Basiskenmerken van het internationaal recht
Inleiding
Publiekrecht in de gelaagde rechtsorde:
1. Internationaal bestuursniveau
2. EU bestuursniveau
3. Federaal bestuursniveau zie notities voor voorbeelden
4. Vlaams bestuursniveau
5. Lokaal bestuursniveau
Van coëxistentie en coöperatie tot integratie Staten:
COËXISTENTIE:
1648: Vrede van Westfalen → erkenning dat Staten soeverein en gelijk zijn
⇒ ontstaan internationaal recht
1919: Oprichting Volkenbond (eerste universe:e organisatie die zou instaan voor veiligheid)
COÖPERATIE:
1945: VN is het middelpunt van vele verschillende netwerken zoals WHO
INTEGRATIE:
1957: Europese economische gemeenschap (eerste supranationale instelling)
DESINTEGRATIE??
2016: Brexit ⇒ anticlimax want trekken zich terug uit EU in 2020
Definitie
Oorspronkelijk: het geheel van rechtsnormen dat de betrekkingen regelt tussen Staten
maar: na WOII ook intergouvernementele organisaties, individu, niet-
gouvernementele organisaties en transnationale ondernemingen
⇒ Nu: het geheel van regels die de internationale betrekkingen beheersen
Internationaal publiekrecht
↔ internationaal privaatrecht (≠ internationaal recht!!)
Functies
1. Bevoegdheid volkenrechtelijke subjecten afbakenen
- in de ruimte (vb. territorialiteitsbeginsel)
- in de tijd (ontstaan nieuwe Staten en opvolging Staten)
1
, - wat de persoon betreft
- wat het onderwerp betreft (vb. wanneer staat gebonden bevoegdheden heeft)
2. Reguleren interacties tussen volkenrechtelijke rechtssubjecten
- methoden geschillenbeslechting
- gebruik van geweld
Ius ad bellum (regelt legaliteit gebruik geweld
Ius in bellum (internationaal humanitair recht)
- gebruik grondgebied
- diplomatieke en consulaire betrekkingen
- staatsaansprakelijkheid
- ...
3. Regelen samenwerking tussen internationale rechtssubjecten
= vooral recht van internationale organisaties en instellingen
maar ook: mensenrechten, milieurecht,...
Samenwerking kan zijn: coöperatie, integratie of global governance
‘global governance’ = geheel van formele en informele processen tussen Staten, organisaties
en/ of mensen, die een antwoord tracht te bieden op mondiale uitdagingen d.m.v. de
formulering en afdwinging van regels en standaarden
Basiskenmerken
Soevereine gelijkheid tussen staten ⇒ internationaal recht = gedecentraliseerd en horizontaal
rechtssysteem
1. Afwezigheid centrale wetgever
→ De Algemene Vergadering VN: resoluties hebben geen rechtens bindende kracht
(behalve wat interne aangelegenheden organisatie betreft)
Maar: Algemene Vergadering heeft wel unieke legitimiteit en convening power
omwille van universele karakter van de organisatie (193 leden)
→ Staten: tegelijkertijd wetgever als wetsonderhorigen op internationale vlak
↳ regels binden enkel de Staten voor zover ze deze hebben aanvaard
uitz.:
- ius cogens (regels van dwingend recht)
- internationaal gewoonterecht
→ VN heeft fundamentele bijdrage geleverd tot verdere uitbouw van volkenrecht en
internationale rechtsorde
3 kanttekeningen:
2
, - VN heeft altijd te maken gehad met politieke spanningsvelden
- VN heeft vele (hulp)organen, fondsen en programma’s die elkaar
beconcurreren en zo dus een enorme nood aan systeemwijde coherentie
meebrengen
- VN en VN-systeem vormen belangrijke universele multilaterale instellingen
maar ze hebben geen monopolie op de internationale rechtsvorming
Naast bijdrage tot ontwikkeling internationaal recht: VN ook meer algemene
impulsen gegeven voor mondiaal bestuur
2. Afwezigheid centrale rechter
Er is geen centrale rechter met verplichte rechtsmacht
→ Internationaal Gerechtshof kan enkel optreden in geschil wanneer Staten zijn
jurisdictie vooraf hebben erkend
↔ Nationaal recht en EU recht met Hof van Justitie: stelsel verplichte rechtsmacht
3. Afwezigheid centrale instantie voor rechtshandhaving
Er is geen wereldpolitieagent
⇒ sommige onrechtmatige situaties kunnen zo volgehouden worden
De Veiligheidsraad van de VN heeft wel belangrijke bevoegdheden bij:
- Bedreiging van vrede
- Verbreking van vrede
- Daden van agressie in het kader van Hoofdstuk VII HVN
maar: uitoefeningen van deze bevoegdheden blijft onderhevig aan tal van
beperkingen
⇒ Staten zijn vooral aangewezen op eigenrichting, maar internationaal recht stelt wel
bepaalde grenzen (gebod tot vreedzame geschillenbeslechting, principieel verbod
interstatelijk geweld)
4. Afhankelijkheid van de nationale rechtsorden voor tenuitvoerlegging
Internationaal recht is sterk afhankelijk van Staten voor tenuitvoerlegging ⇒ ook van
nationale rechtsorde
⇒ Is belangrijk om band te leggen tussen het internationaal en nationaal recht
maar: niet uniform
- Monistische stelsels
- Dualistische stelsels
3
, 5. Zeer gedifferentieerd recht - fragmentatie
Ratione materiae: alle mogelijke rechtsdomeinen
Ratione territorii:
- algemeen of universeel internationaal recht (geldt voor hele Statengemeenschap of
toch voor groot deel ervan)
- regionaal internationaal recht (geldt voor bepaalde groepen Staten)
- bijzonder internationaal recht (geldt enkel tussen tee of een anderszins beperkt aantal
Staten)
Maar: gevaar van fragmentatie van de internationale rechtsorde, waarbij conflicten kunnen
ontstaan tussen normen die tot verscheidene internationale rechtsinstrumenten behoren en/ of
binnen verscheidene internationale organisaties tot stand zijn gekomen.
4
Inleiding
Publiekrecht in de gelaagde rechtsorde:
1. Internationaal bestuursniveau
2. EU bestuursniveau
3. Federaal bestuursniveau zie notities voor voorbeelden
4. Vlaams bestuursniveau
5. Lokaal bestuursniveau
Van coëxistentie en coöperatie tot integratie Staten:
COËXISTENTIE:
1648: Vrede van Westfalen → erkenning dat Staten soeverein en gelijk zijn
⇒ ontstaan internationaal recht
1919: Oprichting Volkenbond (eerste universe:e organisatie die zou instaan voor veiligheid)
COÖPERATIE:
1945: VN is het middelpunt van vele verschillende netwerken zoals WHO
INTEGRATIE:
1957: Europese economische gemeenschap (eerste supranationale instelling)
DESINTEGRATIE??
2016: Brexit ⇒ anticlimax want trekken zich terug uit EU in 2020
Definitie
Oorspronkelijk: het geheel van rechtsnormen dat de betrekkingen regelt tussen Staten
maar: na WOII ook intergouvernementele organisaties, individu, niet-
gouvernementele organisaties en transnationale ondernemingen
⇒ Nu: het geheel van regels die de internationale betrekkingen beheersen
Internationaal publiekrecht
↔ internationaal privaatrecht (≠ internationaal recht!!)
Functies
1. Bevoegdheid volkenrechtelijke subjecten afbakenen
- in de ruimte (vb. territorialiteitsbeginsel)
- in de tijd (ontstaan nieuwe Staten en opvolging Staten)
1
, - wat de persoon betreft
- wat het onderwerp betreft (vb. wanneer staat gebonden bevoegdheden heeft)
2. Reguleren interacties tussen volkenrechtelijke rechtssubjecten
- methoden geschillenbeslechting
- gebruik van geweld
Ius ad bellum (regelt legaliteit gebruik geweld
Ius in bellum (internationaal humanitair recht)
- gebruik grondgebied
- diplomatieke en consulaire betrekkingen
- staatsaansprakelijkheid
- ...
3. Regelen samenwerking tussen internationale rechtssubjecten
= vooral recht van internationale organisaties en instellingen
maar ook: mensenrechten, milieurecht,...
Samenwerking kan zijn: coöperatie, integratie of global governance
‘global governance’ = geheel van formele en informele processen tussen Staten, organisaties
en/ of mensen, die een antwoord tracht te bieden op mondiale uitdagingen d.m.v. de
formulering en afdwinging van regels en standaarden
Basiskenmerken
Soevereine gelijkheid tussen staten ⇒ internationaal recht = gedecentraliseerd en horizontaal
rechtssysteem
1. Afwezigheid centrale wetgever
→ De Algemene Vergadering VN: resoluties hebben geen rechtens bindende kracht
(behalve wat interne aangelegenheden organisatie betreft)
Maar: Algemene Vergadering heeft wel unieke legitimiteit en convening power
omwille van universele karakter van de organisatie (193 leden)
→ Staten: tegelijkertijd wetgever als wetsonderhorigen op internationale vlak
↳ regels binden enkel de Staten voor zover ze deze hebben aanvaard
uitz.:
- ius cogens (regels van dwingend recht)
- internationaal gewoonterecht
→ VN heeft fundamentele bijdrage geleverd tot verdere uitbouw van volkenrecht en
internationale rechtsorde
3 kanttekeningen:
2
, - VN heeft altijd te maken gehad met politieke spanningsvelden
- VN heeft vele (hulp)organen, fondsen en programma’s die elkaar
beconcurreren en zo dus een enorme nood aan systeemwijde coherentie
meebrengen
- VN en VN-systeem vormen belangrijke universele multilaterale instellingen
maar ze hebben geen monopolie op de internationale rechtsvorming
Naast bijdrage tot ontwikkeling internationaal recht: VN ook meer algemene
impulsen gegeven voor mondiaal bestuur
2. Afwezigheid centrale rechter
Er is geen centrale rechter met verplichte rechtsmacht
→ Internationaal Gerechtshof kan enkel optreden in geschil wanneer Staten zijn
jurisdictie vooraf hebben erkend
↔ Nationaal recht en EU recht met Hof van Justitie: stelsel verplichte rechtsmacht
3. Afwezigheid centrale instantie voor rechtshandhaving
Er is geen wereldpolitieagent
⇒ sommige onrechtmatige situaties kunnen zo volgehouden worden
De Veiligheidsraad van de VN heeft wel belangrijke bevoegdheden bij:
- Bedreiging van vrede
- Verbreking van vrede
- Daden van agressie in het kader van Hoofdstuk VII HVN
maar: uitoefeningen van deze bevoegdheden blijft onderhevig aan tal van
beperkingen
⇒ Staten zijn vooral aangewezen op eigenrichting, maar internationaal recht stelt wel
bepaalde grenzen (gebod tot vreedzame geschillenbeslechting, principieel verbod
interstatelijk geweld)
4. Afhankelijkheid van de nationale rechtsorden voor tenuitvoerlegging
Internationaal recht is sterk afhankelijk van Staten voor tenuitvoerlegging ⇒ ook van
nationale rechtsorde
⇒ Is belangrijk om band te leggen tussen het internationaal en nationaal recht
maar: niet uniform
- Monistische stelsels
- Dualistische stelsels
3
, 5. Zeer gedifferentieerd recht - fragmentatie
Ratione materiae: alle mogelijke rechtsdomeinen
Ratione territorii:
- algemeen of universeel internationaal recht (geldt voor hele Statengemeenschap of
toch voor groot deel ervan)
- regionaal internationaal recht (geldt voor bepaalde groepen Staten)
- bijzonder internationaal recht (geldt enkel tussen tee of een anderszins beperkt aantal
Staten)
Maar: gevaar van fragmentatie van de internationale rechtsorde, waarbij conflicten kunnen
ontstaan tussen normen die tot verscheidene internationale rechtsinstrumenten behoren en/ of
binnen verscheidene internationale organisaties tot stand zijn gekomen.
4