PowerPoint les 1 : basis Principes van communiceren
Verbale communicatie: woorden / stem gebruik. ( praten)
Non- verbale communicatie: Lichaamstaal / gebaren.
In Van Dale “communicatie” betekenis : uitwisselen van informatie.
Betekenis volgens “Oomkes” : De uitwisseling van symbolische informatie die plaats vind
tussen mensen die zich van elkaars onmiddellijke of gemedieerde ervaring bewust zijn. Deze
informatie wordt deels bewust en deels onbewust gegeven, ontvangen en geïnterpreteerd.
Mehrabrin ( psycholoog) : mensen :
7 % vertrouwde op de letterlijke inhoud van
boodschap
38 % op stemeigenschap( intonatie,
spreeksnelheid)
55% op lichaamstaal.
Externe ruis : storing van buitenaf ( bij andere) ( Voorbeeld : iemand die er door heen praat
en daardoor hoor je niet wat een ander zegt)
Interne ruis: veroorzaakt door verkeerde interpreteren. ( bij jezelf) (Voorbeeld : Je begrijpt
iemand op een verkeerde manier)
Referentiekader: De manier waarop jij dingen waarneemt of interpreteert. ( een schema in
je geheugen waarin informatie wordt verwerkt) Het word bepaalt door ervaringen ( wat je
ziet, hoort of heb gelezen)
Communicatiemodel van Schulz von Thun:
In communicatie tussen mensen spelen 4 aspecten een rol( deze zijn altijd aanwezig):
Voorbeeld zin : “ Dat verkeerslicht staat op groen”
Zakelijke aspect : De inhoud van de boodschap ( “ de feiten “) Voorbeeld : Er komt
een stoplicht en dat staat nu op groen
Expressieve aspect : Informatie over de zender van de boodschap. ( wat er met de
zender is ) Voorbeeld : Ik heb haast
, Relationele aspect: Informatie over hoe de zender tegenover de ontvanger staat,
wat hij van hem vindt. ( wat vind hij of zij van de ontvanger) Voorbeeld : Jij kunt niet
rijden
Appellerende aspect : De invloed die de zender wil uitoefenen op de ontvanger.
( wat wil je dat de ontvanger doet) Voorbeeld : Geef eens gas!
Belangrijke constateringen in communicatie:
In een verbale boodschap word er word meer gezegd dan alleen de letterlijke
woorden
Door te streven naar eenduidigheid( helder en met maar één duidelijke uitleg) van
verbale en non verbale signalen worden misverstanden voorkomen.
Het vermogen om non-verbale signalen te herkennen en te interpreteren geeft
mensen communicatief een enorme voorsprong.
Boodschappen moeten begrijpelijk zijn : eenvoudig van stijl, goed gestructureerd,
bondig en aantrekkelijk.
Assertief gedrag ( voor jezelf opkomen) voorkomt frustraties en misverstanden.
Kennis van etiquette vergemakkelijkt communicatie.
Het inzien van hiërarchische verhoudingen ( rangsgewijs/opeenvolgend) voorkomt
problemen
Spreek irritaties uit en laat ze niet ondergronds voortwoekeren.
Het gebruik van verborgen appellerende boodschappen dient zoveel mogelijk
beperkt te worden.
C’est le ton qui fait la musique ( Het is de toon die de muziek maakt) Het gaat er niet
om wat je zegt maar hoe je het zegt.
Evaluatieve feedback :
Dient om ongewenst gedrag bij te stellen, gewenst gedrag te stimuleren en om
iemand te laten leren van eerder gemaakte fouten. ( het leereffect staat centraal)
Spontane feedback :
Deze vorm heeft twee functies :
Stimuleren van de zender om door te gaan met zijn verhaal
Het verschaft de zender informatie waarop zijn boodschap overkomt, waardoor hij in
staat wordt gesteld om de boodschap waar nodig bij te stellen.
LSD (Luisteren, samenvatten, doorvragen):
Actief luisteren is heel belangrijk in situaties waarin representatief beeld moet
worden gevormd van de werkelijke bedoelingen en visies van andere.
Actief luisteren is de techniek voor het analyseren van problemen
, Aannemen van een neutrale houding
De kunst van het vragen stellen : Open en gesloten vragen.
Open vragen worden ook wel W- of H-vragen genoemd ( Wie, wat waarom , hoe
hoezo)
Belangrijke / stimulerende signalen in een gesprek :
Een open lichaamshouding , naar de andere toegewend.
Oogcontact
Korte non-verbale stimulansen ( hummen en knikken)
Inhoudelijke aansluiting
Gebruik stiltes.
Belangrijk bij het samenvatten :
Vat samen op de relevantie
Vat samen op wat wordt bedoeld en niet op wat wordt gezegd
Vat samen in eigen woorden
Vat niet te lang samen.
PowerPoint les 2 : ( Taal) ontwikkeling van kinderen.
Taalontwikkeling fases :
Pre-linguïstische periode ( 0-1 jaar)
Communicatie via geluiden, gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal, vooral
Luisteren!
Vocaliseren( brabbelen), non verbale communicatie , passief taalbegrip( snapt
wat je zegt maar kan het zelf nog niet zeggen)
Vroeg linguale periode ( 1 -2 jaar)
Actief taalbegrip ( snappen wat je zegt en gaan proberen na te zeggen)
Eerste woordjes ( 10 – 14 maanden)
Eenwoordzinnen ( paar woordjes achterelkaar)( praten in telegramtaal)
Woordenschat : 50 woorden.
Differentiatieperiode ( 2-5 jaar)
Woord volgorde word belangrijk
Woordverbuigingen : meervoud, verkleinwoorden, werkwoordvervoegingen
en vergrotende en overtreffende trap.