100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting bestuursrecht P3

Rating
-
Sold
2
Pages
30
Uploaded on
06-04-2021
Written in
2020/2021

Dit is een samenvatting van alle stof die besproken wordt bij het vak bestuursrecht en de voorschreven literatuur.

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
De voorgeschreven hoofdstukken uit het competentieboek
Uploaded on
April 6, 2021
Number of pages
30
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

Bestuursrecht week 1

Hoofdstuk 1
Bronnen bestuursrecht:
- Wet en regelgeving
- Jurisprudentie ( algemene beginsel van behoorlijk bestuur)
- Europees en nationaal recht


Openbaar bestuur: Het deel van de overheid dat zich bezig houdt met besturen, dit is voornamelijk
de uitvoerende macht. Daarnaast mogen ze ook zelf regels maken (verordeningen en AMvB’s)


Bestuursniveaus: gemeentelijk, provinciaal en landelijk.
Elk niveau heeft een dagelijks bestuur dat wordt gecontroleerd door een democratisch orgaan van
datzelfde openbaar bestuur  bestuursorganen.

Gemeentelijk: het college van burgermeesters en wethouders wordt gecontroleerd door de
gemeenteraad.
Rijksniveau: De regering (koning en ministers) worden gecontroleerd door het parlement.

 De wet geeft regels voor de organisatie van het openbaar bestuur, verschaft het
bevoegdheden en stelt regels aan het besturen, maar het geeft niet in detail aan wat het
moet doen en hoe ze moeten handelen in een concrete situatie.

Deze bestuursniveaus zijn niet ondergeschikt aan elkaar, maar de regelgeving is wel ondergeschikt.
Hoge regelgeving gaat voor lage regelgeving.
1. Rijk (wetten in formele zin, AMvB’s, Grondwet en minsteriele verordeningen)
2. Provinciaal (provinciale verordeningen)
3. Gemeente en waterschap: (Gemeentelijke en Waterschapsverordeningen)

Algemeen belang
Het openbaar bestuur moet altijd het algemene belang behartigen (datgene dat in ieders belang is).
Dit is in de bestuurswetten in hoofdlijnen aangegeven (bijvoorbeeld openbare orde, brandveiligheid).

- Ze regeluren en sturen met het oog op een bepaald algemeen belang onder meer activiteiten
van burgers (regels)
- Ze verrichten publieke taken: taken die niet aan burgers kunnen worden overgelaten
(defensie / wegen onderhouden)

Gemeentebestuur: verlenen vergunningen, wijzigen belastingen, vaststellen bestemmingsplannen,
subsidies verlenen, financiële tegemoetkoming. Ze hebben verantwoordelijkheid voor de uitvoering
van de bijstandsregels.
Provinciaal: hebben vooral een coördinerende en een toezichthoudende functie. Ze houden soms
toezicht op de gemeenten. De gedeputeerde staten kennen subsidies toe aan culturele en
economische initiatieven en hebben een belangrijk rol bij instandhouding openbaar vervoer.
Rijksniveau: toekennen studiefinanciering, besluiten over uitbreiding luchthavens, belasting,
toeslagen, uitkeringen e.d.

Bevoegdheid van het decentrale bestuur:
- Autonomie (art. 124 lid 1 Gw) : regeling en bestuur binnen de eigen huishouding wordt aan hen
overgelaten.

,- Medebewind (art. 124 lid 2 Gw): regeling en bestuur kunnen worden gevorderd bij of krachtens de
wet in formele zin. Ze moeten meewerken aan de uitvoering van de bijzondere wet (samenwerking)



Ontwikkeling van het openbaar bestuur in de 20ste eeuw
Periode 1 (1800) Hiervoor was er een nachtwakersstaat, de Staat hield zich alleen bezig met wat
kerntaken, er was niet veel bestuursrecht.
Periode 2 (1800 -1950) Door maatschappelijke ontwikkelingen kwam er een groei in de
bestuurswetgeving. Mede dankzij de industriële revolutie.
Periode 3 (1950): Na de Tweede Wereldoorlog is de verzorgingsstaat ontstaan: de overheid bemoeit
zich met alle aspecten van het maatschappelijk leven.
Periode 4 (2014): Deregulatie, er werden regels geschrapt.

Groeifactoren na 1950:
- groei van de bevolking, dus meer botsingen
- technische ontwikkelingen, hier zijn regels voor nodig
- rampen en crisis, zorgen voor meer regelgeving na een ramp of crisis
- verzorgingsstaat, hierdoor kwam sociale zekerheidswetgeving



Bevoegdheden van het openbaar bestuur en de eis van wetmatigheid van bestuur
Om het algemeen belang goed te kunnen behartigen moet het bestuur ook tegen de wil van de
burgers moeten kunnen optreden. De wetgever heeft daarvoor bevoegdheid gegeven in wetten in
formele of materiele zin.

Bevoegdheden: een vermogen van een orgaan om rechtsgevolgen tot stand te brengen.

 Vergunningsbevoegdheid (in een specifiek geval): de wetgever verbied een bepaalde
activiteit zonder een vergunning. Het bestuur kan die vergunning verlenen, het strafbare
kernmerk valt hiermee weg. Ze kunnen voor ieder bouwwerk afzonderlijk voorschriften
opnemen, zo wordt er gereguleerd. De voorschriften moeten wel betrekking hebben op het
doel van de wet waarop de vergunningsbevoegdheid steunt.
 Handhavingsbevoegdheid: bevoegdheid tot het opleggen van de last onder bestuursdwang,
een illegale activiteit kan door het bestuur worden beëindigd.
 Soms vrijstelling of ontheffing verlenen: soms kunnen bepaalde regels beter niet worden
toegepast (bijvoorbeeld afwijken van verbod om op zondag de winkel open te doen)
 Subsidiebevoegdheid: financiële middelen ter beschikking stellen op bepaalde activiteiten te
verrichten (aan bijv. een sportvereniging).

Wetmatigheid van bestuur (legaliteitsbeginsel): bestuursbevoegdheden kunnen niet naar eigen
inzicht van het bestuur worden uitgeoefend. Het bestuur mag niet handelen, tenzij de wetgever dit
heeft toegestaan.
 waarborgt de vrijheid voor burgers
 rechtszekerheid: het wordt voor burgers voorspelbaar en voorzienbaar
 rechtsgelijkheid: de bevoegdheid kan niet naar willekeur worden gebruikt

De wet formuleert inhoudelijke en procedurele voorwaarden waaronder het bestuur zijn
bevoegdheden mag uitoefenen (de wet normeert de bevoegdheid)
Specialiteitsbeginsel: Iedere bevoegdheid heeft een specifiek doel, zodat het bestuur de

, bevoegdheden niet voor van alles en nog wat kan gebruiken. Het doel is het behartigen van een
bepaald onderdeel van het algemeen belang.

Publiekrechtelijke bevoegdheden:
- wetgevende bevoegdheid van de wetgevende macht (art. 81 Gw)
- rechtsprekende bevoegdheid van de rechtsprekende macht
- uitoefening bestuursbevoegdheden door de uitvoerende macht (bestuursorganen)

Kenmerken publiekrechtelijke bevoegdheid:
- iedere bevoegdheid van een orgaan om positief te vormen, vast te stellen of te handhaven
- Het kan alleen door een overheidsorgaan worden uitgeoefend
- Het is een eenzijdige bevoegdheid

Bestuursrecht: formeel en materieel
Het recht dat relaties tussen het bestuur en burgers normeert. Het gaat hier ook om
bestuursrechtelijke rechtsbescherming.

Formeel bestuursrecht: procedures die door het bestuur moeten worden gevolgd bij het nemen van
besluiten, de vorm en inrichting van besluiten en procedures die moeten worden gevolgd bij het
bieden van bestuursrechtelijke rechtsbescherming.
- Bestuursprocesrecht: regelt procedure bij bestuursrechter en de procedures van bewaar en
administratief beroep.
- besluitvormingsrecht: procedureregels over het tot stand komen van besluiten.

Materieel bestuursrecht: regelt de inhoudelijke verhouding tussen bestuur en burgers door
vaststelling van rechten/plichten. Dit zijn ook de wetten waarin bestuursbevoegdheden worden
toegekend en genormeerd.

Algemeen en bijzonder bestuursrecht
Bijzonder bestuursrecht: bijzondere delen die zich bezig houden met een bepaald aspect van het
maatschappelijk leven, ze zien op de behartiging van een deel van het algemeen belang. Dit recht is
versnipperd in verschillende bestuurswetten.

Algemeen bestuursrecht: de regels die voor alle delen van het bijzonder bestuursrecht relevant zijn,
vooral procedurele bepalingen  Algemene wet bestuursrecht.

De algemene wet heeft tot doel om algemene leerstukken van bestuursrecht en bestuursrechtelijke
rechtsnormen die voor alle bijzondere delen van het bestuursrecht relevant zijn te codificeren. Deze
wet moet altijd in samenhang met een bijzondere wet worden geraadpleegd. Er kunnen afwijkingen
in de bijzondere wetten staan van de algemene wetten!
 de bijzondere wetten gaan voor de algemene wetten

Bestuursrecht en andere rechtsgebieden
Bestuursrecht en staatsrecht: Ze vormen samen één rechtsgebied waarbij bepaalde onderwerpen op
rechtsdogmatische gronden tot het staatrecht wordt gerekend.
Staatsrecht: grondrechtentheorie, totstandkoming wetten in formele zin, parlementaire stelsel,
rechterlijke organisatie, decentralisatie en verhouding nationaal en internationaal recht.

Bestuursrecht en privaatrecht:
- Bestuursrecht gaat over het algemeen belang en privaatrecht over het eigen belang van personen.
- Soms wordt privaatrecht gebruikt om iets te regelen in plaats van het bestuursrechtelijke te regelen
en soms kan er met privaatrechtelijke wetgeving publieke belangen worden behartigt.
R110,98
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
SophiedeGraaf3004

Get to know the seller

Seller avatar
SophiedeGraaf3004 Juridische Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
11
Member since
4 year
Number of followers
2
Documents
12
Last sold
2 months ago

0,0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can immediately select a different document that better matches what you need.

Pay how you prefer, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card or EFT and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions