Samenvatting werkgroepen
Werkgroep 1
Controle = controleren of de wet is nageleefd
- Bestuursrechtelijke bevoegdheid –> ongericht, kan tegen iedereen worden ingezet
- Niet-naleven niet per definitie een te vervolgens strafbaar feit op
Opsporing = gericht op strafbare feiten
- Art. 132a Sv.
Voorwaarden:
1. Onderzoek naar strafbaar feit
2. Onder gezag van OvJ
3. Doel = strafvorderlijke beslissing nemen
Consequenties kwalificatie
Markeer begin van strafvordering (art. 1 Sv.)
Verdachte krijgt rechten toegekend
Mogelijkheden om dwangmiddelen in te zetten
Varianten
Klassieke opsporing = onderzoek naar aanleiding van een redelijk vermoeden dat
een strafbaar feit is gepleegd
Vroegsporing = onderzoek naar aanleiding van een redelijk vermoeden dat in
georganiseerd verband misdrijven uit art. 67 lid 1 worden beraamd of gepleegd die
een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleveren
Aanwijzingen van terrorisme
Verkennend onderzoek = aanwijzingen dat binnen verzamelingen van personen
ernstige misdrijven worden beraamd of gepleegd
Repressieve controle = voorafgaand ontdekken van mogelijke strafbare feiten
Sfeerovergang = je bent bezig met controleren, en dan stuit je (toevallig) op een strafbaar feit
Varianten
Zuivere sfeerovergang = sfeerovergang binnen dezelfde wet
Voortgezette toepassing = sfeerovergang met wisseling van wet
Onderscheid is voor tentamen niet heel erg van belang –> sfeerovergang en
voortgezette toepassing worden samengenomen en vergeleken met sfeercumulatie
Voorwaarden
Voldaan aan voorwaarden voor bevoegdheden (zowel controle- als
opsporingsbevoegdheid aanwezig)
Geen détournement de pouvoir
Sprake van misbruik als controlebevoegdheid uitsluitend wordt ingezet om op
te sporen, en niet om ook te controleren (HR Geweer)
Soepel criterium: is snel aan voldaan
Sfeercumulatie = sferen/bevoegdheden zijn naast elkaar/min of meer gelijktijdig van toepassing
- Controlebevoegdheden kunnen worden ingezet om tot opsporing over te gaan –> die kunnen
tegen iedereen worden ingezet
1
, - Meestal is er informatie waardoor politie geïnteresseerd is in een specifieke persoon –> vaak
ingezet als er al iets van opsporing gaande is, maar nog te weinig bewijs –> controle wordt
ingezet om dat bewijs te krijgen
Voorwaarden (HR Controle vs. opsporing)
Voldaan aan voorwaarden voor bevoegdheden (zowel controle- als
opsporingsbevoegdheid aanwezig)
Controle niet uitsluitend voor opsporing ingezet
Waarborgen van verdachte in acht genomen
Toepassing casus: stuit men toevallig op het strafbare feit (sfeerovergang) of niet (sfeercumulatie)?
Discriminatie = onderscheid maken op basis van kenmerken waar geen grond voor bestaat
Uitsluitend of in overwegende mate onderscheid maken op basis van etniciteit of religieuze
kenmerken (HR Dynamische verkeerscontrole)
Niet toegestaan
Veel kritiek op gekomen: is een beetje dan wel toegestaan? Hoe controleer je of dat
gebeurd is?
EHRM: op enige manier gebruikmaken van etniciteit, religieuze kenmerken, etc. als
reden van controle is verboden –> bijna nooit te rechtvaardigen, hele strenge
proportionaliteitstoets
Stappenplan casusvraag
1. Is sprake van een onderscheid?
2. Is er sprake van een objectieve en redelijke rechtvaardiging?
Relevante arresten
HR Geweer
HR Controle vs. opsporing
HR Dynamische verkeerscontrole
2
,Werkgroep 2
Verdachtebegrip: art. 27 Sv.
Materieel verdachtebegrip: art. 27 lid 1 Sv.
1. Redelijk vermoeden
2. Aan een strafbaar feit
3. Van schuld aan dat strafbare feit (niet puur intuïtief)
Formeel verdachtebegrip: art. 27 lid 2 Sv.
Vanaf het moment van vervolging
Vanaf het moment dat er een rechter is ingeschakeld
Gaat om materieel begrip, tenzij duidelijk uit de casus blijkt dat er al een rechter in het spel is
Verhoorsituatie
Voorwaarden (HR Spontane verklaring tijdens transport)
1. Verdachte (art. 27 Sv.)
2. Directe confrontatie
3. Vragen over betrokkenheid bij strafbaar feit
Gevolg: rechten en plichten voor verdachte en opsporingsambtenaren
o Cautieplicht: art. 29 lid 2 Sv.
Hangt samen met zwijgrecht
o Pressieverbod: art. 29 lid 1 Sv.
Uitvloeisel van nemo tenetur-beginsel
Betekent niet dat helemaal geen druk mag worden uitgeoefend –> moet nog
in vrijheid verklaard zijn
Alleen schending als direct op grond van druk verklaard is (causaliteit)
Strijd met art. 3 EVRM levert per definitie schending op
o Rechtsbijstand
Varianten
Consultatiebijstand = voorafgaand aan verhoor
Verhoorbijstand = tijdens verhoor
Hoe?
Nog niet aangehouden –> tijd en ruimte om zelf iets te zoeken, moet
daar wel op gewezen worden (art. 27c lid 2 Sv.)
Wel aangehouden –> wet geeft duidelijkheid (art. 28d Sv.)
Afstand doen alleen mogelijk indien vrijwillig en ondubbelzinnig (art. 28a Sv.)
o Opsomming van waar verdachte op gewezen moet worden: art. 27c lid 3 Sv.
Nemo tenetur-beginsel = niemand is verplicht om mee te werken aan zijn eigen veroordeling
Ingelezen in art. 6 EVRM, staat niet letterlijk in de wet
Ratio
o Betrouwbaarheid van bewijs –> voornamelijk van belang bij wilsafhankelijk materiaal
o Procesautonomie van verdachte
Toepassing (EHRM De Legé t. Nederland)
1. Is het beginsel van toepassing?
Een vorm van druk uitgeoefend
Materiaal kan gebruikt worden in lopende/volgende strafzaak
2. Wilsafhankelijk of wilsonafhankelijk materiaal?
3
, 3. Is het beginsel geschonden?
Wilsafhankelijk materiaal
o Aard van druk en mate waarin die is uitgeoefend
o Bestaan van relevante waarborgen in procedure
o Doel waarvoor materiaal is gebruikt
Wilsonafhankelijk materiaal
o Is sprake van foltering of onmenselijk en vernederende
behandeling (art. 3 EVRM)?
o Bestaan van relevante waarborgen in procedure
o Doel waarvoor materiaal is gebruikt
Documenten (wilsonafhankelijk materiaal)
o Is bestaan zeker? Dan kan soms met dwang gevorderd
worden zonder dat geschonden wordt
o Mag niet te algemeen zijn: fishing expedition is niet
toegestaan
Sprake van schending als proces als geheel is geschonden (overall fairness of the
proceedings)
Relevante arresten
EHRM Gäfgen t. Duitsland
EHRM De Legé t. Nederland
HR Spontane verklaring tijdens transport
4
Werkgroep 1
Controle = controleren of de wet is nageleefd
- Bestuursrechtelijke bevoegdheid –> ongericht, kan tegen iedereen worden ingezet
- Niet-naleven niet per definitie een te vervolgens strafbaar feit op
Opsporing = gericht op strafbare feiten
- Art. 132a Sv.
Voorwaarden:
1. Onderzoek naar strafbaar feit
2. Onder gezag van OvJ
3. Doel = strafvorderlijke beslissing nemen
Consequenties kwalificatie
Markeer begin van strafvordering (art. 1 Sv.)
Verdachte krijgt rechten toegekend
Mogelijkheden om dwangmiddelen in te zetten
Varianten
Klassieke opsporing = onderzoek naar aanleiding van een redelijk vermoeden dat
een strafbaar feit is gepleegd
Vroegsporing = onderzoek naar aanleiding van een redelijk vermoeden dat in
georganiseerd verband misdrijven uit art. 67 lid 1 worden beraamd of gepleegd die
een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleveren
Aanwijzingen van terrorisme
Verkennend onderzoek = aanwijzingen dat binnen verzamelingen van personen
ernstige misdrijven worden beraamd of gepleegd
Repressieve controle = voorafgaand ontdekken van mogelijke strafbare feiten
Sfeerovergang = je bent bezig met controleren, en dan stuit je (toevallig) op een strafbaar feit
Varianten
Zuivere sfeerovergang = sfeerovergang binnen dezelfde wet
Voortgezette toepassing = sfeerovergang met wisseling van wet
Onderscheid is voor tentamen niet heel erg van belang –> sfeerovergang en
voortgezette toepassing worden samengenomen en vergeleken met sfeercumulatie
Voorwaarden
Voldaan aan voorwaarden voor bevoegdheden (zowel controle- als
opsporingsbevoegdheid aanwezig)
Geen détournement de pouvoir
Sprake van misbruik als controlebevoegdheid uitsluitend wordt ingezet om op
te sporen, en niet om ook te controleren (HR Geweer)
Soepel criterium: is snel aan voldaan
Sfeercumulatie = sferen/bevoegdheden zijn naast elkaar/min of meer gelijktijdig van toepassing
- Controlebevoegdheden kunnen worden ingezet om tot opsporing over te gaan –> die kunnen
tegen iedereen worden ingezet
1
, - Meestal is er informatie waardoor politie geïnteresseerd is in een specifieke persoon –> vaak
ingezet als er al iets van opsporing gaande is, maar nog te weinig bewijs –> controle wordt
ingezet om dat bewijs te krijgen
Voorwaarden (HR Controle vs. opsporing)
Voldaan aan voorwaarden voor bevoegdheden (zowel controle- als
opsporingsbevoegdheid aanwezig)
Controle niet uitsluitend voor opsporing ingezet
Waarborgen van verdachte in acht genomen
Toepassing casus: stuit men toevallig op het strafbare feit (sfeerovergang) of niet (sfeercumulatie)?
Discriminatie = onderscheid maken op basis van kenmerken waar geen grond voor bestaat
Uitsluitend of in overwegende mate onderscheid maken op basis van etniciteit of religieuze
kenmerken (HR Dynamische verkeerscontrole)
Niet toegestaan
Veel kritiek op gekomen: is een beetje dan wel toegestaan? Hoe controleer je of dat
gebeurd is?
EHRM: op enige manier gebruikmaken van etniciteit, religieuze kenmerken, etc. als
reden van controle is verboden –> bijna nooit te rechtvaardigen, hele strenge
proportionaliteitstoets
Stappenplan casusvraag
1. Is sprake van een onderscheid?
2. Is er sprake van een objectieve en redelijke rechtvaardiging?
Relevante arresten
HR Geweer
HR Controle vs. opsporing
HR Dynamische verkeerscontrole
2
,Werkgroep 2
Verdachtebegrip: art. 27 Sv.
Materieel verdachtebegrip: art. 27 lid 1 Sv.
1. Redelijk vermoeden
2. Aan een strafbaar feit
3. Van schuld aan dat strafbare feit (niet puur intuïtief)
Formeel verdachtebegrip: art. 27 lid 2 Sv.
Vanaf het moment van vervolging
Vanaf het moment dat er een rechter is ingeschakeld
Gaat om materieel begrip, tenzij duidelijk uit de casus blijkt dat er al een rechter in het spel is
Verhoorsituatie
Voorwaarden (HR Spontane verklaring tijdens transport)
1. Verdachte (art. 27 Sv.)
2. Directe confrontatie
3. Vragen over betrokkenheid bij strafbaar feit
Gevolg: rechten en plichten voor verdachte en opsporingsambtenaren
o Cautieplicht: art. 29 lid 2 Sv.
Hangt samen met zwijgrecht
o Pressieverbod: art. 29 lid 1 Sv.
Uitvloeisel van nemo tenetur-beginsel
Betekent niet dat helemaal geen druk mag worden uitgeoefend –> moet nog
in vrijheid verklaard zijn
Alleen schending als direct op grond van druk verklaard is (causaliteit)
Strijd met art. 3 EVRM levert per definitie schending op
o Rechtsbijstand
Varianten
Consultatiebijstand = voorafgaand aan verhoor
Verhoorbijstand = tijdens verhoor
Hoe?
Nog niet aangehouden –> tijd en ruimte om zelf iets te zoeken, moet
daar wel op gewezen worden (art. 27c lid 2 Sv.)
Wel aangehouden –> wet geeft duidelijkheid (art. 28d Sv.)
Afstand doen alleen mogelijk indien vrijwillig en ondubbelzinnig (art. 28a Sv.)
o Opsomming van waar verdachte op gewezen moet worden: art. 27c lid 3 Sv.
Nemo tenetur-beginsel = niemand is verplicht om mee te werken aan zijn eigen veroordeling
Ingelezen in art. 6 EVRM, staat niet letterlijk in de wet
Ratio
o Betrouwbaarheid van bewijs –> voornamelijk van belang bij wilsafhankelijk materiaal
o Procesautonomie van verdachte
Toepassing (EHRM De Legé t. Nederland)
1. Is het beginsel van toepassing?
Een vorm van druk uitgeoefend
Materiaal kan gebruikt worden in lopende/volgende strafzaak
2. Wilsafhankelijk of wilsonafhankelijk materiaal?
3
, 3. Is het beginsel geschonden?
Wilsafhankelijk materiaal
o Aard van druk en mate waarin die is uitgeoefend
o Bestaan van relevante waarborgen in procedure
o Doel waarvoor materiaal is gebruikt
Wilsonafhankelijk materiaal
o Is sprake van foltering of onmenselijk en vernederende
behandeling (art. 3 EVRM)?
o Bestaan van relevante waarborgen in procedure
o Doel waarvoor materiaal is gebruikt
Documenten (wilsonafhankelijk materiaal)
o Is bestaan zeker? Dan kan soms met dwang gevorderd
worden zonder dat geschonden wordt
o Mag niet te algemeen zijn: fishing expedition is niet
toegestaan
Sprake van schending als proces als geheel is geschonden (overall fairness of the
proceedings)
Relevante arresten
EHRM Gäfgen t. Duitsland
EHRM De Legé t. Nederland
HR Spontane verklaring tijdens transport
4