Opvoeding
Wat is opvoeden?
- Opvoeden wordt gekenmerkt door impliciete(functionele/verzorgt de deur uitgaan,
regels) opvoeding) of expliciete(intentionele/ sturend opvoeding) sturing
- Opvoeden is de balans tussen ondersteunen en sturing
Er is sprake van opvoeding als:
- Er is sprake van wederzijds respect tussen ouders en kind
- Kind ervaart voldoende veiligheid bij, heeft vertrouwen in, kan rekenen op, voelt zich
geaccepteerd door en krijgt ondersteuning van de ouder/ verzorger
- Kind wordt door ouder/ verzorger uitgedaagd om eigen beslissingen te nemen en
experimenteren, waardoor kinderen vertrouwen krijgen in zijn omgeving.
Opvoedingsdoelen in Nederland:
- M.J.Langeveld(1974):
● Opvoeder ondersteunt/ begeleidt kind naar volwassenheid
● Doel van de opvoeding is zelfverantwoordelijke zelfbepaling
- J.W.Sleutel(1992):
● Opvoeding is gericht op psychische disposities(deugden, positieve
karaktertrekken)
● Opvoeder moet zodanig handelen dat het kind deze daadwerkelijk kan
verwerven
● De opvoedeling(degene die opgevoed wordt) moet zich deze deposities eigen
maken.
Ondersteuning versus controle:
- Ondersteuning= Niet sturend ingrijpen en reageren door de ouder waardoor het
kind zich bevestigt en geaccepteerd voelt
● Initiatief blijft bij het kind→ Ouder reageert
● Kind vraagt/ lokt uit door zijn gedrag
● Sensitiviteit → Responsiviteit
● Affectie/ warmte tonen
● Bemoeien/ overbezorgd/ verstikken in liefde
- Controle= Sturend ingrijpen en reageren door de ouder, met het oog op het
bevorderen van autonomie en/ of de verbetering van het gedrag, de houding en de
persoon van het kind.
● Initiatief bij ouder → Kind reageert
● Ouder stelt eisen aan het gedrag
● Ouders beloont/ straft(geeft sancties aan)
● Inductie= uitleg en/ of consequenties aangeven
● Machtsuitoefening Liefdesonttrekking
Vier opvoedingsdimensies:
- Ondersteuning bieden → Opvoedgedrag van de ouder dat liefde en zorg voor het
kind uitdrukt en dat zich richt op zijn fysiek en emotionele welzijn, waardoor het zich
1
, begrepen en geaccepteerd voelt. Zoals bemoedigen, accepteren, helpen en
samenwerken
● Warmte
● Affectie
● Responsiviteit
● Betrokkenheid
● Emotionele ondersteuning → Straffen/ belonen. Als de ouder uit frustratie
straft, zal de straf niet passen bij de ernst van het ongewenste gedrag en zal
het bij het kind leiden tot agressief gedrag.
● Aandacht
● Sensitiviteit
- Instructies geven → Duidelijk maken wat de bedoeling van iets is en welk gedrag
verwacht wordt.
● Aangeven verwachtingen
● Verantwoordelijkheid leren
● Kind hulp bieden/ coachen
● Gebeurtenissen als kinderen overladen worden met instructies:
➔ Het kind zal geen eigen initiatieven durven ontplooien
➔ Het kind zal te veel bezig zijn met wat de ouder zal denken van de
acties die het van plan is te ondernemen, waardoor het niet durft te
handelen.
- Grenzen stellen → Wijze waarop het kind bestraft of beloond wordt om gewenst
gedrag aan te leren
● Respect voor autonomie kind
● Straffen
● Belonen
● Zelfstandigheid
● Zelfredzaamheid
● Gaan ervan uit dat elk gedrag is aangeleerd en dus ook kan worden
afgeleerd(Pavlov, Skinner). Gedragsverandering vindt plaats door middel van
beïnvloeding. Gebruik maken van straffen en belonen.
● Respect voor autonomie kind en biedt gelegenheid tot eigen ontwikkeling.
- Controle uitoefenen
● Autoritair(restrictief)
➔ Onderdrukken negatief gedrag
➔ Machtsuitoefening
➔ Strikte regels
➔ Negatieve invloed op sociale en cognitieve competentie
● Autoritatief
➔ Stimuleren positief gedrag
➔ Uitleggen en verklaren
➔ Inductie= Het gedrag van de ouder is erop gericht om het kind zover
te krijgen dat het vrijwillig tegemoetkomt aan zijn wensen.
2
,Autoritaire opvoedingsstijl:
- Kenmerken
1. Hoge mate van controle en weinig responsiviteit van de ouder
2. Geen evenwicht tussen wensen van de ouder en het kind
3. Geen communicatiepatroon(bevelshuishouden)/ ouder duldt geen
tegenspraak
- Valkuilen
● Kind lijkt minder competent in contact met leeftijdsgenoten
● Kind vertoont weinig sociale initiatieven en is minder spontaan/ persoonlijke
ontwikkeling loopt achter
● Kind leert niet om zelf te beredeneren waarom het iets wil en kan moeilijk zelf
beslissingen nemen
● Negatief zelfbeeld, weinig zelfvertrouwen
● Motivatie om te presteren is laag
● Verhoogde kans op gedragsproblemen
- Voordelen
● Kind weet wat zijn ouders van hem verwachten
● Regels en grenzen zijn duidelijk
● Kan tijdelijk goed zijn voor het kind als het grenzen nodig heeft.
3
, Autoritatieve/ democratische opvoedingsstijl:
- Kenmerken
1. Hoge mate betrokkenheid
2. Warm en liefdevol gedrag van de ouder
3. Communicatiepatroon is van onderhandelingshuishouden, op basis van
gelijkwaardigheid
- Valkuilen
● Vergt veel tijd en energie van de ouder: kind wil altijd argumenten horen
● Gevaar bestaat dat het kind te mondig en vrij wordt
● Gevaar bestaat dat de ouder blijft praten en argumenteren ipv handhaven
- Voordelen
● Zelfvertrouwen, zelfredzaamheid en zelfstandigheid wordt gestimuleerd
● Wederzijdse openheid
● Schoolprestaties zijn goed en heeft minder gedragsproblemen
● Leert goed onderhandelen
Toegeeflijke/ permissieve opvoedingsstijl:
- Kenmerken
1. Weinig tot geen betrokkenheid
2. Kind wordt aan zijn lot overgelaten, moet het zelf uitzoeken.
3. Ouder stelt geen grenzen ten opzichte van de ontwikkeling
- Valkuilen
● Kind leert geen grenzen
● Krijgt weinig feedback
● Kind leert niet omgaan met emoties
● Kind kan verdrietig, impulsief en agressief worden
● Kind kan onbetrouwbaar overkomen of onbetrouwbaar zijn
● Kind wordt gemakzuchtig en leert niet om rekening te houden met anderen
- Voordelen
● Gelijkwaardigheid kind en ouder
● Er zijn weinig conflicten, omdat het kind alles mag
Verwaarlozende opvoedingsstijl:
- Kenmerken
1. Ouder heeft geen aandacht voor het kind
2. Het kind kan zijn gang gaan zonder controle, ondersteuning en instructies
3. Er bestaat geen opvoedrelatie
- Valkuilen
● Kind leert niets want er zijn geen ondersteuning en instructies
● Kind voelt zich in de steek gelaten en neemt vaak slachtoffer rol aan
● Verhoogde kans ontwikkelingsproblemen en geen zelfvertrouwen
● Schoolprestaties zijn laag
● Kan geen beslissingen nemen en zelfredzaamheid is niet positief ontwikkeld
● Risico op criminaliteit en vaak slachtoffer van mishandeling
- Voordelen
● Voordeel ouder is dat hij alle tijd voor zichzelf heeft
4
Wat is opvoeden?
- Opvoeden wordt gekenmerkt door impliciete(functionele/verzorgt de deur uitgaan,
regels) opvoeding) of expliciete(intentionele/ sturend opvoeding) sturing
- Opvoeden is de balans tussen ondersteunen en sturing
Er is sprake van opvoeding als:
- Er is sprake van wederzijds respect tussen ouders en kind
- Kind ervaart voldoende veiligheid bij, heeft vertrouwen in, kan rekenen op, voelt zich
geaccepteerd door en krijgt ondersteuning van de ouder/ verzorger
- Kind wordt door ouder/ verzorger uitgedaagd om eigen beslissingen te nemen en
experimenteren, waardoor kinderen vertrouwen krijgen in zijn omgeving.
Opvoedingsdoelen in Nederland:
- M.J.Langeveld(1974):
● Opvoeder ondersteunt/ begeleidt kind naar volwassenheid
● Doel van de opvoeding is zelfverantwoordelijke zelfbepaling
- J.W.Sleutel(1992):
● Opvoeding is gericht op psychische disposities(deugden, positieve
karaktertrekken)
● Opvoeder moet zodanig handelen dat het kind deze daadwerkelijk kan
verwerven
● De opvoedeling(degene die opgevoed wordt) moet zich deze deposities eigen
maken.
Ondersteuning versus controle:
- Ondersteuning= Niet sturend ingrijpen en reageren door de ouder waardoor het
kind zich bevestigt en geaccepteerd voelt
● Initiatief blijft bij het kind→ Ouder reageert
● Kind vraagt/ lokt uit door zijn gedrag
● Sensitiviteit → Responsiviteit
● Affectie/ warmte tonen
● Bemoeien/ overbezorgd/ verstikken in liefde
- Controle= Sturend ingrijpen en reageren door de ouder, met het oog op het
bevorderen van autonomie en/ of de verbetering van het gedrag, de houding en de
persoon van het kind.
● Initiatief bij ouder → Kind reageert
● Ouder stelt eisen aan het gedrag
● Ouders beloont/ straft(geeft sancties aan)
● Inductie= uitleg en/ of consequenties aangeven
● Machtsuitoefening Liefdesonttrekking
Vier opvoedingsdimensies:
- Ondersteuning bieden → Opvoedgedrag van de ouder dat liefde en zorg voor het
kind uitdrukt en dat zich richt op zijn fysiek en emotionele welzijn, waardoor het zich
1
, begrepen en geaccepteerd voelt. Zoals bemoedigen, accepteren, helpen en
samenwerken
● Warmte
● Affectie
● Responsiviteit
● Betrokkenheid
● Emotionele ondersteuning → Straffen/ belonen. Als de ouder uit frustratie
straft, zal de straf niet passen bij de ernst van het ongewenste gedrag en zal
het bij het kind leiden tot agressief gedrag.
● Aandacht
● Sensitiviteit
- Instructies geven → Duidelijk maken wat de bedoeling van iets is en welk gedrag
verwacht wordt.
● Aangeven verwachtingen
● Verantwoordelijkheid leren
● Kind hulp bieden/ coachen
● Gebeurtenissen als kinderen overladen worden met instructies:
➔ Het kind zal geen eigen initiatieven durven ontplooien
➔ Het kind zal te veel bezig zijn met wat de ouder zal denken van de
acties die het van plan is te ondernemen, waardoor het niet durft te
handelen.
- Grenzen stellen → Wijze waarop het kind bestraft of beloond wordt om gewenst
gedrag aan te leren
● Respect voor autonomie kind
● Straffen
● Belonen
● Zelfstandigheid
● Zelfredzaamheid
● Gaan ervan uit dat elk gedrag is aangeleerd en dus ook kan worden
afgeleerd(Pavlov, Skinner). Gedragsverandering vindt plaats door middel van
beïnvloeding. Gebruik maken van straffen en belonen.
● Respect voor autonomie kind en biedt gelegenheid tot eigen ontwikkeling.
- Controle uitoefenen
● Autoritair(restrictief)
➔ Onderdrukken negatief gedrag
➔ Machtsuitoefening
➔ Strikte regels
➔ Negatieve invloed op sociale en cognitieve competentie
● Autoritatief
➔ Stimuleren positief gedrag
➔ Uitleggen en verklaren
➔ Inductie= Het gedrag van de ouder is erop gericht om het kind zover
te krijgen dat het vrijwillig tegemoetkomt aan zijn wensen.
2
,Autoritaire opvoedingsstijl:
- Kenmerken
1. Hoge mate van controle en weinig responsiviteit van de ouder
2. Geen evenwicht tussen wensen van de ouder en het kind
3. Geen communicatiepatroon(bevelshuishouden)/ ouder duldt geen
tegenspraak
- Valkuilen
● Kind lijkt minder competent in contact met leeftijdsgenoten
● Kind vertoont weinig sociale initiatieven en is minder spontaan/ persoonlijke
ontwikkeling loopt achter
● Kind leert niet om zelf te beredeneren waarom het iets wil en kan moeilijk zelf
beslissingen nemen
● Negatief zelfbeeld, weinig zelfvertrouwen
● Motivatie om te presteren is laag
● Verhoogde kans op gedragsproblemen
- Voordelen
● Kind weet wat zijn ouders van hem verwachten
● Regels en grenzen zijn duidelijk
● Kan tijdelijk goed zijn voor het kind als het grenzen nodig heeft.
3
, Autoritatieve/ democratische opvoedingsstijl:
- Kenmerken
1. Hoge mate betrokkenheid
2. Warm en liefdevol gedrag van de ouder
3. Communicatiepatroon is van onderhandelingshuishouden, op basis van
gelijkwaardigheid
- Valkuilen
● Vergt veel tijd en energie van de ouder: kind wil altijd argumenten horen
● Gevaar bestaat dat het kind te mondig en vrij wordt
● Gevaar bestaat dat de ouder blijft praten en argumenteren ipv handhaven
- Voordelen
● Zelfvertrouwen, zelfredzaamheid en zelfstandigheid wordt gestimuleerd
● Wederzijdse openheid
● Schoolprestaties zijn goed en heeft minder gedragsproblemen
● Leert goed onderhandelen
Toegeeflijke/ permissieve opvoedingsstijl:
- Kenmerken
1. Weinig tot geen betrokkenheid
2. Kind wordt aan zijn lot overgelaten, moet het zelf uitzoeken.
3. Ouder stelt geen grenzen ten opzichte van de ontwikkeling
- Valkuilen
● Kind leert geen grenzen
● Krijgt weinig feedback
● Kind leert niet omgaan met emoties
● Kind kan verdrietig, impulsief en agressief worden
● Kind kan onbetrouwbaar overkomen of onbetrouwbaar zijn
● Kind wordt gemakzuchtig en leert niet om rekening te houden met anderen
- Voordelen
● Gelijkwaardigheid kind en ouder
● Er zijn weinig conflicten, omdat het kind alles mag
Verwaarlozende opvoedingsstijl:
- Kenmerken
1. Ouder heeft geen aandacht voor het kind
2. Het kind kan zijn gang gaan zonder controle, ondersteuning en instructies
3. Er bestaat geen opvoedrelatie
- Valkuilen
● Kind leert niets want er zijn geen ondersteuning en instructies
● Kind voelt zich in de steek gelaten en neemt vaak slachtoffer rol aan
● Verhoogde kans ontwikkelingsproblemen en geen zelfvertrouwen
● Schoolprestaties zijn laag
● Kan geen beslissingen nemen en zelfredzaamheid is niet positief ontwikkeld
● Risico op criminaliteit en vaak slachtoffer van mishandeling
- Voordelen
● Voordeel ouder is dat hij alle tijd voor zichzelf heeft
4