Samenvatting premaster assessment VU: wiskunde, statistiek, cognitieve vaardigheden en Engels tekstbegrip

Samenvatting voorbereiding VU
premaster assessment
Samenvatting wiskunde, statistiek, cognitieve vaardigheden en Engels tekstbegrip
Assessment afgelegd in juni 2021


WISKUNDE EN STATISTIEK
1. Getalsbewerkingen: +, -, x, :, machtsverheffen en logaritmen
2. Vergelijkingen en ongelijkheden
3. Relaties, functies en grafieken
4. Specifieke bewerkingen binnen de statistiek
5. Beschrijvende statistiek
6. Normale verdeling


COGNITIEVE VAARDIGHEDEN
 Rekenvaardigheden
 Componenten
 Woordrelaties
 Exclusie
 Woordanalogieën


ENGELS
 Tips/strategie

! Check op facebook de groep voor chille tips: Premasterassessment VU

,FORMULE OVERZICHT

Reken volgorde Breuken
1. Haakjes (ax + bx) a b a+b
+ =
2. Machtsverheffen a 2 c c c
3. Worteltrekken  a b a−b
4. Vermenigvuldigen x − =
c c c
5. Delen : a
6. Optellen en aftrekken +- ∗c
b a∗c
=
d b∗d
a
∗d
a c b
: =
b d c
Machten Logaritmes
−1 1 g
log (x) ¿ y dus g y =x
a = 1 ❑
a
g
p
q q p ❑log ab ¿ ❑g log a + ❑g log b ❑
a =√ a a g
a
n

m
=a
n−m
g
❑ log
b ()¿ ❑log ( a) −❑glog (b) ❑
a
n m n+m g p g
a ∗a =a ❑ log (a ) ¿ p∗❑log ( a) ❑
¿¿
g
¿ ❑ log ( a )
a 2
a2 g
log (a) ¿ glog( b) ¿
()
b
= 2
b
❑
❑
¿

a 0=1
Soorten vergelijkingen 3 soorten merkwaardige producten
 Lineaire vergelijkingen met  (a + b)2 = a2 + 2ab + b2
een onbekende: 3 x+ 5=x−2  (a - b)2 = a2 - 2ab + b2
 Lineaire ongelijkheden met  (a + b)(a - b) = a2 - b2
een onbekende: 3 x+ 5> x−2
 Stelsels van twee Lineaire formule y=ax+ b
vergelijkingen met twee Kwadratische formule ax 2 +bx +c
onbekenden
f ( x )= −x ,∧x <0
{ Snijpunt bepalen: f(x) = g(x)
x ,∧x ≥ 0 −b
Parabooltop berekenen: x top =
 Tweedegraadsvergelijkingen 2a
met een onbekende:
2
x −3 x=−2 Sommatieteken
5
-> product som methode
x 2−5 x+ 6=0( x−2 ) ( x−3 ) =0
∑ ❑k
k =1
2
x −3 x−2 x+6=0 x=2 of x=3
Permutaties: faculteit!
-> Abc-formule
8 n!
1. Herschrijf de vergelijking Combinaties: (¿3 )= ¿
naar ax 2 +bx +c=0 k !∗( n−k !)
2. Bereken de discriminant n!
Variaties:
(n−k !)

, 2
D=b −4 ac
3. Bereken de nulpunten
−b ± √ discriminant
x=
2a


Kansrekening Centrummaten:
aantal gunstige uitkomsten  Gemiddelde: som alle
P( gebeurtenis)= waarden / aantal waarden
aantal mogelijke uitkomsten
 Modus: vaakst voorkomende
Uitsluitende gebeurtenissen getal
P ( A of B )=P ( A )+ P ( B )  Mediaan: middelste getal

Onafhankelijke gebeurtenissen Spreidingsmaten:
standaardafwijking, variantie en
P ( A en B )=P ( A )∗P ( B )
kwartielen
 Variantie: som ^2 getallen /
Voorwaardelijke kans
totaal aantal waarden
P ( A∨B ) of andersom P(B∨ A)
∑ of squares
Binominale kans
n
(¿ )=p q
x
x n− x
¿



σ=
√ aantal waarden
Kwartielen: Q1 en Q3 op
boxplot
Complementregel
P (G) = 1 – P (complement- Normale verdeling
gebeurtenis) 2,5% - 13,5% - 34% - 34% - 13,5% -
2,5%

Z-scores
waarde−gemiddelde
Z−score=
standaarddeviatie




1. GETALSBEWERKINGEN


https://wijzeroverdebasisschool.nl/rekenen/groep-8 -> als je het even kwijt bent legt deze
site heel chill de basis rekenvaardigheden uit.

1.1 VOLGORDE VAN BEWERKINGEN

 Haakjes (ax + bx)
 Machtsverheffen a 2
 Worteltrekken 
 Vermenigvuldigen x
 Delen :
 Optellen en aftrekken +-

1.2 OPTELLEN

, 1234 + 4567 = ….

Optie 1: zet het onder elkaar op je kladpapier en tel van rechts naar links de getallen op (denk ook
aan onthouden als er bijvoorbeeld 10 uit de som komt)
4567
1234 +
5801

Optie 2: zonder kladpapier tel je de grootste waarden bij elkaar op
4000 + 1000 = 5000
200 + 500 = 700
30 + 60 = 90
4 + 7 = 11


1.3 AFTREKKEN

4567 – 1234 = …

Optie 1: zet het onder elkaar op je kladpapier en tel van rechts naar links de getallen af (denk ook aan
onthouden als er bijvoorbeeld 10 uit de som komt)
4567
1234 -
3333

Optie 2: zonder kladpapier tel je de grootste waarden bij elkaar op
4000 - 1000 = 3000
500 - 200 = 300
60 - 30 = 30
4-7=3



1.4 DELEN

Maak bij delen de getallen kleiner als dat mogelijk is. Zo is 1200/400 hetzelfde als 12/4 omdat je de
nullen kunt wegstrepen. Beide uitkomsten zijn 3.

Uit je hoofd:
129/4 ziet er wat lastiger uit. Denk dan aan wat je keer 4 kunt doen om 129 te krijgen. Je weet 4x30 =
120. Dan heb je er nog 9 over, 4 past 2x en een beetje in de 9. Dus je zit al op 32. Dat beetje is die 1,
daar maak je ¼ van wat 0,25 is. 129/4 = 32,25

Kladpapier met staartdeling:
Bij een staartdeling kijk je iedere keer of het getal waardoor je het andere getal wilt delen in het getal
past. Je werkt hierbij van links naar rechts.

994/7 -> schrijf je in een staartdeling op als:
7/994\....
De 7 past 1x in de 9 dus je schrijft onder de eerste 9 een 7 en op de …. de 1. De 1 is het eerste getal
van je uiteindelijke antwoord. De 7 haal je van de 9 af waardoor je nog 2 over hebt.