Hoorcollege 1 Management Accounting week 15
Missie; waar staat een bedrijf voor
Visie; waar gaat een bedrijf voor
Strategie; HOE er tegenaan
- Strategisch; product-markt-combinatie (blz. 7) (blz. 9)
- Tactisch; mensen, middelen, organisatiestructuur, machinebepaling
- Ope; verkoopplan, productieplan
Kritische succesfactoren; een element dat belangrijk is voor een organisatie om de missie te
bereiken. (blz. 11)
Indeling van bedrijven in 2 categorieën (blz. 5);
1. Publieke bedrijven
2. Private bedrijven
Indeling op basis van vier sectoren (blz. 6);
1. Primaire sector; land- en mijnbouw
2. Secundaire sector: industrie
3. Tertiaire sector; commerciële dienstverlening
4. Quartaire sector; door de overheid gefinancierde of gesubsidieerde dienstverlening
Doelstellingen van stakeholders (blz. 6 + 7)
Smart doelstellingen; (blz. 7)
Specifiek
Meetbaar
Acceptabel
Realistisch
Tijdsgebonden
Strategieformulering/doelstellingen (blz. 7 + 8 + 9)
De balanced scorecard (blz. 10)
PDCA-cyclus (blz. 10)
EFQM-model (blz. 11)
Benchmarking (blz. 12)
Risico (blz. 12 + 13)
,Planning & Control; (blz. 10) zie ook blz. 25
Ook wel; sturing & beheersing
Planning kan zonder beheersing, maar beheersing kan niet zonder planning.
Verschil resultatenrekening en balans; (blz. 22)
Resultaten op korte termijn (de functie van Rubriek 9); (blz. 23)
Overboekingsrekeningen;
De rekeningen 499, 899 en 999 zijn collectieve overboekingsrekeningen.
,> Goed kijken welk van deze rekening gebruikt moet worden.
Consequenties overboekingsrekeningen;
- R4, R8 en R9 lopen ‘glad’ (saldo van elke rubriek = 0)
- Saldi individuele rekeningen zijn behouden (managementinformatie)
- Alle resultaten in R9 > nettowinst
- Mutatie op EV (winst/verlies) boekhoudkundig verwerkt.
Het eigen vermogen verandert door kosten en opbrengsten.
Kostensoorten (blz. 14)
Balans (blz. 19)
Werkcollege 1:
Kosten zijn; aan perioden, functies of producten toegerekende (toekomstige) gelduitgaven,
die verband houden met de opoffering van productiemiddelen en die leiden tot afname bezit
als gevolg van bedrijfsactiviteiten, bij gelijk blijven van schulden
LETOP! Niet alle uitgaven zijn kosten, bijvoorbeeld verspillingen of terug te betalen
omzetbelasting. Niet alle kosten zijn uitgaven, bijvoorbeeld imagoschade,
afschrijvingskosten.
Doelmatig opgeofferde productiemiddelen zijn economisch onvermijdbaar en vormen kosten
en worden toegerekend aan de producten (opgenomen in kostprijs).
Niet doelmatig opgeofferde productiemiddelen zijn economisch vermijdbaar en vormen
verspillingen en worden rechtstreeks ten laste van de resultatenrekening gebracht
Afval en uitval kunnen zowel economisch onvermijdbaar (kosten) als economisch
onvermijdbaar (verspilling) zijn.
Hoorcollege 2 Management Accounting week 16
Kosten; afnames van het eigen vermogen als gevolg van het primaire bedrijfsproces. Niet
alle uitgaven zijn kosten (aflossing van een lening). Niet alle kostenposten zijn uitgaven.
Kosten(soort) = productiemiddel (blz. 26)
Samenstelling rente:
- Inflatie
- Normale vergoeding
, - Risico
- Administratieve kosten
Wettelijk maximum (14%), mag een bedrijf maximaal in rente brengen.
Rente speelt een belangrijke rol;
1. Kostenpost
- Betaalde rente fiscaal aftrekbaar (dus rente van geleend geld)
- Invloed op bestedingen van organisaties
- Invloed op bestedingen consumenten (rente omhoog > krediet duurder, sparen
aantrekkelijker).
2. Opbrengstenpost
- Rente over tegoeden
- Rente = business (banken)
3. Waarderingsvraagstukken (disconteren !)
- aandelen (rentabiliteitswaarde), obligaties
- (financiële) vaste activa tegen fair value
- investeringsalternatieven (netto contante waarde methode)
> Contant maken, kijk schrift
Is rente een aftrekpost bij winstberekening?
Voor de bedrijfseconomische berekening mag je het meenemen. Op het fiscale gebied mag
dat niet.
Arbeidsproductiviteit = productie (X) / werkeenheden arbeid (N) (blz. 26)
Prestatiebeloning:
Doel: hogere productiviteit
Wanneer je een team beloont in plaats van individueel, zullen werknemers elkaar helpen om
individueel ook te verbeteren.
Afschrijvingsmethoden (blz. 29)
Kostprijsberekening (blz. 31)
Werkcollege 2; (blz. 31)
Missie; waar staat een bedrijf voor
Visie; waar gaat een bedrijf voor
Strategie; HOE er tegenaan
- Strategisch; product-markt-combinatie (blz. 7) (blz. 9)
- Tactisch; mensen, middelen, organisatiestructuur, machinebepaling
- Ope; verkoopplan, productieplan
Kritische succesfactoren; een element dat belangrijk is voor een organisatie om de missie te
bereiken. (blz. 11)
Indeling van bedrijven in 2 categorieën (blz. 5);
1. Publieke bedrijven
2. Private bedrijven
Indeling op basis van vier sectoren (blz. 6);
1. Primaire sector; land- en mijnbouw
2. Secundaire sector: industrie
3. Tertiaire sector; commerciële dienstverlening
4. Quartaire sector; door de overheid gefinancierde of gesubsidieerde dienstverlening
Doelstellingen van stakeholders (blz. 6 + 7)
Smart doelstellingen; (blz. 7)
Specifiek
Meetbaar
Acceptabel
Realistisch
Tijdsgebonden
Strategieformulering/doelstellingen (blz. 7 + 8 + 9)
De balanced scorecard (blz. 10)
PDCA-cyclus (blz. 10)
EFQM-model (blz. 11)
Benchmarking (blz. 12)
Risico (blz. 12 + 13)
,Planning & Control; (blz. 10) zie ook blz. 25
Ook wel; sturing & beheersing
Planning kan zonder beheersing, maar beheersing kan niet zonder planning.
Verschil resultatenrekening en balans; (blz. 22)
Resultaten op korte termijn (de functie van Rubriek 9); (blz. 23)
Overboekingsrekeningen;
De rekeningen 499, 899 en 999 zijn collectieve overboekingsrekeningen.
,> Goed kijken welk van deze rekening gebruikt moet worden.
Consequenties overboekingsrekeningen;
- R4, R8 en R9 lopen ‘glad’ (saldo van elke rubriek = 0)
- Saldi individuele rekeningen zijn behouden (managementinformatie)
- Alle resultaten in R9 > nettowinst
- Mutatie op EV (winst/verlies) boekhoudkundig verwerkt.
Het eigen vermogen verandert door kosten en opbrengsten.
Kostensoorten (blz. 14)
Balans (blz. 19)
Werkcollege 1:
Kosten zijn; aan perioden, functies of producten toegerekende (toekomstige) gelduitgaven,
die verband houden met de opoffering van productiemiddelen en die leiden tot afname bezit
als gevolg van bedrijfsactiviteiten, bij gelijk blijven van schulden
LETOP! Niet alle uitgaven zijn kosten, bijvoorbeeld verspillingen of terug te betalen
omzetbelasting. Niet alle kosten zijn uitgaven, bijvoorbeeld imagoschade,
afschrijvingskosten.
Doelmatig opgeofferde productiemiddelen zijn economisch onvermijdbaar en vormen kosten
en worden toegerekend aan de producten (opgenomen in kostprijs).
Niet doelmatig opgeofferde productiemiddelen zijn economisch vermijdbaar en vormen
verspillingen en worden rechtstreeks ten laste van de resultatenrekening gebracht
Afval en uitval kunnen zowel economisch onvermijdbaar (kosten) als economisch
onvermijdbaar (verspilling) zijn.
Hoorcollege 2 Management Accounting week 16
Kosten; afnames van het eigen vermogen als gevolg van het primaire bedrijfsproces. Niet
alle uitgaven zijn kosten (aflossing van een lening). Niet alle kostenposten zijn uitgaven.
Kosten(soort) = productiemiddel (blz. 26)
Samenstelling rente:
- Inflatie
- Normale vergoeding
, - Risico
- Administratieve kosten
Wettelijk maximum (14%), mag een bedrijf maximaal in rente brengen.
Rente speelt een belangrijke rol;
1. Kostenpost
- Betaalde rente fiscaal aftrekbaar (dus rente van geleend geld)
- Invloed op bestedingen van organisaties
- Invloed op bestedingen consumenten (rente omhoog > krediet duurder, sparen
aantrekkelijker).
2. Opbrengstenpost
- Rente over tegoeden
- Rente = business (banken)
3. Waarderingsvraagstukken (disconteren !)
- aandelen (rentabiliteitswaarde), obligaties
- (financiële) vaste activa tegen fair value
- investeringsalternatieven (netto contante waarde methode)
> Contant maken, kijk schrift
Is rente een aftrekpost bij winstberekening?
Voor de bedrijfseconomische berekening mag je het meenemen. Op het fiscale gebied mag
dat niet.
Arbeidsproductiviteit = productie (X) / werkeenheden arbeid (N) (blz. 26)
Prestatiebeloning:
Doel: hogere productiviteit
Wanneer je een team beloont in plaats van individueel, zullen werknemers elkaar helpen om
individueel ook te verbeteren.
Afschrijvingsmethoden (blz. 29)
Kostprijsberekening (blz. 31)
Werkcollege 2; (blz. 31)