100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting AFP over het voortplantingsstelsel (H36) met Latijnse benamingen

Rating
-
Sold
2
Pages
3
Uploaded on
30-12-2021
Written in
2021/2022

Een gestructureerde samenvatting over hoofdstuk 36 van het AFP boek, dat gaat over het voortplantingsstelsel. Alle Latijnse benamingen zijn dikgedrukt, waardoor het erg overzichtelijk is!

Institution
Course








Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
36
Uploaded on
December 30, 2021
Number of pages
3
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

36.3.1 Penis
De penis is een buisvormig orgaan waarmee tijdens de geslachtsgemeenschap het sperma diep in de
vagina van de vrouw en tegen de baarmoedermond wordt gespoten. De urinelozing gebeurt ook via
de penis. Het deel van de penis onder de symfyse noem je de wortel (radix penis). Het vrij hangende
deel van de penis wordt de penisschacht (corpus penis) genoemd.
De penis heeft drie zwellichamen. Het heeft een sponsachtige structuur met collagene en elastische
vezels en glad spierweefsel. Aan de voorkant van de penis zitten twee zwellichamen, de corpora
cavernosa (enkelvoud: corpus cavernosum). Hieronder ligt het corpus spongiosum, hierdoorheen
loopt de plasbuis.
De top van de penis wordt gevormd door een verdikking van het corpus spongiosum, de eikel (glans
penis). Hierin zitten veel sensoren. De huid rond de penis is dun, onbehaard en zit om de penis heen.
Het uiteinde van de penis wordt omgeven door een huidplooi, de voorhuid (preputium penis). Deze
kan over de eikel teruggeschoven worden.
Net als bij de vrouw wordt bij de man een wittig smegma gevormd. Het bevindt zich vooral onder de
voorhuid en bestaat uit afgestorven huidcellen, prostaatvocht en kliervocht.
De lengte van de penis is verschillend, maar meestal tussen de 5-12 cm en hangt hij slap. Bij een
seksuele prikkel wordt de bloedtoevoer via de slagaders sterk verhoogd. Tegelijkertijd vernauwen de
aders, waardoor het bloed in de zwellichamen blijft zitten. Hierdoor worden de bindweefselmantels
strak gespannen en de penis wordt langer, dikker en harder. Na een tijdje neemt de spanning in de
zwellichamen zo toe dat de penis in erectie komt. De stijve penis heeft een lengte van 15 -19 cm en
kan bewogen worden door samentrekken van de spieren rond de wortel.

36.3.2 Zaadballen
De zaadballen (testes) zijn de mannelijke geslachtsklieren. Ze produceren de zaadcellen en de
mannelijke geslachtshormonen. Ze liggen buiten de buikholte, in de balzak (scrotum), een grote
zakvormige huidplooi. De uitwendige ligging van de zaadballen heeft te maken met de optimale
temperatuur waarbij de vorming van zaadcellen plaatsvindt = functie. In de wand van de balzak
bevindt zich een gladde spier, de musculus cremaster. Functie van deze spier: bij daling van de
temperatuur trekt de spier samen waardoor de zaadballen dichter tegen het lichaam aan worden
getrokken. Wanneer de temperatuur stijgt, ontspant de spier en komen de zaadballen verder van het
lichaam af te liggen. De zaadbal is eivormig en is 5 cm lang, 3 cm breed en 2,5 cm dik. De zaadcellen
(spermatozoa) ontwikkelen zich in de wand van de zaadbuisjes. Tussen de zich ontwikkelende
zaadcellen bevinden zich speciale cellen, de sertolicellen. Deze cellen hebben een voedende en
ondersteunende werking bij de vorming en rijping van zaadcellen. In het bindweefsel tussen de
zaadbuisjes liggen groepjes hormoonproducerende cellen. Ze worden interstitiële cellen, ofwel
cellen van Leydig genoemd. Ze produceren het geslachtshormoon testosteron.

36.3.3 Bijballen
De bijbal (epididymis) ligt op de zaadbal en bestaat uit een gekronkeld kanaal van ongeveer 5 meter,
de bijbalgang (ductus epididymis). De afvoerende kanaaltjes uit de zaadbal monden hier uit. Rijpe
zaadcellen worden via de afvoerende kanaaltjes naar de bijbal vervoerd. De functie van de bijbal is
een opslagplaats.

36.3.4 Zaadleider
Op de plaats waar de bijbalgang naar boven ombuigt, gaat hij over in de zaadleider (ductus
deferens). Elke zaadleider is 50-60 cm. Hij stijgt naar de buikholte op binnen de zaadstreng. Het is
een kokertje van bindweefsel en spieren, waarin veel bloedvaten, lymfevaten en zenuwen zitten. Het
lieskanaal is de plaats waar de zaadstreng de buikwand doorboort. De wand van de zaadleiders
bestaat uit slijmvlies, omgeven door een laag gladde spieren. Door middel van een krachtige
peristaltiek worden de zaadcellen door de zaadleider gestuwd. De zaadleider verenigt zich vlak boven
R111,13
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
Calien
4,0
(1)

Get to know the seller

Seller avatar
Calien ROC Menso Alting
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
4
Member since
5 year
Number of followers
2
Documents
2
Last sold
5 months ago

4,0

1 reviews

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can immediately select a different document that better matches what you need.

Pay how you prefer, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card or EFT and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions