100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting deel 10 - financieel management

Rating
-
Sold
-
Pages
13
Uploaded on
30-04-2021
Written in
2020/2021

Samenvatting deel 10 - financieel management

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
April 30, 2021
Number of pages
13
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

Les 10 - Financieel management
Financiële verslaggeving
Afhankelijk van de grootte van je vzw, zal je een aparte soort van boekhouding moeten doen. Een
vereenvoudigde boekhouding voor de micro vzw’s en kleine organisaties. Voor de andere dan kleine
vzw’s heb je een dubbele boekhouding nodig.

Dat maakt dat, zeker organisaties die groter worden, heel vaak een financiële dienst hebben of een
boekhouder.

Het is moeilijk om daar zicht op te blijven houden, zeker als je organisatie groter wordt. Het loont
zeker als je de expertise zelf niet hebt van je te gaan omringen met mensen die deze expertise wel
hebben.

Jaarrekening

De jaarrekening is de staat van ontvangsten en uitgaven. Geen enkele vzw ontsnapt daaraan. Hoe je
dit aanpakt hangt af van de grootte van je organisatie.

Als je een vereenvoudigde boekhouding hebt dan mag je die jaarrekening gratis neerleggen bij de
griffie van de ondernemingsrechtbank.

Je kan er als kleine organisatie ook zelf voor kiezen om toch voor een dubbele boekhouding te gaan.
Vooral voor organisaties die transparantie belangrijk vinden. Het is een keuze voor die kleinere en
micro organisaties.

Als je toch geld wil gaan verdienen, als je een commerciële activiteit hebt binnen je vzw komt er een
btw boekhouding aan te pas. Ook hier kies je dan vaak voor een dubbele boekhouding.

Het is in de algemene vergadering dat de jaarrekening moet goedgekeurd worden.

 Balans
 De jaarrekening geeft een jaarlijks overzicht van de financiële situatie van een bedrijf
of een organisatie. Wettelijk gezien zit daar een balans onder.
 Resultatenrekening
 een resultatenrekening of een ‘winst of verlies’-rekening
 Toelichting
 Zaken die niet in die cijfers kunnen weergegeven worden moeten toegelicht worden.
De tekstuele toelichting is wat men vaak het jaarverslag noemt.
 Alle begeleidende, aanvullende informatie die relevant is om je rekening te
onderbouwen en aan te geven ‘waar hebben we het gehaald of waar hebben we het
ingestoken’ om dit dan te verantwoorden.
 Commissaris voor andere dan kleine organisaties
 Het kan zijn dat je een commissaris nodig hebt. Dat is voor redelijk grote
organisaties. De commissaris is een soort revisor of auditor en gaat de
betrouwbaarheid van je jaarrekening evalueren.
 Het is iemand die als onafhankelijke een stukje gaat controleren of je wel met alles in
orde bent.

, Resultatenrekening

Inkomsten en uitgaven worden in die resultatenrekening op een balans gelegd.

Soms moet je heel grote uitgaven doen en gaan die pas opbrengst hebben over een paar jaar. Dat
geef je dan aan in die jaarrekening.

 Overzicht inkomsten/uitgaven voorbije werkjaar
 De resultatenrekening is een overzicht van welke kosten en opbrengsten je dat jaar
hebt. Het wordt ook wel een winst en verliesrekening genoemd.
 Het is een overzicht van wat er binnen gekomen is en wat er buiten is gegaan, over
een bepaalde periode (meestal een jaar).
 Inkomsten: lidgeld, schenkingen, subsidies, …
 Je haalt je inkomsten bv. uit lidgeld dat je vraagt aan leden, schenkingen die je
gekregen hebt van mensen, subsidies van de overheid en andere ontvangsten.
 Uitgaven: goederen en diensten om te verkopen, bezoldigingen, diensten, …
 De uitgaven kan bv. zijn dat je bepaalde goederen hebt aangekocht zoals medicatie
in een woonzorgcentrum of dat je diensten hebt aangekocht zoals catering dat
geleverd wordt.
 Het zijn goederen en diensten die je aankoopt met de bedoeling om terug te gaan
door verkopen. Medicatie wordt in een woonzorgcentrum doorverkocht naar de
cliënten.
 Een andere uitgave is bezoldiging. Dit zijn alle uitgaven die te maken hebben met
personeel zoals loonkosten of vergoedingen.
 Je hebt dan ook nog diensten en andere goederen die je aankoopt voor een goede
werking van de vzw maar die je niet terug gaat door verkopen. Dat kan bv.
aangekochte computers zijn.
 Verschil = saldo
 Inkomsten > uitgaven = Boni
o Als je inkomsten groter zijn dan je uitgaven, noemt men dit Boni (positief,
goed). Je hebt geen schulden en je staat er goed voor.
 Inkomsten < uitgaven = Mali
o Zijn je inkomsten lager dan je uitgaven, noemt men dit Mali (slecht). Je zit
dan in de ‘rodere papieren’.




De balans
R60,71
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Document also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
yentllambrecht Hogeschool Gent
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
21
Member since
7 year
Number of followers
19
Documents
102
Last sold
1 year ago

3,8

4 reviews

5
0
4
3
3
1
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can immediately select a different document that better matches what you need.

Pay how you prefer, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card or EFT and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions