1. Inleiding.................................................................................................................................................... 3
1.1 Organisatiebeschrijving....................................................................................................................... 3
1.2 Motivering gewenste doelgedrag........................................................................................................ 3
2. Analyse..................................................................................................................................................... 4
2.1 Analyse individuele gedragskenmerken.............................................................................................. 4
2.2 Kenmerkendheid................................................................................................................................. 4
2.3 Consensus.......................................................................................................................................... 4
2.4 Consistentie........................................................................................................................................ 4
2.5 Analyse situationeel groepsgedrag..................................................................................................... 5
2.5.1 Vijf fasen-model groepsontwikkeling Robbins en Judge..............................................................5
3. Analyse systeemgedrag organisatie......................................................................................................... 7
3.1 Organisatiestructuur............................................................................................................................ 7
3.2 Personeelsbestand............................................................................................................................. 9
3.3. Concurrentie...................................................................................................................................... 9
4. Advies..................................................................................................................................................... 10
4.1 Individueel niveau............................................................................................................................. 10
4.2 Groepsniveau................................................................................................................................... 11
4.3 Organisatieniveau............................................................................................................................. 11
4.3.1 Stappenplan Robbins en Judge................................................................................................. 11
Bijlage I - Attributie theorie......................................................................................................................... 13
Bijlage II - Attributie theorie per individu..................................................................................................... 13
Bijlage III - Waardenketen.......................................................................................................................... 14
Bijlage IV - Leiderschapsstijlen Fietler........................................................................................................ 15
Literatuurlijst............................................................................................................................................... 16
, Voorwoord
Ik ben X en werk als manager VVE bij de stichting x gemeente X . VVE staat voor: voor- en
vroegschoolse educatie. Waarbij kinderen in de leeftijd van 2 tot 6 jaar extra begeleiding kunnen krijgen
bij hun taalontwikkeling.
Ik ben verantwoordelijk voor vijf van de in totaal 15 locaties binnen onze stichting.
Deze vijf locaties liggen verspreid in de gemeente Hoogveen.
Doordat wij binnen onze stichting VVE aanbieden (extra aanbod) hebben er hierdoor ook
veranderingen plaats gevonden.
Daarnaast heeft de hele stichting in 2020 een fusie doorstaan.
Mede door deze twee veranderingen is er bij een aantal medewerkers ander gedrag getoond. Voor
deze module opdracht heb ik gekozen voor 1 locatie binnen de stichting waarvan ik van mening ben
dat ik na deze module opdracht dit team kan helpen met hun gedrag en werkhouding.
Ik ben mij ervan bewust dat ik het maximaal aantal pagina’s te gebruiken voor een bijlage in deze
module opdracht heb overschreden. Ik heb de medewerkers van de locatie die ik in deze module
opdracht beschrijf gevraagd een persoonlijke waardensysteem te maken voor mij. Deze informatie
heb ik gebruikt in mijn advies. Dat is de reden dat ik deze informatie volledig met u wil delen en het
maximaal aantal pagina’s daarmee heb overschreden.
Graag wil ik mijn voorwoord gebruiken om mijn directrice X te bedanken voor de tijd, hulp, gegevens
en inzicht dat zij mij geboden heeft tijdens deze module opdracht.
Ook mijn docent Henk Boswinkel wil ik hierbij bedanken voor zijn enthousiaste lessen die hij mij
gegeven heeft en de tijd die hij besteed heeft om mij te kunnen begeleiden voor deze module
opdracht.
X , 2021