TENTAMEN LEERSTOF P3
BESTUURSRECHT
WEEK 1
Voorbeelden van bestuursactiviteiten op verschillende bestuursniveaus (= openbare
lichamen):
Het Rijk: Regering (dagelijks bestuur) de Grondwet, wetten formele zin, Amvb’s en
ministeriële verordeningen.
Provincie: Provinciale staten, het college van gedeputeerde staten (dagelijks bestuur)
provinciale verordeningen.
Gemeente: College van burgemeesters en wethouders (dagelijks bestuur),
gemeenteraad gemeentelijke verordeningen.
Waterschappen: Dagelijks bestuur van een waterschap waterschapskeuren.
Verband tussen deze activiteiten:
Ze reguleren en sturen door middel van regels met het oog op een bepaald algemeen
belang onder meer activiteiten van burgers.
Ze verrichten publieke taken, dit zijn taken die niet aan burgers kunnen worden
overgelaten.
Autonomie (art. 124 lid 1 Gw): bestuur bepaald zelf dat is autonome bestuursbevoegdheid.
Medebewind (art. 124 lid 2 Gw): er wordt bepaald voor bestuur vanuit de wet, dat is
bestuursbevoegdheid op grond van medebewind.
Het bestuursrecht beschrijving: Het bestuursrecht valt onder het publiekrecht. In het
bestuursrecht gaat het grotendeels om belangen van burgers ofwel het algemeen belang.
Historische verklaring toename van de bestuurswetgeving in de 20e eeuw: Eerst was er
sprake van een zogenaamde nachtwakersstaat. De industriële revolutie, de sociale kwestie,
de wereldoorlogen, de economische crisis en de wederopbouw zorgden voor een groei in de
bestuurswetgeving. Er ontstond een verzorgingsstaat.
Eis van wetmatigheid van bestuur: Om het algemeen belang goed te kunnen behartigen zal
het bestuur ook tegen de wil van burgers moeten kunnen optreden. De bevoegdheden van
het bestuur zijn vastgelegd in wetten in formele zin, maar ook in lagere algemeen
verbindende voorschriften (wetten in materiële zin).
Algemeen bestuursrecht: In het algemeen bestuursrecht (Awb) staan er regels die voor alle
delen van het bijzonder bestuursrecht relevant zijn.
Voorbeelden: procedurele bepalingen bijvoorbeeld over besluitvormingsprocedures en
rechtsbeschermingsprocedures.
Bijzonder bestuursrecht: In bijzonder bestuursrecht worden bepaalde specifieke belangen
van (delen) van het algemene belang behartigt. In de bijzondere wetten tref je
bevoegdheden van het bestuur aan.
Voorbeelden: economisch bestuursrecht, sociale zekerheidsrecht, belastingrecht, ruimtelijk
bestuursrecht en milieurecht.
Verhouding tussen algemeen en bijzonder bestuursrecht: Het algemeen bestuursrecht wordt
altijd in samenhang met het bijzonder bestuursrecht geraadpleegd.
Regels: Hoog gaat vóór laag, bijzonder recht gaat vóór algemeen recht.
BESTUURSRECHT
WEEK 1
Voorbeelden van bestuursactiviteiten op verschillende bestuursniveaus (= openbare
lichamen):
Het Rijk: Regering (dagelijks bestuur) de Grondwet, wetten formele zin, Amvb’s en
ministeriële verordeningen.
Provincie: Provinciale staten, het college van gedeputeerde staten (dagelijks bestuur)
provinciale verordeningen.
Gemeente: College van burgemeesters en wethouders (dagelijks bestuur),
gemeenteraad gemeentelijke verordeningen.
Waterschappen: Dagelijks bestuur van een waterschap waterschapskeuren.
Verband tussen deze activiteiten:
Ze reguleren en sturen door middel van regels met het oog op een bepaald algemeen
belang onder meer activiteiten van burgers.
Ze verrichten publieke taken, dit zijn taken die niet aan burgers kunnen worden
overgelaten.
Autonomie (art. 124 lid 1 Gw): bestuur bepaald zelf dat is autonome bestuursbevoegdheid.
Medebewind (art. 124 lid 2 Gw): er wordt bepaald voor bestuur vanuit de wet, dat is
bestuursbevoegdheid op grond van medebewind.
Het bestuursrecht beschrijving: Het bestuursrecht valt onder het publiekrecht. In het
bestuursrecht gaat het grotendeels om belangen van burgers ofwel het algemeen belang.
Historische verklaring toename van de bestuurswetgeving in de 20e eeuw: Eerst was er
sprake van een zogenaamde nachtwakersstaat. De industriële revolutie, de sociale kwestie,
de wereldoorlogen, de economische crisis en de wederopbouw zorgden voor een groei in de
bestuurswetgeving. Er ontstond een verzorgingsstaat.
Eis van wetmatigheid van bestuur: Om het algemeen belang goed te kunnen behartigen zal
het bestuur ook tegen de wil van burgers moeten kunnen optreden. De bevoegdheden van
het bestuur zijn vastgelegd in wetten in formele zin, maar ook in lagere algemeen
verbindende voorschriften (wetten in materiële zin).
Algemeen bestuursrecht: In het algemeen bestuursrecht (Awb) staan er regels die voor alle
delen van het bijzonder bestuursrecht relevant zijn.
Voorbeelden: procedurele bepalingen bijvoorbeeld over besluitvormingsprocedures en
rechtsbeschermingsprocedures.
Bijzonder bestuursrecht: In bijzonder bestuursrecht worden bepaalde specifieke belangen
van (delen) van het algemene belang behartigt. In de bijzondere wetten tref je
bevoegdheden van het bestuur aan.
Voorbeelden: economisch bestuursrecht, sociale zekerheidsrecht, belastingrecht, ruimtelijk
bestuursrecht en milieurecht.
Verhouding tussen algemeen en bijzonder bestuursrecht: Het algemeen bestuursrecht wordt
altijd in samenhang met het bijzonder bestuursrecht geraadpleegd.
Regels: Hoog gaat vóór laag, bijzonder recht gaat vóór algemeen recht.