SKILLS CWK
Minor musculoskeletaal
Laura Strikker
, SPIERLENGTE TRAPEZIUS PARS
DESCENDENS
• Uitgangshouding: rugligging
• Fysiotherapeutische houding: de fysiotherapeut staat in spreidstand aan het
hoofdeinde van de patiënt.
• Handvatting: het eerst wordt de schouder met een hand aan de craniale
zijde omvat. Met de andere hand omvat de fysiotherapeut het hoofd van
de patiënt vanaf de occiputrand aan de dorsale zijde.
• Uitvoering:
• De therapeut beweegt het hoofd van de patiënt in lateroflexie naar
de heterolaterale zijde en brengt het hoofd in homolaterale rotatie
en flexie.
• Bewegingsuitslag: ± 45°
, SPIERLENGTE LEVATOR
SCAPULAE
• Uitgangshouding: de patiënt ligt op de rug en de therapeut staat in
spreidstand aan het hoofdeinde van de behandelbank.
• Handvatting: de therapeut brengt de rechter levator scapulae op rek,
doordat de patiënt zijn rechter hand naar de nek brengt. Daardoor
wordt de scapula naar buiten geroteerd. Daarna omvat de therapeut
craniaal de rechter schouder en met de andere hand omvat hij het
hoofd van de patiënt vanaf de occiputrand aan de dorsale zijde.
• Uitvoering: de therapeut beweegt het hoofd van de patiënt in lateroflexie
naar de heterolaterale zijde en voert een heterolaterale rotatie uit.
• Bewegingsuitslag: vergelijk beide zijden met elkaar. Het rekken van de
spier mag niet pijnlijk zijn.
, SPIERLENGTE MM. SCALENI
• UGH: zitten
• Handvatting: als eerst fixeert de FT de thorax van de patiënt,
doordat hij met een hand de homolaterale schouder vasthoudt,
dan omvat hij met zijn andere hand het hoofd. (BILD BUCH)
• Uitvoering: de CWK wordt in homolaterale rotatie,
heterolaterale lateroflexie en extensie bewogen.
• Bewegingsuitslag: vergelijk beide zijden met elkaar. Het rekken
van de spier mag niet pijnlijk zijn. Het mm. scaleni kan ook in lig
op rek gebracht worden. Daarbij ligt de patiënt op de bank met
zijn hoofd buiten de rand. De F.T staat in spreidstand aan het
hoofdeinde van de behandelbank.
Minor musculoskeletaal
Laura Strikker
, SPIERLENGTE TRAPEZIUS PARS
DESCENDENS
• Uitgangshouding: rugligging
• Fysiotherapeutische houding: de fysiotherapeut staat in spreidstand aan het
hoofdeinde van de patiënt.
• Handvatting: het eerst wordt de schouder met een hand aan de craniale
zijde omvat. Met de andere hand omvat de fysiotherapeut het hoofd van
de patiënt vanaf de occiputrand aan de dorsale zijde.
• Uitvoering:
• De therapeut beweegt het hoofd van de patiënt in lateroflexie naar
de heterolaterale zijde en brengt het hoofd in homolaterale rotatie
en flexie.
• Bewegingsuitslag: ± 45°
, SPIERLENGTE LEVATOR
SCAPULAE
• Uitgangshouding: de patiënt ligt op de rug en de therapeut staat in
spreidstand aan het hoofdeinde van de behandelbank.
• Handvatting: de therapeut brengt de rechter levator scapulae op rek,
doordat de patiënt zijn rechter hand naar de nek brengt. Daardoor
wordt de scapula naar buiten geroteerd. Daarna omvat de therapeut
craniaal de rechter schouder en met de andere hand omvat hij het
hoofd van de patiënt vanaf de occiputrand aan de dorsale zijde.
• Uitvoering: de therapeut beweegt het hoofd van de patiënt in lateroflexie
naar de heterolaterale zijde en voert een heterolaterale rotatie uit.
• Bewegingsuitslag: vergelijk beide zijden met elkaar. Het rekken van de
spier mag niet pijnlijk zijn.
, SPIERLENGTE MM. SCALENI
• UGH: zitten
• Handvatting: als eerst fixeert de FT de thorax van de patiënt,
doordat hij met een hand de homolaterale schouder vasthoudt,
dan omvat hij met zijn andere hand het hoofd. (BILD BUCH)
• Uitvoering: de CWK wordt in homolaterale rotatie,
heterolaterale lateroflexie en extensie bewogen.
• Bewegingsuitslag: vergelijk beide zijden met elkaar. Het rekken
van de spier mag niet pijnlijk zijn. Het mm. scaleni kan ook in lig
op rek gebracht worden. Daarbij ligt de patiënt op de bank met
zijn hoofd buiten de rand. De F.T staat in spreidstand aan het
hoofdeinde van de behandelbank.