangt af
van de situatie: Situaties waarin de regels die gewoonlijk het gedrag van een persoon
sturen zijn niet meer werkzaam / situaties waarin de toeschouwer de oorzaak of aanleiding
van het gedrag niet kent en ook niet kan achterhalen.
5. Opvallend en onconventioneel gedrag. Hierbij kiezen mensen vaak hun eigen gedrag als
maatstaf. Gedrag dat hier sterk van afwijkt zal eerder als abnormaal worden bestempeld.
Pas als gedrag opvallend is en ook sociaal onwenselijk zal het als abnormaal worden
bestempeld.
6. Gedrag dat een ongemakkelijk gevoel bij anderen teweegbrengt. Gedrag waarmee de
ongeschreven (impliciete/rest )regels in een bepaalde cultuur worden overschreden, kan bij
anderen een gevoel van ongemak geven.
7. Overtreden van morele normen. Beoordelen van gedrag op basis van morele normen, op
basis van opvattingen hoe men zich zou moeten gedragen.




Samenvatting module S 23222 Klinische psychologie door Dimphy Vermeulen pagina 3

,DSM IV definitie van mentale stoornissen APA 2000

Definiërende kenmerken
Een gedrags- of psychologisch syndroom dat samengaat met:
1. actueel lijden of
2. onvermogen (te kort schieten op een of meer belangrijke gebieden van het functioneren,
of met
3. een significant toegenomen risico om dood te gaan, pijn te lijden, of de persoonlijke
vrijheid te verliezen.

Uitsluitende omstandigheden
Een syndroom moet niet alleen:
1. een te verwachten en cultureel aanvaarde reactie zijn op een bepaalde gebeurtenis (bijv.
rouw)
2. bestaan uit deviant gedrag (zoals acties van politieke, religieuze of seksuele minderheden)
3. uitvloeisel zijn van conflicten tussen het individu en de maatschappij (zoals pogingen om
uitdrukking te geven aan de eigen individualiteit)

Mogelijke fouten bij de diagnostiek van psychische problemen van mensen uit etnische
minderheidsgroepen
 Fout positieve diagnoses. Door gedragingen en belevingen van een cliënt ten onrechte op
te vatten als een symptoom van psychopathologie. Fout positieve diagnoses kunnen
ontstaan door culturele verschillen, zoals verschillen in het tonen van initiatieven, in
lichaamstaal en in het uiten van emoties.
 Fout negatieve diagnoses. Het interpreteren van symptomen van psychopathologie als een
niet-pathologische cultuurgebonden reactie.
Clinici moeten rekening houden met welke religieuze of etnische referentiegroep de cliënt zich
identificeert, of de gedragingen en belevingen abnormaal zijn binnen die cultuur, hoe de klachten
door de leden van de cultuur worden aangeduid en wat in die cultuur gangbare verklaringen zijn
voor het gedrag van de cliënt. Om de kans op fouten te verkleinen, worden in de DSM IV culturele
en etnische variaties in het klinisch beeld beschreven. Ook is de 'Outline for Cultural Formulation'
opgenomen: checklist om cultuurgerelateerde factoren te inventariseren.

Grens tussen normaal en abnormaal gedrag:
 statistisch model
 medisch-ziektemodel
 leer- en onderwijsmodel

Het statistisch model van abnormaal gedrag en de nadelen van dit model
Dit model heeft vooral betrekking op de afgrenzingskwestie. Uitgangspunt is dat menselijke
eigenschappen min of meer normaal verdeeld zijn.
Nadelen:
 Waar moet precies de grens tussen normaal en abnormaal worden getrokken? Dit model
gaat uit van een dimensionele benadering, waarbij er geen strakke grens wordt getrokken,
maar krijgen de scores een betekenis in termen van zeer laag tot zeer hoog.
 Hoe ongewoon moet gedrag zijn om het abnormaal te kunnen noemen. Soms is dit model
niet toereikend omdat bepaald gedrag niet normaal verdeeld is.
 Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen afwijkingen die gepaard gaan met individueel
lijden en afwijkingen waarvoor dit niet geldt.

Het medisch of ziektemodel en en aantal bezwaren tegen dit model
De oorzaak van psychische stoornissen moet worden gezocht in onderliggende mechanismen, die
somatogeen of psychogeen zijn.


Samenvatting module S 23222 Klinische psychologie door Dimphy Vermeulen pagina 4

,Abnormaliteit →diagnosestelling door therapeut→therapie uitgekozen door therapeut. Patiënt
speelt passieve rol→genezing.

Nadelen:
 Geeft antwoord op de vraag waar de grens ligt tussen normaal en abnormaal, voor zover
aan psychische stoornissen duidelijk somatische oorzaken ten grondslag liggen. Bij een
bepaald aantal stoornissen is eerder sprake van afwijkingen van ethische en psychosociale
normen dan van medische afwijkingen.
 Dit model lijdt tot stigmatisering, labelen, self-fulfilling prophecy

Stigmatiseringsprocessen bij mensen met een psychische stoornis en diverse strategieën
tegen bestrijding hiervan. Publiek stigma en zelfstigma
Het psychiatrisch stigma wordt wel eens de 'tweede aandoening' of 'stille ziekte' genoemd, omdat
de effecten van de reacties van de omgeving net zo nadelig zijn voor het welbevinden als de
stoornis zelf.
 Door het etiketje zou betrokkene zich steeds meer als psychiatrisch patiënt gaan gedragen.
 Niet het label leidt tot negatieve reacties, maar het afwijkende gedrag.
 Etiketten beïnvloeden het verloop en de prognose.
 De ervaren of waargenomen stigmatisering verschilt per persoon en varieert gedurende het
beloop van een stoornis.
 Zowel waarneembare symptomen (manifest psychiatrische symptomen, sociale
vaardigheidstekorten, fysieke verschijning) als de diagnose 'psychische stoornis' brengen
stigmatiserende acties teweeg.

Publiek stigma Zelfstigma= leden van een gestigmatiseerde
groep internaliseren het publiek stigma
Stereotype=cultureel bepaalde negatieve Stereotype:
opvattingen over een groep die bekend zijn bij negatieve opvattingen over zichzelf
de meeste mensen van de samenleving.
Vooroordeel: Vooroordeel:
instemmen met een opvatting en/of negatieve instemmen met een opvatting, en negatieve
emotionele reacties vertonen, zoals woede of emotionele en cognitieve reacties vertonen,
angst zoals weinig eigenwaarde
Discriminatie: Discriminatie:
gedragsmatige reactie op een vooroordeel, gedragsmatige reactie op een vooroordeel,
zoals vijandig gedrag of vermijding zoals geen pogingen doen om werk te zoeken

Drie strategieën om publieke stigmatisering te voorkomen:
1. Protesteren. Leidt vooral tot gedragsverandering en niet tot attitudeverandering.
2. Bevorderen van contact, waardoor stereotype opvattingen worden ontkracht. Leidt niet
altijd tot stigmareductie, maar iemand wordt als uitzondering gezien. Heeft het meeste
effect als deze patiënt in lichte mate het stereotype beeld ontkracht.
3. Voorlichting geven. Je bereikt hiermee vooral de mensen die het er toch al mee eens zijn.
Meest effectief is 2 in combinatie met 3, maar ook verminderen van zelfstigma door het:
 geven van informatie over de aandoening
 veranderen van defensieve copingstrategieen die het isolement vergroten
 verbeteren van sociale vaardigheden
 versterken van het gevoel van eigenwaarde
 bevorderen van de re-integratie in de samenleving




Samenvatting module S 23222 Klinische psychologie door Dimphy Vermeulen pagina 5

,Leer en onderwijsmodel en de verschillen met het medisch model
Bedoeld voor stoornissen die ontstaan zijn door verkeerd verlopen leerprocessen.

Persoonlijk probleem van de leerling→bepaling van het leerdoel in overleg tussen leraar en
leerling→uitvoering van een onderwijsprogramma ontwikkeld door de leraar. →vermindering van
het probleem van de leerling.

Voordelen:
1. Nadelige bijbetekenissen van het medisch model worden vermeden en hiermee is de kans
op stigmatisering geringer.
2. Doet meer recht aan de eigen verantwoordelijkheid. Leerling heeft een actievere inbreng
dan de patiënt uit het medisch model.
3. Beperking: voornamelijk bruikbaar als de eigen verantwoordelijkheid inderdaad nog
aanwezig is. Is dit niet het geval, dan verdient het medisch model de voorkeur.

Wanneer zijn de verschillende modellen toepasbaar bij beantwoording van de vraag naar de
grens tussen normaal en abnormaal gedrag.
Zie modellen

Scientist-Practitioner model: onderscheid tussen wetenschappelijk onderzoeker en hulpverlener.
Ze werken wel samen, waardoor de wetenschappelijke kennis wordt uitgebreid, wat resulteert in
de ontwikkeling van behandelvormen waarvan de effectiviteit in goed gecontroleerd onderzoek is
aangetoond (evidence based). Door de samenwerking is het ook mogelijk om richtlijnen op te
stellen voor diagnostiek en behandeling.

Kloof tussen wetenschap en klinische praktijk:
 Toenemend gebruik van diagnostische instrumenten die niet goed onderzocht zijn
 Zelfhulpindustrie is een bedreiging voor de fundamenten van de klinische psychologie
 Kan negatieve gevolgen hebben voor de patiënt




Samenvatting module S 23222 Klinische psychologie door Dimphy Vermeulen pagina 6

, Deel 2

Theoretische
referentiekaders




Samenvatting module S 23222 Klinische psychologie door Dimphy Vermeulen pagina 7

, HOOFDSTUK 2

Biologische benaderingen van psychopathologie

Argumenten vóór en tegen biologische benaderingen
Tegen: Reductie van abnormaal gedrag tot een medisch of biologisch probleem, waarbij voorbij
gegaan wordt aan psychologische en maatschappelijke factoren bij het tot stand komen van het
gedrag. De benadering zou inhumane behandelwijzen aanmoedigen, zoals psychochirurgische
ingrepen. (frontale lobotomie)
Voor: Ontdekking van neuroleptica / antipsychotische medicijnen, zoals chloorpromazine en
haloperidol. Vanaf 1861 ontdekten onderzoekers dat de hersenen in hoge mate betrokken zijn bij
gedrag. (Broca-taal, Fritsch en Hitzig ontdekten dat elektrische stimulatie kan resulteren in
gecoördineerde bewegingen). Hierdoor ontstond de aanname dat disfunctionerende hersenen
mede ten grondslag liggen aan psychopathologisch gedrag.
Voorbeeld: Syfillis→veroorzaakt dementia paralytica→hierbij is een biologische oorzaak aan te
wijzen van een geestesaandoening.

Diverse verklaringsniveaus binnen het biologische perspectief en toelichting
1. evolutie
2. genetica
3. biologische psychiatrie (neurotransmitters)
4. hersenstructuren (neuropsychiatrie)
5. psychofysiologische processen

Twee typen evolutiebiologische verklaringen van psychiatrische aandoeningen
Eigenschappen die niet zo belangrijk zijn voor het organisme worden geëlimineerd en
eigenschappen die nodig zijn / kans op nakomelingen vergroot, blijven aanwezig in de genen.
Eerste verklaring:
Een afwijking of abnormaliteit kan toch met een evolutionair voordeel gepaard gaan, zoals bij
sikkelcelanemie wat een voordeel tegen malaria oplevert. Stemmingsstoornissen hebben als
adaptief neveneffect dat ze bij anderen empathie en verzorgingsgedrag opwekken. Dwangmatig
schoonmaken heeft als neveneffect dat iemand minder bloot staat aan ziektekiemen.
Tweede verklaring:
Sommige gedragingen hadden vroeger in de evolutie een voordeel, maar zijn door een veranderde
omgeving nu eerder nadelig geworden. Voorbeeld: preparedness-theorie. Prehistorische
voorouders werden bedreigd door spinnen en slangen en zij reageerden met angst en vermijding,
waardoor hun overlevingskansen werden vergroot. De evolutie heeft dus mensen met een
genetisch verankerde predispositie geselecteerd. Dit is nu alleen niet meer nodig.

Onderzoek naar de invloed van genetische en omgevingsfactoren op het ontstaan van
psychische stoornissen en toelichten aan de hand van diverse soorten genetische studies
(familie-, tweeling- en adoptieonderzoek)
1. Familiestudies: Hoe meer een stoornis voorkomt in families, hoe meer bewijs dat deze
stoornis overerfbaar is. Families delen dezelfde genen, maar ook dezelfde
omgevingsfactoren, dus het onderscheid is lastig te maken
2. Tweelingstudies: De mate waarin een eigenschap bij twee familieleden voorkomt, noemen
we concordantie, en dit cijfer varieert tussen 0-1.Hoe hoger de coëfficiënt, hoe meer
genetische factoren een rol spelen. Als de concordantie bij eeneiige tweelingen hoger is
dan bij twee-eiige tweelingen, is dat een bewijs dat genetische factoren een rol spelen.
(omgevingsfactoren zijn immers bij beiden hetzelfde).Ligt de concordantie in de zelfde
range, dan pleit dit tegen een genetische bijdrage. Concordantiecoëfficiënt kan bij eeneiige
tweelingen worden overschat, omdat zij door hun omgeving vaak identiek worden
behandeld door hun omgeving.
3. Adoptiestudie: Deze kinderen hebben alleen omgevingsfactoren gemeen. Men kan de

Samenvatting module S 23222 Klinische psychologie door Dimphy Vermeulen pagina 8

Available practice questions

R101,01
Get access to the full document:
Purchased by 55 students

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Reviews from verified buyers

Showing 7 of 8 reviews
5 year ago

3 year ago

9 year ago

9 year ago

Thank you. Good luck!!

6 year ago

10 year ago

Well written, well structured. In full.

10 year ago

9 year ago

For me this was fine summary. Clear and quite comprehensive. With a structure that matches my way of leren.Ik got a 9. Thanks Dimphy

4,5

8 reviews

5
5
4
2
3
1
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
dimphyloes Open Universiteit
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
102
Member since
10 year
Number of followers
84
Documents
0
Last sold
2 year ago

4,3

23 reviews

5
10
4
10
3
2
2
1
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can immediately select a different document that better matches what you need.

Pay how you prefer, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card or EFT and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions