100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting testtheorie, Psychologie zelf 8,5 gehaald. Tilburg University

Rating
-
Sold
-
Pages
83
Uploaded on
19-12-2025
Written in
2025/2026

Samenvatting van het vak testtheorie van de opleiding Psychologie aan de Universiteit van Tilburg/Tilburg University. De samenvatting bevat alle informatie uit de hoorcolleges, aanvullende info vanuit de werkcolleges en de informatie uit het boek. Zelf had ik 3 fouten op de toetsen en daarmee een 8,5 gehaald. Dikgedrukt = begrip Rood = ezelsbruggetje Schuingedrukt = onderwerp van de tekst die eronder staat Onderstreept = belangrijke naam/persoon

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Hoofdstukken 1 t/m 3 5 t/m 9, 11 & 14
Uploaded on
December 19, 2025
Number of pages
83
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

1
Statische basiskennis:
1. Gemiddelde



- i, staat voor een bepaalde persoon
2. Deviatiescore


- Is de verhouding tot de groep
- Dus hoeveel punten iemand verschild tot het gemiddelde
- Deviatiescore berekenen is een waarde centreren
3. Variantie



- Mensen verschillen in de waardes op de variabele
- Pas als je over populatie gaat praten moet je delen door N-1, bij
steekproeven niet.
4. Standaarddeviatie


- Standaarddeviatie is grofweg de gemiddelde afwijking van het
gemiddelde
5. Z-score



- x is deviatiescore
- de gemiddelde is altijd 0
- Informatie of een individu boven of onder gemiddelde testscore
ligt.
6. Covariantie


- Is er een samenhang in de variantie van proefpersonen op
verschillende variabele
- Is een manier om het verband te kwantificeren tussen variabiliteit
in de ene set scores en variabiliteit in een andere set scores.
7. Correlatie


- Correlatie is de gestandaliseerde versie van de covariantie
- Ligt altijd tussen de 1 en de -1
- Correlatie berekenen tussen 2 z-score:

,Covariantie en correlatie:
1. Variantie-covariantiematrix
- Varianties op de diagonale elementen,
- covarianties op de buitendiagonale elementen




- Variantie v/d testscore = alle cijfers in de matrix optellen
2. Correlatiematrix
- Enen op de diagonale elementen, correlaties op de
buitendiagonale elementen




2 soorten variabiliteit:
1. Interindividuele variabiliteit: Verschillen in scores tussen
personen
2. Intra-individuele variabiliteit: Verschillen die ontstaan voor een
persoon over tijd, onder verschillende omstandigheden.
- V.b. veranderingen van symptomen meten van een
psychiatrische patiënt, over een tijd waarin hij therapeutisch
behandeld wordt.

4 factoren om rekening mee te houden bij het interpreteren van variantie
of standaarddeviatie:
1. Beide kunnen niet kleiner dan 0 zijn. 0= helemaal geen variantie.
2. Kan niet zomaar als groot of klein interpreteren.
3. Vergelijken is alleen betekenis vol in dezelfde context, dus IQ-scores
niet gaan vergelijken met SAT-scores. Zelfde meeteenheden
gebruiken.
4. Vormen basis voor de correlaties en betrouwbaarheidsintervallen.

Centrale tendens: wat is de score die het meest representatief is voor
de gehele verdeling?
- Mediaan
- Modus
- Gemiddelde

Verdelingen:
1. Een perfect symmetrische verdeling heeft een scheefheidswaarde
van 0.

, 2. Als een verdeling positief scheef (rechtsscheef) is: dat wil zeggen
dat er weinig waarden boven het gemiddelde liggen, dan heeft ze
een scheefheidswaarde groter dan 0.
- De staart ligt dan rechts van de verdeling.




3. Als een verdeling negatief scheef (linksscheef) is: dus weinig waarden onder het
gemiddelde, dan heeft ze een scheefheidswaarde kleiner dan 0.
- De staart ligt dan links van de verdeling.




4. Berekening


- Voorbeeld




Binaire items:
1. 1 van de 2 items is mogelijk:
- Dichotome items: ja (1) of nee (0) antwoorden
2. Berekeningen
- Gemiddelde


3. Variantie



Percentiel ranks
1. = percentage scores aangeeft dat lager is dan een specifieke
testscore.
- Voorbeeld: als we weten dat een testdeelnemer heeft gescoord
op het 85e percentiel van een prestatietest, dan weten we dat
deze persoon een relatief hoge score heeft.
- Meer specifiek betekent dit dat hij of zij hoger scoorde dan 85%
van de andere personen die de test hebben afgelegd.
Het percentielrangnummer is dus een andere manier om
testscores in relatieve termen uit te drukken.
2. Berekenen:
- Stel N=75, score = 194 en 52 mensen scoren lager dan dat.
Percentielrang = (52/75) x100 = 69, dus dan heeft hij gescoord
op het 69e percentiel.

, - Wanneer we niet toegang hebben tot volledige verdeling van alle
scores, wel standaarddeviatie en het gemiddelde: z-score
berekenen, kijken tabel koppelen aan percentiel. Bij een
normaalverdeling.


2
Definitie psychologische test:
1. Cronbach (1960): ‘a systematic procedure for comparing the
behavior of two or more people’
2. Zo’n ‘procedure’ kan vele vormen aannemen:
- Multiple choice vaardigheidstest
- Open-ended persoonlijkheidsvragenlijst
- Systematische gedragsobservatie
- Rorschach inktvlekkentest
3. Drie cruciale eigenschappen:
- Gericht op gedragsmeting (observeerbaar)
- Systematisch (objectieve structuur, dus gericht en volgens een
vast gelegd kader)
- Vergelijken van verschillende personen (of van persoon over de
tijd)
o Je wilt dus echt verschillen tussen personen kunnen
onderscheiden, ze moeten duidelijk zijn

Type testen:
1. Tests voor prestatieniveau vs. gedragswijze:
- Maximum performance (prestatie) versus typical performance
(gedrag)
- Prestatieniveautests voor meten vaardigheden
o Er is altijd sprake van goede en foute antwoorden
o Bijvoorbeeld: IQ-test
- Gedragswijzetests voor meten o.a.
persoonlijkheidseigenschappen & attitudes
o Als het geen prestatieniveautest is dan is het een
gedragswijzetest
o Het gaat om wat typisch is voor een persoon (dus geen goed
en fout)
- Grote verschillen voor de aanpak bij de testontwikkeling
- Nauwelijks verschillen voor statistische analyse van testscores
2. Twee type tests voor prestatieniveau:
- ‘Power’ en ‘speed’ tests
- Power tests meten vaardigheid zonder tijdsdruk
o Meer-vaardige personen maken meer vragen goed
o Bijvoorbeeld: tentamen (wel tijdslimiet maar geen tijdsdruk)
- Speed tests meten prestaties onder zware tijdsdruk
o Vragen zijn van triviale moeilijkheid
o Meer-vaardige personen beantwoorden meer vragen
o De vragen zijn dus makkelijker maar gaat om de snelheid
$8.32
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
karlijngroeneveld
3.5
(2)

Get to know the seller

Seller avatar
karlijngroeneveld Tilburg University
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
8
Member since
1 year
Number of followers
0
Documents
17
Last sold
1 week ago

3.5

2 reviews

5
0
4
1
3
1
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions