100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Neuroanatomie (incl. tekeningen) ALLES

Rating
-
Sold
-
Pages
53
Uploaded on
06-12-2025
Written in
2025/2026

Duidelijke samenvatting van alle te kennen leerstof inclusief alle te kennen tekeningen van Prof. Dewaele.

Institution
Course

















Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
December 6, 2025
File latest updated on
December 6, 2025
Number of pages
53
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

NeuroanatomiE
1.​ Macroscopie
1.1.​ Mediale kant

●​ Vierde ventrikel = tentvormig
●​ dak = velum medullare sup. + inf.
●​ Velum medullare inf. bevat pia mater en ependym (= tela choroidea,
bevat plexus chorideus → produceert hersenvocht)
●​ Velum medullare sup. bevat witte stof
●​ Bodem = posterieure zijde pons en medulla oblongata
●​ Top = fastigium
●​ Boven het velum = vierheuvelenplaat → colliculi sup. en inf.
●​ Anterieur kanaaltje (hartvormig) = het aqueduct van Sylvius (3e
ventrikel → 4e ventrikel)
●​ Cerebellum
●​ Vermis = midden
●​ Windingen = folia
●​ Hersenstam = mesencephalon + pons + medulla oblongata
●​ Sulcus calcarina = errond primaire visuele cortex
●​ Ramus marginalis splitst zich naarboven af van de sulcus cinguli (1 gyrus
posterieur van van de ramus marginalis)
●​ De fornices zijn bundels met witte stof die vertrekken vanuit de corpora
mamillaria, en maken contact met de hippocampus.
●​ Habenula: controleert motivatie, correleert met depressie en verslaving
○​ Know-do-gap = weten dat je het zou moeten doen, het effectief
doen

1.2.​ de convexiteit

●​ Einde van de sylvische vallei = gyrus supra-marginalis

1.3.​ Het ruggenmerg

●​ RADIOLOGISCHE ORIËNTATIE
●​ Grijze stof centraal gelegen, in vlindervorm waarvan voorste hoorns = cornu
anterior, achterste hoorns = cornu posterior
●​ Ventraal: fissura mediana anterior
●​ Posterieur: dorsale kolommen voor proprioceptie, vibratie en tast
○​ Dunne mediale kolom = fasciculus gracilis


Lysanne De Vuyst 1

, ○​ Laterale kolom = fasciculus cuneatus
●​ Centraal: canalis centralis




Lysanne De Vuyst 2

, 2.​ Nervus olfactorius
2.1.​ Beschrijving

In het mucosa van het dak van de neusholte zitten olfactorische cellen (bipolaire
cellen met chemoreceptoren op de cilia). De axonen bundelen tot filum olfactorium
die door zeefbeen gaat naar bulbus olfactorius. Hier maken de axonen contact met
de mitralis cellen (cc vorm van glomerus). Axon verlaat mitralis cel via tractus
olfactorius.
●​ Nervus olfactorius = verzameling korte fila olfactoria.
●​ Lengte = mucosa → bulbus olfactorius
●​ Snel systeem, want enige sensorische die NIET via thalamus gaat
●​ Tractus: onder frontale cortex, splitst in stria olfactoria lateralis en een stria
olfactoria medialis
Reukorgaan sterk in verbinding met limbisch systeem (survival)
●​ Limbisch systeem
○​ Homeostase → Hypothalamus
○​ Olfactatie → Olfactorisch complex
○​ Memory → Hippocampus
○​ Emotions and drives → Corpus amygdaleum
Via stria olfactoria medialis bereiken vezels de hypothalamus, deze is dan
verbonden met het autonoom ZS. Via stria olfactoria media en de commisura
anterior raken vezels naar de contralaterale hersenhelft.

Stria olfactoria bereikt:
●​ Olfactoire cortex/cortex piriformis → gewaarwording geuren, U-vorm, thv
overgang frontale en temporale kwab, temporaal deel thv mediale zijde van
de temporale pool anterieur vd uncus. Kleine structuur (groter bij niet mensen,
peervorm)
●​ De hippocampus → herinneringen oproepen bij geuren, mediane continuatie
van de gyrus parahippocampalis, rol bij korte → lange termijn
●​ Corpus amygdaleum → emotionele respons op geuren,
●​
●​ Tussen beide stria: substantia perforata anterior, doorboord door arteria
cerebri anterior.


2.2.​ Pathologie

Anosomie: verlies van reukzin
●​ oorzaken: virale infecties, sinusitis, roken
●​ schedeltrauma: anterieure schedelbasis zeer dun, botsplinters kunnen fila
olfactoria scheuren
○​ wees bedachtzaam op lekken van csf (kan leiden tot lethale bacteriële
meningitis)


Lysanne De Vuyst 3

, ■​ diagnose: via bepaling Beta-trace (geproduceerd in plexus
choroideus), vocht uit neus opgevangen
Meningiomen: kan leiden tot destructie van bulbus olfactorius
Eplileptische aanvallen: kunnen voorafgegaan worden door olfactoire aura (=geur
hallucinatie ontstaan in de piriforme cortex)

2.3.​ KNO

Anamnese zal al veel info geven, maar onderzoek met geurstokjes is objectiever.




3.​ Nervus Opticus
3.1.​ Beschrijving

Geen echte zenuw, embryologisch = uitloper van diencefalon. Licht ondergaat
inversie in het gezichtsveld. Verlies van visuele functie altijd beschreven in functie
van de gezichtsvelden van de patiënt.




Lysanne De Vuyst 4

,Axonen in retina convergeren naar papil die verder loopt in de nervus opticus. thv
het chiasma kruisen de axonen komende van de nasale retinale velden, lopen dan
verder via tractus opticus naar het corpus geniculatum laterale.

Corpus geniculatum laterale + corpus geniculatum mediale = meest posterieure deel
vd thalamus.

Na synaps gaan de axonen verder via radiatio optica naar de primaire visuale cortex
bij fissura calcarina. (Deel van radiatio optica loopt laag in temp. kwab en noemt de
lus van Meyer)

Gezichtsvelden worden onderzocht met:
●​ Confrontatietest: Pt dekt 1 oog af, onderzoeker zit recht tegenover Pt
en dekt het oog aan dezelfde kant af. De gezichtsvelden zouden nu
gelijk moeten zijn. De onderzoeker beweegt zijn hand steeds dichter en
de pt geeft een signaal vanaf het hand zichtbaar is.
●​ Goldmann perimetrie: Pt kijkt met 1 oog in een koepel, andere oog is
afgedekt. Pt kijkt naar een fixatie gaatje, hierdoor kan de onderzoeker
controleren of alles correct verloopt. De onderzoeker laat een lichtje
bewegen, de pt drukt op een knop vanaf het lichtje zichtbaar is.

De onderzoeker voert dit onderzoek telkens uit met minder intensiteit
en diameter, de blinde vlek verschijnt normaal gezien ongeveer 15
graden lateraal

Optische reflexen
●​ Directe reflex: oog reageert op licht (licht = vernauwing, donker = verbreding)
●​ Indirecte reflex: andere oog dat gaat meereageren
●​ Verklaring: de tractus opticus eindigt in het corpus geniculatum laterale, maar
1% van de axonen splitst zich al voor ze het corpus hebben bereikt. Deze
nemen synaps in de nucleus pretectalis in het mesencefalon, en vormen
hieruit bilateraal synapsen met de parasympathische kernen van
Edinger-Westphal. Deze parasympathische vezels lopen mee met de nervus
oculomotorius, die synaps neemt in het ganglion ciliare en zorgen voor
contractie vd iris.

3.2.​ Pathologie
Bij onderzoek van het oog moet men eerst kijken of het gaat om uni- of bilaterale
problemen.

●​ Anopsie: probleem van 1 oog, dan denkt men aan pathologie vh oog zelf of vd
nervus opticus
●​ Bilaterale hemianopsie: druk op het chiasma (frequent ten gevolge van
adenoom vd hypofyse), kruisende axonen aangetast


Lysanne De Vuyst 5

,●​ Linker hominieme hemianopsie: letsel voorbij het chiasma, tgv
probleemstelling aan rechterkant.




Lysanne De Vuyst 6

, 4.​ Nervus 346
4.1.​ Beschrijving
4.1.1.​ Saggitale snede hersenstam

Nucleus v 3 in het mesencefalon, op
het niveau vd colliculi superiores.
Nucleus v 4 idem, op het niveau vd
colliculi inferiores.
Nucleus v 6 midden in de pons
Boven nucleus 6 vinden we nucleus 5,
en ventraal die van 7.
Thv overgang pons-MOBL. ligt de
nucleus 8
De nucleus ambiguus bevat: 9, 10 en
11
Posterieur ligt de kern voor de tong
(12)
De sensibele kern van 5 loopt tot op
niveau C3


Er zijn 4 kernen voor parasympatische bezenuwing: nucleus van Edinger-Westpal,
nucleus salivatorius superior en inferior, nucleus dorsalis nervi vagi en de nucleus
solitarius (smaakvezels)

4.1.2.​ Axiale doorsnede vd hersenstam

​ ​ ​ ​ ​ ​ ​
Mesencefalon: thv colliculi sup. rond het
aqueduct van dorsaal naar ventraal liggen
de nucleus pretectalis, parasympatische
nucleus van edinger-Westphal en de
motorische kern van nervus oculomotorius
(loopt naar ventraal via nucleus ruber).
Lateraal vd nucleus ruber ligt de
driehoekvormige lemniscus medialis.
Thv colliculi inferiores ligt de nucleus nervi
trochlearis → traject doorheen velum med.
sup., verlaat hersenstam dorsaal
Pons: 4e ventrikel, bodem: nervus
abducens, nervus facialis draait rind
nucleus nervi abducentis naar lateraal →
veroorzaakt heuvel = colliculis facialis,
ventraal: tracti pyramidalis, lemniscus med.
loopt hier dorsaal van


Lysanne De Vuyst 7

,MOBL: posterieur: mediaan de nuclei gracilis, lateraal de nuclei cuneatus → kernen
zijn van belang voor sensibele vezels. Anterieur: motorische vezels in pyramiden.

4.1.3.​ Oogspieren en functie

Extrinsieke oogspieren → in alle richtingen bewegen + bovenst eooglid
Intrinsieke oogspieren → in het oog gelegen

6 spieren: 4 rechtlopende + 2 schuine
●​ Complexe samenwerking
○​ Elevatie: rectus sup. + obliquus inf.
○​ beweging afhankelijk van oogstand
■​ bv. rectus sup. in abductie → elevator, maar oog naar mediaal
dan adductie en intorsie.
■​ bv. obliquus sup. naar mediaal depressor
■​ Oorzaak: verplaatsen van aangrijpingspunt




4.1.4.​ Nervus oculomotorius

Nucleus gelegen in het mesencefalon (niveau colliculi sup.), axonen lopen naar
ventraal en doorkruisen nucleus ruber, verlaten hersenstam via fossa
interpeduncularis. Nervus loopt tussen a. cerebri post. en a. cerebelli sup., verder
verloop bij a. communicans post., gaat doorheen dura mater en verder naar sinus
cavernosus om via fissura orbitalis sup. in de orbita te belanden. Verdere splitsing in
ramus sup. en inf. deze bezenuwen:




Lysanne De Vuyst 8

, ●​ Rectus Superior
●​ Rectus Inferius
●​ Rectus Medialis
●​ Obliquus Inferior​ ​ ​ ​ ​ → uitwendige oogspieren
●​ Levator palpebrae superioris

Dorsaal vd mot kern ligt de Nucleus Edinger-Westphal. Preganglionaire vezels
volgen mototrische vezels tot orbita (plaats van synaps → ganglion ciliare).
Postganglionaire vezels volgen nervi ciliare breves tot id oogbol → M. sphincter
pupillae (miosis), M. ciliaris (relaxatie vd lens).

4.1.5.​ Nervus trochelaris

Kern is gelegen in het mesencefalon (niveau colliculi inf.), de axonen lopen naar
dorsaal en kruisen bij velum medullaris sup., treden naar buiten onder colliculi inf.,
zenuw verloopt verder rond de hersenstam onder tentorium naar ventraal. In de
laterale wand van de sinus cavernosus verloopt ze caudaal vd nervus oculomotorius.
Orbita via fissura orbitalis sup., innerveert 1 spier (obliquus sup → intorsie, depressie
en abductie, oogstand in adductie → depressor).

4.1.6.​ Nervus abducens

Kern is gelegen in de pons thv boden 4e ventrikel. Vezels van N. facialis zijn
gedraaid rond N. abducens → samen colliculus facialis. De abducens verlaat
hersenstam ventraal thv overgang pons-mobl (thv junctie a. vertebralis - a. basilaris).
zenus volgt traject over clivus in kanaal van Dorello, zo ook naar sinus cavernosus.
Dit in cc met a. carotis. Treedt orbita binnen via FOS, innerveert m. rectus lateralis.

4.1.7.​ Autonome sturing van de ogen

Pupilgrootte bepaald door: parasympatische + orthosympathische sturing
●​ Parasympatisch: N. oculomotorius vanuit nucleus van Edinger-Westphal
●​ Orthosympatisch: Start vanuit ganglion cervicale superior
○​ Stresssituatie → pupil vergroot (=mydriase)
○​ Postsynaptische vezels langs a. carotis door sinus cavernosus tot
uiteindelijk ganglion ciliare → oogbal, activeren hier M. dilatator
pupillae, ook takje naar M. tarsalis sup. (bovenste ooglid, opentrekken)

4.1.8.​ Horizontaal en verticaal blikcentrum

Geconjugeerde beweging = 2 ogen die gelijk bewegen
●​ bv. men wil naar links kijken → rechter rectus medialis + linker rectus lateralis
→ verbinding nodig tussen N. abducens en N. oculomotorius. Deze verbinding wordt
gemaakt door fasciculus longitudinalis medialis (FLM).


Lysanne De Vuyst 9

, ●​ Rechter frontaal blikcentrum: FEF
○​ activeert via tractus corticobulbaris het pontien horizontaal blikcentrum
→ PPRF, gelegen nabij kern van N. abducens. PPRF zal de kern
activeren en ook de kern van n. oculomotorius (via FLM).

Linker N. abducens laat de linker M. rectus lateralis contraheren, de rechter N.
oculomotorius laat de rechter M. rectus medialis contraheren → beide ogen naar
links

●​ Verticaal blikcentrum: de rostrale interstitiele nucleus thv colliculi superiores
○​ Aangestuurt door: parietaal blikcentrum




4.2.​ Pathologie
4.2.1.​ Nervus oculomotorius




Lysanne De Vuyst 10
$11.83
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
lysannedevuyst

Get to know the seller

Seller avatar
lysannedevuyst Universiteit Gent
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
2
Member since
4 months
Number of followers
0
Documents
7
Last sold
21 hours ago
Geneeskunde samenvattingen voor dummies

Eerste zit? HELL YEA

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions