Inhoudstafel.
1. Rechtssubjecten………………………………………………………………………………………………………………………….
1.1 Natuurlijke persoon………………………………………………………………………………………………….
1.2 Rechtspersoon………………………………………………………………………………………………………….
1.3 Bekwaamheid……………………………………………………………………………………………………………
2. Staat van de persoon…………………………………………………………………………………………………………………..
2.1 Staat in de maatschappij………………………………………………………………………………………….
2.2 Staat in de familie……………………………………………………………………………………………………
3. Het huwelijk……………………………………………………………………………………………………………………………….
3.1 Begrip……………………………………………………………………………………………………………………….
3.2 Grondvereisten huwelijk…………………………………………………………………………………………
3.3 Vormvereisten huwelijk…………………………………………………………………………………………..
3.4 Primair huwelijksstelsel (openbare orde)........................................................
3.5 Secundair huwelijksstelsel = huwelijksvermogensrecht…………………………………………
4. Einde van het huwelijk……………………………………………………………………………………………………………….
5. Wettelijke samenwoning……………………………………………………………………………………………………………
1. Rechtssubjecten.
1.1 Natuurlijke persoon.
- Definitie: Een mens van vlees en bloed, drager van rechten en plichten (=
rechtspersoonlijkheid).
Begin rechtspersoonlijkheid:
- Vanaf geboorte.
- Uitzondering: Retroactieve rechtspersoonlijkheid -> Ten voordele van het ongeboren kind,
voor het erfrecht (kind moet wel levend geboren worden).
- Volledige rechtspersoonlijkheid = Alle rechten en plichten mogelijk.
Einde rechtspersoonlijkheid:
- Bij overlijden.
1.2 Rechtspersoon.
, - Voorbeelden: Vennootschappen, VZW’s, stichtingen.
Begin rechtspersoonlijkheid:
- Bij neerlegging notariële oprichtingsakte op de griffie van de ondernemingsrechtbank.
Beperkingen:
- Rechtspersoonlijkheid is beperkt tot het statutair doel.
- Orgaantheorie: Een rechtspersoon handelt via zijn organen (zaakvoerders, raad van
bestuur, algemene vergadering).
Einde rechtspersoonlijkheid:
- In 2 stappen:
1. Vrijwillige of gerechtelijke ontbinding.
2. Vereffening (realisatie activa en passiva).
Waarom oprichten?
- Minder belastingen (Vennootschapsbelasting vs. Personenbelasting).
- Beperking van aansprakelijkheid -> Schuldeisers kunnen enkel beslag leggen op vermogen
van de vennootschap, niet op privévermogen (tenzij bestuurdersfouten).
1.3 Bekwaamheid.
Feitelijke bekwaamheid:
- Wat iemand feitelijk kan (bv. een kind kan lopen maar geen contract tekenen).
Genotsbekwaamheid (= rechtsbekwaamheid): Het hebben van rechten en plichten.
- Natuurlijke persoon: Volledig.
- Rechtspersoon: Beperkt tot statutaire doel.
Handelingsbekwaamheid: Rechten en plichten ook effectief uitoefenen.
- Minderjarigen zijn handelingsonbekwaam (relatieve nietigheid bij contracten).
- Voorbeeld: Contract gesloten met minderjarige -> Enkel de minderjarige of voogd kan
vernietiging vorderen.
2. Staat van de persoon.
- = Geheel van kenmerken die de juridische toestand van een persoon in de maatschappij en
in de familie bepalen.
2.1 Staat in de maatschappij.